In Galaten 5 : 1-12 gaat het erover dat we de vrijheid van Evangelie niet moeten kwijtraken. In Galaten 5 : 13-15 waarschuwt Paulus dat we de vrijheid van Evangelie niet moeten misbruiken.

De Galatenbrief in haar geheel waarschuwt tegen het gevaar van terug glijden in wetticisme en rechtvaardiging door goede werken. Ook al belijden christenen met de mond dat ze het Evangelie geloven, niet altijd leiden ze ook het leven dat op het Evangelie gebaseerd is. Vorige week nog zagen we hoe Abraham, vader van alle gelovigen, na 10 jaar 100% vertrouwen op Gods belofte van een kind, toch zelf aan de slag ging met slavin Hagar om zelf voor een kind te zorgen…

Maar nu waarschuwt Paulus voor een ander gevaar : losbandigheid, het doorschieten naar de andere kant, te veel vrijheid, misbruik van de vrijheid. Vrijheid is namelijk niet vrij zijn om zelf te bepalen wat we doen en laten, daarvoor is de Geest in ons hart uitgestort, om zo het leven te leiden dat God met ons voor ogen heeft. Daarom vers 13 : misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen.

Het Evangelie vertelt dat God heilig is, en dat alleen volkomen betaling voor de zonden en volmaakte gerechtigheid van Christus voldoende is voor een heilige God. Het Evangelie vertelt ook dat God liefdevol is, en dat we daarom deze volkomen gerechtigheid nu al ontvangen. In Gods ogen zijn we nu al volmaakt door het geloof in Christus. Het Evangelie heeft een dubbele functie. Het wijst de weg naar een leven vrij van schuld, omdat God ons in liefde heeft aanvaard. Het gevaar is dat we die vrijheid kunnen kwijtraken, ons weer schuldig voelen. En het wijst ons ook de weg naar een heilig leven, omdat God die ons aanvaard heeft, heilig is. Het gevaar daarvan is dat we de vrijheid misbruiken, onheilig leven.

We zijn vrij van het houden van de wet, maar we lazen wel vers 13 en 14 : dien elkaar in liefde én de samenvatting van de wet in 1 regel Heb uw naasten lief als uzelf. Zijn we nu wel of niet verplicht om de wet te houden?

Christenen zijn bevrijd van de wet als middel om bij God in de gunst te komen. Wat wij wel/niet doen, heeft geen enkele invloed op Gods liefde voor ons. Christenen zijn niet vrij van de wet als middel om God blij te maken. Wat wij wel/niet doen, heeft wel invloed om te laten zien hoe we God liefhebben. In de wet ontdekken we namelijk Gods karakter en Gods hart. Regels van dankbaarheid, om werkelijk vrij te blijven, in deze door het kwaad beheerste wereld! Om zo te leven als schepsels, zoals de Schepper voor ogen staat. Om zo te leven zoals onze Bevrijder het van ons verwacht : de vrijheid niet kwijtraken of misbruiken.

Stel, je kind is militair en sterft op vredesmissie, in een bevrijdingsoorlog. Maar na de bevrijding maken ze er een zooitje van… Je bent dan verdrietig en boos. Want je kind heeft zijn/haar leven gegeven voor de vrijheid en om vrij te leven. God heeft ons bevrijd en verwacht vervolgens, dat we in dankbaarheid in vrijheid zullen leven.

Christenen leven dus niet vanuit angst, onzekerheid, maar vanuit liefde, omdat ze door God geliefd zijn. Hoe kunnen we vanuit die liefde sterker worden en groeien? Paulus zegt, strijd zorgt voor groei!

Er is een levenslange strijd in elke christen gaande. De strijd tussen Gods Geest en het vlees/de zondige natuur/de eigen geest/de eigen begeerten. We laten ons óf leiden door de Gods Geest óf we zijn gericht op onze eigen begeerten/eigen geest/zondige natuur, de begeerten van het vlees.

Het vlees of de eigen begeerten is dat deel van ons leven dat ons naar de zonde toetrekt. Het is het tegenovergestelde van dat deel van ons dat naar God verlangt. Het is ons zondige hart, dat aspect van ons hart, dat nog niet is vernieuwd door Gods Geest. Dat is in strijd met, staat tegenover Gods Geest in ons. De strijd is dus niet buiten ons, maar in ons.

De Geest is het vernieuwde christelijke hart, nieuw gemaakt door de Geest. Het vlees, de begeerten is wat nog over is van voor we de Geest in ons ontvingen en toelieten. Onze begeerten is de mens zonder strijd met/tegenwerking van de Geest. Maar door de Geest van Christus, uitgestort in ons hart, is er een vernieuwingsproces begonnen, met strijd/tegenwerking. Door dit vernieuwingsproces is er een nieuwe natuur in ons ontstaan.

Begeerten kan je uitleggen als over-verlangen/over-begeren. Een abnormaal sterk verlangen, een allesoverheersende aandrang en begeerte. Want het belangrijkste probleem van ons hart is niet het verlangen naar verkeerde dingen. Het belangrijkste probleem is het veel te sterk verlangen naar goede dingen. Dat wordt een afgod door over-verlangen, letterlijk ‘te veel van het goede’. Het zondige over-verlangen wordt onze tweede natuur, gaat over ons heersen. In elk christen is er een strijd gaande, staan twee partijen tegenover elkaar. Daarom vers 17 : U kunt niet doen wat u maar wilt.

Leven uit de Geest is leven naar onze eerste natuur, het ingeschapen Gods verlangen : onrustig is ons hart totdat het rust vind bij God. Leven uit de Geest is wat we ten diepste graag willen en verlangen : vrijheid, blijheid, echt gelukkig. Eigen begeerte zorgt voor telkens opgewekte over-verlangens die strijden met Gods verlangens die de Geest in ons hart legt. We geven aan die begeerte toe, terwijl we weten dat ze ingaan tegen echte liefde en Gods plan met ons leven. Ex-slaven, aangenomen kinderen, hebben zowel zondige als heilige en goddelijke verlangens, maar ten diepste verlangen we naar wat ons door de Geest vernieuwde hart wil. Het Evangelie zegt : zelfs als we zondigen, dan weten we: dit is niet wat ik echt wil, ik verlang naar God en zijn wil.

Het hart onderworpen aan de zondige natuur, geregeerd door wet, verwerpt het gratis geschenk van Christus. Het blijft op zoek naar realisering van de eigen begeerten, we blijven doe-het-zelvers. Zoals Abraham, hét geloofsvoorbeeld voor iedereen. Hij wil het kind van Gods belofte realiseren door vanuit zijn eigen natuur aan de slag te gaan. De basis van alle zonde, het motief voor ongehoorzaamheid is een gebrek aan vertrouwen op Gods genade en het verlangen om het eigen leven te beschermen, door onszelf overeind te houden i.p.v. op God te blijven vertrouwen. Daardoor zijn we gericht op dingen die in zichzelf niet verkeerd zijn, maar we maken er afgod van. Ik ben pas echt gelukkig, de moeite waard, als ik… Waardoor er een over-verlangen ontstaat naar die afgod, om geluk te realiseren, ons de moeite waard te vinden, ons geliefd, … I.p.v.  te geloven ‘ik ben echt gelukkig, de moeite waard als ik door God gekend ben, geliefd, als kind aangenomen!’

Vers 19-21 is een opsomming ‘wat die eigen wil allemaal teweegbrengt’. => zie hand-out

Wie zich aan zulke begeerte overgeven, zijn geen erfgenaam van God, zullen het Koninkrijk van God niet beërven, geen deel aan hebben. Wie van dit gedrag een gewoonte maakt, niet wie af en toe aan dit gedrag ten prooi vallen en gelijk berouw hebben. Als iemand voortdurend toegeeft aan zondige verlangens zonder er tegen te vechten, ben je dan bevrijd; heeft de Geest je hart en leven dan vernieuwd; wil je dan als erfgenaam van God hoopvol leven?

Religieuze mensen maken zich eerder schuldig aan relatie-zonden, niet-religieuze mensen eerder aan zonden op het gebied van alcohol en seksualiteit. Maar God maakt geen onderscheid in deze lijst, seksuele zonden en dronkenschap zijn geen grotere zonden dan jaloezie en roddelen. We zijn er te goed in om de zonden in het leven van anderen aan te wijzen, in plaats van de strijd aan te gaan met onze eigen zonden die misschien nog wel erger zijn…

Vers 16 en 18 : laat u leiden door de Geest en wanneer u door de Geest geleid wordt

Dat betekent : veranderen én veranderd worden, worden wie we ten diepste willen zijn. Het is bevrijdend omdat het ons dichter brengt bij hoe we bedoeld zijn door de Schepper, bij wie we ten diepste in ons door de Geest vernieuwd hart willen zijn. Toeleven naar de volmaakte toekomst, de gezindheid van Christus eigen maken.

Tegenover de eigen begeerten/zondige natuur staat de vrucht van de Geest, => zie hand-out

De ‘vrucht’ leert ons vier dingen over hoe de Geest werkt.

1. Christelijke groei vindt geleidelijk plaats

Groei in de natuur is niet waar te nemen, alleen na verloop van tijd te constateren. Groei van de vrucht van de Geest gebeurt, zonder dat je er bewust van bent. Totdat je op gegeven moment denkt, vaak bij problemen/moeilijkheden : eerder zou ik anders hebben gereageerd in zelfde omstandigheden. Dat is het bewijs dat de vrucht van de Geest is gegroeid, geleidelijk, zonder dat je het merkte.

2. Christelijke groei vindt onvermijdelijk plaats.

Groei vindt plaats, ook als niemand het opmerkt: ineens zit er een scheur in het asfalt… Een zaadje is sterker dan asfalt… Als iemand de Geest heeft ontvangen, christen is, dan zal de vrucht groeien. Hoe het leven er ook uitziet, de vrucht van de Geest zal er doorheen breken, hoe hard het asfalt in ons hart ook is. Uitdaging : na aantal jaar jezelf afvragen ‘groeit er wel vrucht in mijn leven? We worden door geloof gered, niet door het groeien van de vrucht, maar we worden niet gered door vruchteloos geloof. Iemand die door geloof wordt gered, is iemand in wie de vrucht van de Geest groeit.

3. Christelijke groei vindt plaats van binnenuit

De vrucht van de Geest is niet iets van uiterlijk gedrag of kenmerken, maar een verandering die veel dieper plaatsvindt. Zo als bij een appelboom : zorgen appels die eraan hangen dat de boom leeft? Nee, als je appels aan de takken van een dode boom zou vastbinden, dan zou dat de boom niet levend maken. Appels zorgen niet voor leven, maar zijn er het teken van dat de boom levend is. Leven brengt vrucht voort, niet andersom. Soms is er de neiging om gaven op te vatten als teken van het werk van de Geest. Dat staat niet in de Bijbel. Mensen werden gebruikt door de Geest om dingen te doen zoals Judas, zonder een hart dat door de Geest vernieuwd was. Wie echt geleid wordt door de Geest brengt de vrucht van de Geest voort. De gaven komen vanuit een hart dat wel/niet door genade is veranderd, de vrucht van de Geest kan alleen maar groeien in een kind van God. De enige manier om zeker te weten dat de Geest van God in jou als kind van God is komen wonen, is dat er vrucht gaat groeien…

4. Christelijke groei is symmetrisch

Het is een vrucht, enkelvoud. Het is belangrijk om de vrucht van de Geest te begrijpen en onderscheiden. Echte vruchten van de Geest groeien altijd gelijk op, zijn in wezen één. Geen enkel deel van de vrucht van de Geest groeit zonder dat er ook andere delen groeien. Bij de opsomming van de onderdelen van de vrucht denk je misschien ‘in sommige ervan ben je van nature beter dan andere.’ Maar daar waar we goed in zijn, los van de Geest, dat heeft te maken met karakter of wat goed uitkomt, dat is nog geen vrucht van de Geest. De hele vrucht moet even groot aanwezig zijn, dan is het van de Geest.

Hoe kan de vrucht van de Geest groeien en wortel schieten in ons hart en zichtbaar worden in ons leven?

Vers 24 : Wie Christus toebehoren, van Christus zijn… Alles wat van Jezus is, is ook van ons. Gods liefde hebben we ontvangen door geloof, die hoeven we niet meer te verdienen door iets te doen. We mogen tekortschieten, toegeven dat op sommige punten eigen begeerten/zondige natuur ons te sterk is of dat we die zelfs ruimte hebben gegeven, te belijden dat we op sommige punten er niet naar gestreefd hebben om van de Geest te leven, te beseffen dat we onze gaven en karakter verward hebben met de vrucht van de Geest. Niemand is perfect… Maar ook; die heeft zijn eigen natuur met zijn hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. Je eigen natuur kruisigen, dat is daadwerkelijk herkennen van en afrekenen met afgoden. Een einde maken aan de macht en aantrekkingskracht die afgoden over ons leven hebben. Daarmee ontnemen we hun het vermogen om door te dringen in onze gedachten en verlangens. Afrekenen met zonden op het niveau van de wil i.p.v. ons alleen maar op het niveau van ons gedrag te verzetten. Je niet alleen afvragen wat we verkeerd doen, maar ook waarom we het verkeerd doen. Waarom God ongehoorzamen om zo iets te verkrijgen wat we voor ons gevoel beslist moeten hebben? Het is over-verlangen : iets waarvan we zijn gaan geloven dat het meer waarde heeft en meer blijdschap geeft dan Gods kind zijn.

We zijn niet alleen eens met Christus gekruisigd, maar moeten voortdurend onze zondige natuur met zijn hartstochten en begeerten kruisigen. Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. Dat is een positief proces (niet alleen nalaten), een actief proces (wij wandelen, voeren uit) en meer dan alleen maar gehoorzamen, maar ook niet minder dan eenvoudigweg gehoorzaam zijn. Als we door de Geest eenmaal specifiek concrete valse overtuigingen in ons zondige natuur onderscheiden die ‘over-verlangens’ voortbrengen en ons tot zonde aanzetten, dan moeten we die valse overtuigingen in ons vervangen door Christus. Dan komt er nog meer ruimte voor groei van de vrucht van de Geest, zullen we ontdekken dat die vrucht daadwerkelijk groeit, waardoor we meer en meer veranderen in die mensen die we graag willen worden en die God verlangt dat we worden en in Christus Jezus zijn.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384

Wie hoopt er wel eens op iets?

Weet je dan ook zeker dat het zo zal gaan? – vaak niet

Ons ‘hopen’ is geen zeker weten, maar ‘misschien’, afwachten maar…

In de Bijbel is ‘hopen’ een zeker weten, alleen nog even wachten, dan zal het gebeuren!

Elke voetbalster hoopt wereldkampioen te worden, winnaar van het WK. Stel, de baas van het WK bepaald : Nederland is wereldkampioen, daar hoeven ze niets meer voor te doen…

Je verwacht de prijs, door de belofte van de WK-baas, je hoopt er op, je weet het al zeker, alleen nog even wachten totdat het WK is afgelopen, de beker is uitgereikt. De voetbalsters laten het iedereen weten, wij zijn kampioen! Terwijl het nog toekomst is, ze de beker nog moeten krijgen! De speelsters spelen de wedstrijden niet meer om de punten, ze zijn al meer dan overwinnaar, maar voetballen voor het plezier, terwijl ze hopen, zeker weten : wij zijn kampioen!

Wanneer is de hoop, de verwachting, de spanning het grootste? Net voor de uitreiking van de beker : wat doen ze dan altijd? Na de uitreiking van beker weet je het echt 100% zeker.

https://twitter.com/nossport/status/894244576927416320

Ze wisten al dat ze kampioen waren, de beker is al overhandigd, maar dan is het nog hopen, uitkijken, verwachten. Het echte feest begint pas echt als de beker in ontvangst wordt genomen door het team.

Als jullie terugkomen uit de kinderkerk, kijken wat dit hopen, te maken heeft met Avondmaal en Avondmaalsbeker.

Als je tijdens een voetbalwedstrijd de bal in de handen pakt, dan zal de scheidsrechter op basis van de spelregels bepalen dat jij spelregels overtreed : rode kaart, penalty tegen. Je vervloekt jezelf, je teamgenoten vervloeken je, zeker als de belangen groot zijn, het de kampioenswedstrijd is. De spelregels, de wet, bepalen dat we wetsovertreders zijn, schuldig, vervloekt. De wet was er eerst om aan te tonen dat we zondaars zijn, vervloekt.

Maar als je weet dat je al kampioen bent, dan zijn die spelregels helemaal niet meer belangrijk. Dan trekken spelers soms hun shirt uit, terwijl ze weten dat ze daarvoor een gele kaart krijgen. Maar zijzelf en anderen vinden dat helemaal niet erg, niets geen vervloeking, geen angst om de regels te overtreden. En je maakt ook geen gemene overtredingen meer, want je bent al kampioen.

Als je weet dat God van je houdt om wie je bent en niet om wat je doet, dan weet jij je altijd geliefd, nooit meer vervloekt. Dan hoef je nooit meer bang te zijn, ook al houd je niet de wet, want je wordt niet veroordeeld naar je wat je doet, er is ook geen rechtvaardiging door wat je doet, maar alleen rechtvaardiging door het geloof in Christus. De wet is er nu als richtlijn om dankbaarheid aan God te tonen.

We hebben het eerder in de Galatenbrief gelezen, we zijn gestorven voor de wet, met Christus gekruisigd. Zoals voor een dood iemand de wet geen enkele functie heeft, een dood iemand niet meer gestraft kan worden volgens wetten, zo heeft de wet geen negatieve gevolgen meer, voor zondaars die met Christus zijn gestorven.

Vervolgens schreef Paulus over leven voor God, met Christus leven : zegen i.p.v. vervloeking.

Mogelijke reactie  kan zijn : als je dat gelooft, dan kan je doen en laten wat je zelf wilt… Dan lijkt het erop alsof Evangelie alle motivatie wegneemt om heilig te leven. Daarom Galaten 5…

Door het Evangelie zijn we bevrijd van angst en veroordeling en vervloeking, en leven we in vrijheid als nieuwe mensen, gezegend, gehoorzamen we God en zijn goede geboden uit dankbaarheid.

We lezen Galaten 5 : 1-12

Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt / bevrijd. Letterlijk staat er : voor vrijheid heeft Christus u bevrijd. Het is de samenvatting van de laatste twee hoofdstukken, van de gehele brief : wij allen zijn echt vrij in Christus!

Het hele christelijke Evangelie gaat over vrijheid : dat je bevrijd bent én bevrijd leeft. Maar er volgt een waarschuwing : Houd dus stand en laat u niet weer/opnieuw een slavenjuk opleggen.

1. We moeten standhouden : goed opletten, de bedreigingen weerstaan.

Ook al zijn we bevrijd, we moeten zuinig zijn op onze bevrijding, die koesteren, niet verliezen, dankbaar voor zijn én er naar leven.

We zijn bevrijd, zijn kind van God, erfgenaam : dat is een onomkeerbaar feit. Dit resultaat uit verleden biedt garantie voor toekomst. Maar je kan wel weer gaan leven als was je niet bevrijd, gevangen in de slavernij van de angst en onzekerheid.

2. Religie is gebaseerd op de wet houden, op jezelf vertrouwen, dat is een vorm van slavernij. Daarom moeten we oppassen voor opnieuw een slavenjuk te laten opleggen. De Galaten liepen het risico om onder een nieuw slavenjuk gebracht te worden. Weer/Opnieuw, dus niet alleen het slavenjuk van het zondige, heidense leven, maar ook het slavenjuk van Bijbels wetticisme en moralisme. Een voorbeeld om dat duidelijk te maken. De zondag zoals bedoeld was een dag anders dan al de andere dagen, een feest- en rustdag : het feest van bevrijding vieren, de sabbatrust genieten. De Israëlieten hebben die vrije dag bewaakt, geheiligd, lieten die niet afpakken. Ze waren net bevrijd uit de slavernij van Egypte, ze wilden niet weer opnieuw slaven worden, nooit geen rust. De zondag in 2019 : voor sommigen de saaiste dag van de week, allemaal regeltjes, geen feest. Voor anderen de meest slopende dag van de week, alles moet, geen rust, veel mensen zijn maandagmorgen kapot. Als je als heidense zondaar verandert in een vrome christen die de wet gaat houden : dan kom je van de regen in de drup. Het is een zelfde vorm van geestelijke slavernij, je geniet niet van de vrijheid. Als de Galaten zich laten besnijden, de wet gaan proberen te houden, dan zullen ze opnieuw slaaf worden, met bijbehorende angst, onzekerheid en schuldgevoelens. Omdat je de geboden niet 100% kunt houden, nooit goed genoeg bent. De Galaten moeten kiezen : óf Christus, rechtvaardiging en heiliging, óf de wet houden en besnijdenis. Paulus : als jullie je laten besnijden, zal Christus jullie niets baten/geen nut doen, dan heb je niets aan Jezus.

Want iedereen die zich laat besnijden is verplicht om de wet volledig na te leven…en dat lukt geen mens. Als je op jezelf vertrouwt, dan ben je los van Christus (vers 4) Als je gerechtigheid van de wet verwacht, raak je los van de genade… In Gal.1:6-9 zei Paulus al ‘een ander Evangelie is geen Evangelie’. Elke verdraaiing maakt het origineel waardeloos. (vers 9) Je kan niets aan Christus toevoegen, zonder Christus weg te doen : het is of meest waardevolle óf volkomen waardeloos. Stel wil de Nachtwacht ‘perfectioneren’ : natuurlijk niet, dat is kapitaalvernietiging. Door iets toe te voegen, hoe klein ook, wordt het origineel waardeloos. Als gehoorzaamheid aan de wet deel gaat uitmaken van de manier waarop we gered worden, dan is dat enige manier waarop we gered worden, dat we verplicht de gehele wet nakomen : en dat is onmogelijk! Wie probeert door God als rechtvaardige te worden aangenomen door de wet na te leven, is los van God! Dan kan je ook nooit zeker zijn van je redding, die verspil je zodra je de wet niet naleeft.

Want door de Geest hopen en verwachten wij dat we op grond van geloof als rechtvaardigen worden aangenomen.

Hier stuiten we op een groot probleem, wat ook al in het kindermoment is benoemd. In het Nederlands is hopen een niet zeker weten, afwachten maar. In het Grieks van de Bijbel is hopen een absolute zekerheid, een verwachten. Wij verwachten de erfenis, nog even wachten, dan komt het, zeker weten, want we zijn nu al erfgenaam. Daar doen we niets voor, we hopen slechts, totdat we verheerlijkt zullen delen in het kindschap en de erfenis. We zien er naar uit, vol verwachting klopt ons hart.

Deze christelijke hoop maakt het christendom uniek : niemand anders kan zo de toekomst tegemoet zien. Christenen, aangenomen kinderen van God, erfgenamen van God : ze vertrouwen, hopen op, weten zeker wat komen gaat : het beste moet nog komen! Daarmee is het nu al realiteit, ze weten zich nu al net zo geliefd door God, als straks op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Ze leven vol spanning, verwachtingsvol, in de gloria, zoals dat moment voor dat de beker wordt uitgereikt.

Paulus vervolgt radicaal in vers 6 : in Christus Jezus is het volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is. Het is totaal onbelangrijk of wel of niet onze religieuze plichten vervullen, wel of niet voorbeeldig leven, het heeft geen enkel nut. Morele inspanningen en fouten doen er niet toe! Religie of gebrek er aan, wel/niet houden van wetten, het heeft totaal geen invloed om een relatie met God te krijgen. Wat wij doen voegt niets toe, doet niets af aan onze rechtvaardigheid en onze verhouding tot God. Noch ons goede gedrag, noch ons slechte gedrag heeft invloed op Gods liefde voor u, jou en mij. Iedereen is net zo verloren én net zo hard aan redding toe. Het enige wat voor God echt telt : dat je geloof in Jezus’ dood en opstanding en de daaruit voortvloeiende liefde kent, die het geloof zijn kracht verleent,

Alleen door Christus kan je werkelijk je vijanden liefhebben, het beste voor iedereen zoeken zonder bijbedoelingen.

Want stel : iemand zou jou vragen met hem/haar te trouwen. Later ontdek je : het ging niet om jou als persoon, maar om erfenis. Je hebt dan het gevoel gebruikt te zijn om wat je hebt en absoluut niet geliefd om wie je bent. We weten allemaal : we voelen ons niet geliefd door iemand als die liefde niet gericht is op wie we zijn, maar op wat we hebben of kunnen geven. Toen we nog dachten dat onze goede werken ons konden redden, dienden we God om wat we van Hem konden krijgen, we gebruikten Hem : we wilden niet naar de hel, maar naar de hemel. Maar als de hoop van het Evangelie binnenkomt, wij Gods genade en liefde zien : dan gaan we van God houden om wie Hij is.

Het Evangelie betekent : Christus is niet voor ons gestorven en houdt niet van ons om wat we Hem geven. Jezus had niets aan ons, wij waren er zelfs niet eens bij 2000 jaar geleden. Hij heeft nog steeds niets aan ons, wat kunnen wij Hem aanbieden?

Het Evangelie betekent : wij zijn in onszelf geliefd. Hoe meer we het Evangelie gaan begrijpen, hoe meer we zelf ook reageren op die liefdevolle manier. God niet dienen om wat Hij ons geeft, bang dat we anders iets mislopen, want alles is al volbracht. Maar God dienen om wie Hij is en om wat Hij voor ons gedaan heeft : eindelijk kan je God liefhebben om wie Hij is. En we kunnen anderen ook gaan dienen, niet om wat zij ons geven, maar om wie ze in zichzelf zijn.

Hoe meer we vers 5 gaan geloven – hopen en verwachten dat we op grond van geloof als rechtvaardigen worden aangenomen, hoe meer we gaan leven uit vers 6 – geloven en de liefde kennen, die het geloof zijn kracht verleent. Hoe meer we ons verheugen over onze redding uit genade en niet door werken, hoe meer we door liefde en dankbaarheid gemotiveerd worden om het goede te zoeken en te doen, enkel en alleen omdat goed doen prachtig is, God het waard is, we andere mensen liefhebben. Als we onze vaste hoop voor ogen houden, daaruit leven, dan zal ons hart van liefde overstromen.

De vrijheid van het Evangelie is een vrijheid van geweten, vrij van schuldgevoel van mijn onvolmaakte gedrag. De vrijheid van Evangelie is een vrijheid van motivatie, vrij van de oude drijfveer om te presteren, verdienen. Oude patronen, slavernij, inspanningen, het is niet meer nodig als manier om zelf mijn rechtvaardigheid te verdienen of mijzelf van mijn eigenwaarde te overtuigen.

Omdat u kinderen bent heeft God de Geest van zijn Zoon uitgezonden in uw harten. Nu bent u geen slaaf meer, maar zoon; en als u zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus.

Vervolg kindermoment

Hopen betekent? Echt zeker weten, vol verwachting uitkijken, vol verwachting klopt ons hart.

In het filmpje zagen we hoe de beker al is overhandigd, ze wisten al dat ze kampioen waren, nog heel even wachten, want het echt feest begint als de beker in ontvangst wordt genomen door het team.

Zo is het Avondmaal een maaltijd van hoop, van zeker weten. We zijn geliefd kind van God, dat hopen we, weten we zeker : de nieuwe hemel en nieuwe aarde komt, we zullen voor altijd bij God zijn.

Bij het Avondmaal beseffen we: nog even wachten, maar zo zeker als dit brood en wijn is, zo zeker zijn we kind van God. Nog even geduld…we hoeven er niets meer voor te doen, alleen hoopvol uitkijken. Als brood en wijn wordt uitgedeeld, ontvangen, vol spanning uitkijken naar wat nog gaat gebeuren. Zoals de speelsters zich al een voorstelling kunnen maken van het kampioensfeest met de beker, zo kan je met het Avondmaal er al een voorstelling van maken van het feest met God.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384


Hoop jij wel eens op iets?

Weet je dan ook zeker dat het zo zal gaan?

Ons ‘hopen’ is geen zeker weten, maar ‘misschien’, ‘afwachten maar’…

Bijbel ‘hopen’ is absoluut zeker weten, alleen nog even wachten, dan zal het gebeuren! Je ziet er naar uit alsof je het al hebt, dat is hopen in de Bijbel. Vol verwachting klopt ons hart…

We zullen zondagmorgen ontdekken wat dit filmpje van de prijsuitreiking bij het EK in 2017 ons leert over Bijbels hopen en hoe het Avondmaal een maaltijd van de hoop is. We lezen Galaten 5:1-12, over bevrijd zijn en bevrijd leven…

Welkom zondagmorgen in de kerkdienst die om 9.30u begint. Voor de kinderen van groep 1-8 is er kinderkerk, voor de allerkleinsten is er crèche in Ons Centrum. De collecte is voor het diaconale project ‘Versterk de kerk in Pakistan’, (onze) kerk in actie!

p.s.

Na de morgendienst wordt er een hand-out uitgedeeld die deels al een tipje van de sluier oplicht wat betreft de avonddienst. Het begrip ‘vlees/eigen begeerten’ en ‘over-verlangen’ leg ik al kort uit. Maar de ‘werken van het vlees’ en de ‘vrucht van de Geest’ worden er ook op uitgelegd, maar die bespreek ik niet in de preek. In de preek zal ik slechts verwijzen naar de hand-out.

De hand-out is ook hier te lezen.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 117468 AA Enter
0547-381384


Waar verlangen jij heel erg naar? Wat zou jou echt gelukkig maken? Wat zou jou echt geliefd doen voelen?

We lezen zondagavond Galaten 5, waar gaat het over de levenslange strijd die in elke christen gaande is. De strijd tussen Gods Geest en het vlees/de zondige natuur/de eigen geest/de eigen begeerten. We laten ons óf leiden door de Gods Geest óf we zijn gericht op onze eigen begeerten/eigen geest/zondige natuur, de begeerten van het vlees.

Het vlees of de eigen begeerten is dat deel van ons leven dat ons naar de zonde toetrekt. Het is het tegenovergestelde van dat deel van ons dat naar God verlangt. Het is ons zondige hart, dat aspect van ons hart, dat nog niet is vernieuwd door Gods Geest. Dat is in strijd met, staat tegenover Gods Geest in ons. De strijd is dus niet buiten ons, maar in ons.

De Geest is het vernieuwde christelijke hart, nieuw gemaakt door de Geest. Het vlees, de begeerten is wat nog over is van voor we de Geest in ons ontvingen en toelieten. Onze begeerten is de mens zonder strijd met/tegenwerking van de Geest. Maar door de Geest van Christus, uitgestort in ons hart, is er een vernieuwingsproces begonnen, met strijd/tegenwerking. Door dit vernieuwingsproces is er een nieuwe natuur in ons ontstaan.

Begeerten kan je uitleggen als over-verlangen/over-begeren. Een abnormaal sterk verlangen, een allesoverheersende aandrang en begeerte. Want het belangrijkste probleem van ons hart is niet het verlangen naar verkeerde dingen. Het belangrijkste probleem is het veel te sterk verlangen naar goede dingen. Dat wordt een afgod door over-verlangen, letterlijk ‘te veel van het goede’. Het zondige over-verlangen wordt onze tweede natuur, gaat over ons heersen. In elk christen is er een strijd gaande, staan twee partijen tegenover elkaar. Want er is ook nog de vrucht van de Geest…die geleidelijk, maar onvermijdelijk groeit. Die zo sterk is, zo sterk als een plant die door het asfalt heen breekt…

Welkom zondagavond in de kerkdienst die om 19.00u begint. De collecte is voor het diaconale project ‘Versterk de kerk in Pakistan’, (onze) kerk in actie!

p.s.

Voor de avonddienst wordt er een hand-out uitgedeeld die deels al een tipje van de sluier oplicht wat betreft de avonddienst. Het begrip ‘vlees/eigen begeerten’ en ‘over-verlangen’ leg ik al kort uit. Maar de ‘werken van het vlees’ en de ‘vrucht van de Geest’ worden er ook op uitgelegd, maar die bespreek ik niet in de preek. In de preek zal ik slechts verwijzen naar de hand-out.
De hand-out is ook hier te lezen.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384

Je zult maar belijdenis hebben gedaan : kind van God, erfgenaam, … (we stonden in de belijdenisdienst stil bij de Galaten 4:1-7) Of bij de doop van je kind grote dingen hebben beloofd… Of uitzien naar het Avondmaal volgende week. Vol vuur gelovend, van harte liefhebbend, vol vertrouwen hopend : JA!

Zo was het de Galaten ook vergaan, maar toch schrijft Paulus : Hoe is het dan toch mogelijk dat u die God hebt leren kennen, meer nog, door God gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u daaraan als slaven onderwerpen wilt?

Veel christenen in Galatië hadden vroeger de afgoden in de afgodentempels gediend, zondig geleefd. Paulus waarschuwt : keer niet terug naar die vorm van heidense afgodendienst! Want nu kennen jullie God : nu moeten jullie christelijk leven: gewoon netjes leven, wetten houden… Toch?! NEE!!!

Gal.3:26-27 : want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.

Gal.4:4-7 : Maar toen de tijd gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat wij zijn kinderen zouden worden. En omdat u zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die ‘Abba, Vader’ roept. U bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van God en als zijn kinderen bent u erfgenamen, door de wil van God.

Gal.4:9 : Hoe is het dan toch mogelijk dat u die God hebt leren kennen, meer nog, door God gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u daaraan als slaven onderwerpen wilt?

De hele Galatenbrief is een waarschuwing tegen wetticisme, het gevaar van terugkeren naar een leven gebaseerd op zwakke en arme grondbeginselen, om die te dienen. Waarbij het gevoel ook wettisch kan zijn, de groepsdruk… Pas op, trap niet in die gevaarlijke valkuil.

Het gaat hier echter niet om terugkeer naar heidendom, maar naar rechtvaardiging uit wet en werken. In Gal. 2:14-16 lazen we eerder hoe Paulus tegen Petrus zei : ‘Jij bent een Jood, maar je leeft als een heiden en houdt je niet aan de Joodse gebruiken; hoe kun je dan opeens heidenen dwingen als Joden te leven?’ Hoewel wij Joden van geboorte zijn en geen zondaars uit andere volken, weten we dat niemand als rechtvaardige wordt aangenomen door de wet na te leven, maar door het geloof in Jezus Christus. Ook wij zijn tot geloof in Christus Jezus gekomen om daardoor, en niet door de wet, rechtvaardig te worden, want niemand wordt rechtvaardig door de wet na te leven.

Jullie zijn toch in Christus Jezus gaan geloven, wat als daad van gerechtigheid is toegerekend?

Zodra je switcht naar een ander evangelie dat geen Evangelie is ontstaat er verwarring, door verdraaiing van feiten wordt je weer slaaf. Je bent bezig je eigen redding te verdienen door Bijbelse richtlijnen en religieuze voorschriften te houden : slavendienst. Deze vrome/godsdienstige slavendienst is net zo erg als heidense/zondige slavendienst : je bent vervloekt. Als je niet voor de wet bent gestorven, moet je die namelijk helemaal perfect houden en dat is onmogelijk : dan ben je vervloekt. Als je niet perfect bent, faalt, zondigt, dan vervloek je jezelf om je falen, vervloeken anderen jou vanwege je falen : dat gebeurt bijvoorbeeld bij de voetbal als iemand een 100% kans mist in een belangrijke wedstrijd.

Als vervloekte slaven zijn we onderworpen aan de grondbeginselen van de wereld, zwak en armzalig. We geven aandacht aan dingen/personen om voldoening te ervaren. Daarbij kan alles een afgod worden, dingen die van nature geen goden zijn : seks, bevestiging door anderen, … Dingen/personen die onze redder en god worden, ons gelukkig moeten maken. Maar als iets anders dan Jezus een voorwaarde is voor ons gevoel van geluk of eigenwaarde, dan wordt dat andere onze heer en worden wij diens slaaf. Zonder Evangelie, zonder Jezus, zijn we allemaal slaven, onderworpen aan de afgoden, vervloekt. Als jongste zoon, losbandig levend, ver weg van het vaderhuis of als oudste zoon, thuis, voorbeeldig levend (Lukas 15). Beiden wezen de vader af, er was geen relatie, ze hadden geen kennis aan hun vader, ze waren vervreemd van het vaderhart. Maar het Evangelie zegt : ik ben met Christus gekruisigd, niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.

Voor de heidenen was het makkelijk : bekeren is radicaal breken met de zondige levensstijl, te zien aan de zichtbare buitenkant. Voor christenen dreigt het gevaar van schijnheiligheid omdat het moeilijker te herkennen is, door de onzichtbare binnenkant. Daarom vreest Paulus voor de Galaten,

want God ziet het hart aan. Ze willen voorbeeldig leven als kind, maar ook dan kan je in je hart slaaf zijn, afgoden dienen. En dat is nog erger dan zondig leven : je hebt het zelf niet door én geeft anderen onterecht idee dat het zo hoort.

Daarom…nu u die God hebt leren kennen, meer nog, door God gekend bent : dan heb je de ideale relatie met de Vader. Belangrijker dan dat jij God kent is dat God jou kent, van voor grondlegging der wereld. Christen ben je niet, omdat jij God kent, maar vanwege het feit dat God jou kent. Kennen is een persoonlijke relatie hebben, je kind/zoon van God weten. Niet wij hebben Hem, maar Hij heeft ons uitgekozen.

Door zijn Zoon te zenden, door zijn dood en opstanding ons tot kinderen aan te nemen, door zijn Geest te zenden en in onze harten uit te storten, waardoor we roepen : Abba, Vader! Onze liefde naar God, God kennen, is van veel dingen afhankelijk : ons gevoel, omstandigheden. De jongste en oudste zoon waren de liefde voor hun vader kwijt geraakt, maar de vader is altijd van ze blijven houden. Gods liefde voor ons is een feit, onwankelbaar, los van onze gevoelens en onze omstandigheden. Als we daar aan gaan twijfelen, gaan we afgoden maken, anderen ongenadig de maat nemen. Maar dat is niet nodig : u bent geen slaaf meer, maar zoon. En als u zoon bent, en dat bent u, dan bent u ook erfgenaam van God, door Christus. Het fundament van onze geloofszekerheid is niet in hoeverre ons hart gericht is op God, maar hoe God ons kent, kennis aan ons heeft, liefheeft. En als we met Christus zijn omkleed, ziet God de Vader niet meer ons leven, maar door ons geloof Christus die in ons leeft.

Dan haalt Paulus Hagar en Sara er bij, in de discussie of je echt kind van Abraham bent als je je niet houdt aan de hele wet van Mozes, voor die mensen die onder de wet willen zijn, die vertrouwen op de wet om daarmee invloed te hebben op hoe God over jou denkt. Er zijn namelijk twee manieren om tot het gezin van Abraham te behoren : goed en verkeerd.

De dwaalleraars zeiden : Het is goed dat jullie in Christus geloven, maar je moet wel gehoorzaam zijn aan de hele wet voordat je echt als kinderen van Abraham meetelt.

Paulus zegt : Zodra jullie in Christus gingen geloven, werden jullie kinderen van Abraham, erfgenamen van al Gods beloften. En zodra je begint te denken dat je gehoorzaam moet zijn aan de hele wet, zijn jullie helemaal geen kinderen meer van Abraham.

Kind van de wet, slaaf óf kind van de belofte, vrij.

God beloofde Abraham een zoon, erfgenaam. Abraham en Sara waren 75 jaar en oud en onvruchtbaar, de vervulling van de belofte zou dus via een wonder van God moeten. Maar Abraham en Sara overleggen, ze zijn al 10 jaar kinderloos na de belofte van God. Abraham gaat met de jonge en vruchtbare slavin Hagar ‘werken’ : Ismael wordt geboren. 14 jaar later : zoon Izak wordt geboren bij de oude en onvruchtbare vrouw Sara, het wonder zoals God beloofd had.

De zoon van de slavin dankte zijn geboorte aan de loop van de natuur, maar die van de vrijgeboren vrouw aan de belofte. (Gal.4: 23) Abraham wist Gods belofte, maar besloot om niet op Gods bovennatuurlijk ingrijpen te wachten. Abraham besloot door menselijk ingrijpen te regelen wat God beloofde. Door werken, slim nadenken, goed zijn best te doen, op natuurlijke wijze de vervulling van Gods belofte te realiseren, door te doen waartoe hij in staat was samen met Hagar.

Paulus gaat de provocerende vergelijking aan om hoofdstuk 3 en 4 duidelijk te maken. Het Sinaï-verbond van de wet, het huidige Jeruzalem, Hagar en de kinderen die leven in slavernij : iedereen die van de wet zowel een middel maakt om met God verzoend te worden als belangrijkste richtlijn voor het leven. Door met Hagar naar bed te gaan, koos Abraham ervoor om op eigen vermogens te vertrouwen. Abraham koos de weg van ‘werken’ om de ‘zoon van de belofte’ te krijgen. Hij handelde in geloof, maar het geloof dat hij had, was in zichzelf, natuurlijk, als zijn eigen ‘redder’. Er kwam alleen maar ellende van : ruzie tussen Sara en Hagar, Izak en Ismael. Abrahams poging om zichzelf te verlossen mislukte. Abraham vertrouwde niet op Gods genade in de vorm van een bovennatuurlijk ingrijpen in de geschiedenis, maar op zijn eigen vermogens. Als wij niet meer helemaal op God rekenen, maar ook onszelf willen redden, dan heeft dat ellende tot gevolg in geestelijk, psychologisch en relationeel opzicht.

Paulus gebruikt een allegorie. Hij pakt een fragment uit het verhaal, om te gebruiken ter verduidelijking, zonder verder te kijken naar het verhaal in de eigen context. Zo wordt de onschuldige slachtoffer Hager de bad girl, terwijl ongelovige Sara de good girl wordt. Gelukkig dat Paulus zegt : het is een beeld, symbolische illustratie van de genade en werken. Daarom dat Jesaja-citaat, gericht tegen de Joodse ballingen in Babylon, die dachten dat ze een uitstervend clubje waren, nooit meer terug zouden keren en er nooit meer een Israel zou zijn. Tegen die hulpeloze en zwakke mislukkelingen, de ballingschap was straf, zei Go.

Gal. 4:27 ‘Wees verheugd, onvruchtbare vrouw, jij die niet baart. Jubel en juich, jij die geen weeën kent. Want zij die zonder man is, heeft meer kinderen dan zij die met een man is.’

Jes. 54:1 Jubel, onvruchtbare vrouw, jij die nooit een kind hebt gebaard; breek uit in gejuich en gejubel, jij die geen weeën hebt gekend. Want – zegt de HEER –, de kinderen van deze verstoten vrouw zullen talrijker zijn dan die van de gehuwde.

God kiest niet de jonge en beeldschone vrouw Hagar, maar de oude en onvruchtbare vrouw Sara. God kiest voor het onmogelijke, ongelofelijke, bovennatuurlijke. Zoals eeuwen later Gods plan ook door de onmogelijkheid heen ging : Jezus werd geboren bij de maagd Maria. De Galaten zijn als een onvruchtbare vrouw, ten dode opgeschreven als het via goede werken moet. Ook niet gelukkig te maken met eigen wijsheid en goede werken, via sluiproute Hagar, werken. Alleen genade, ingrijpen van God, het kind van belofte, maakte Abraham en Sara werkelijk gelukkig.

Wij allen zijn kinderen van God door het geloof in Christus Jezus.

Wij christenen zijn kinderen van de belofte, niet van slavernij en werken. Niet goed je best doen, je opleiding, inkomen, huis, … Als het Evangelie waar is, dan maakt het niet uit wie je bent en wie je was. Anderen vinden je een sukkel, loser, misschien wordt je wel gepest zoals Sara door Hagar, maar voor God maakt het niets uit : jij zult vrucht dragen. Genade is niet slechts voor vruchtbare Hagars, maar voor onvruchtbare Sara’s. Als er een toekomst is voor Sara, dan is er een toekomst voor iedereen. Juist voor mensen die weten dat ze niet perfect zijn. Mensen die zichzelf perfect vinden, denken dat ze het zelf wel kunnen redden, zonder God. Zoals die oudste zoon, goed en religieus mens, uiteindelijk degene is die nog in slavernij leeft.

Oudste broers en zussen, dwaalleraars, religieuzen, nemen jongste broers en zussen ongenadig de maat, vervolgen die naar de Geest geboren zijn, zoals Ismael het gelukkige leven van Izak onmogelijk maakte. Omdat het Evangelie voor wie religieus is, vaak meer een bedreiging vormt dan voor wie niet religieus is. Religieuze niet-christenen (iedereen is religieus) vinden het vaak prima dat en wat je gelooft, als je hun maar met rust laat. Religieuze christenen zijn prikkelbaar en gespannen als het over hun verhouding met God gaat. Vanuit hun onzekerheid staan ze vijandig tegenover het Evangelie dat stelt dat zelfs hun beste daden volstrekt nutteloos zijn tegenover God. Ze weten : met werken kunnen we niets verdienen, toch focussen ze op houden van geboden en regeltjes. Ze weten : het gaat om leven uit genade, maar ze zijn hatelijk/onverschillig als je echt uit genade leeft. Manier waarop we kunnen weten dat we gevoel van eigenwaarde ontlenen aan rechtvaardiging door Christus : niet vijandig en haatdragend zijn naar mensen die anders zijn dan wij, maar liefdevol. Manier waarop we kunnen weten dat we gevoel van eigenwaarde ontlenen aan rechtvaardiging door goede werken : anderen vervolgen, minachten, roddelen, geen leven uit dankbaarheid. Ismael lachte Izak uit, Jezus werd door religieuze leiders gehaat, door zijn eigen volk veroordeeld. Paulus zelf was zo, briesend van dreiging en moord, de gemeente van God vervolgde en verwoestte.

In Galatië was geen fysieke vervolging, maar wel levensgevaarlijke dreiging : dwaalleraars die op de wet vertrouwen en daarmee de vrijheid van het Evangelie ondermijnen, de vrije weer tot slaaf maken. Vervolging komt niet altijd vanuit de wereld, van buitenaf, duidelijk zichtbaar, maar ook van de kant van halfbroers en halfzussen die in naam ook kerk heten, kerk als moeder hebben, maar de relatie met God de Vader nog niet kennen, nog slaaf zijn van de wet in plaats van kind van God, zoon, erfgenaam. Paulus zegt : jaag de slavin en haar zoon weg. Doe alles weg wat zegt dat je het niet waard bent of dat je prima zonder Christus kunt leven. Geloof het Evangelie : wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrije. Wij leven niet vanwege goede werken, maar vanwege de belofte. Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven.

Wij zijn door God gekend, geliefd, vrijgekocht , aangenomen als kinderen, zonen.

En omdat u zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die ‘Abba, Vader’ roept. U bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van God en als zijn kinderen bent u erfgenamen, door de wil van God.

Laten we dagelijks beseffen : ik ben door God gekend, geliefd, in vrijheid gezet. Daarom telkens opnieuw het feest vieren van onze bevrijding!

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 

Stel: jij hebt een persoonlijke slaaf die alles voor je moet doen, hoe zou je dat vinden?

Maar stel : die slaaf heeft ook de opdracht van je vader om je op te voeden, dus zegt ook wat je wel/niet mag doen, gaat mee naar school, sporten, spelen en feestjes. En bij thuiskomst vertelt hij alles aan je vader…hoe zou je dat vinden? Meer hierover in de preek.

Dominee, het lijkt wel alsof we niets meer hoeven te doen, alsof de wet overbodig is, u leest die de laatste ook niet meer, alsof het vrijheid en blijheid is, één groot feest… en God houdt van iedereen.

Daar lijkt het inderdaad op… Paulus benadrukt keer op keer in zijn brief aan Galaten : redding uit genade, vrij van de wet, gestorven voor de wet, alleen door Jezus bevrijd, niets geen eigengerechtigheid, geen ruimte voor werken der wet.

Op Pinkstermorgen lazen we Gal. 2:19-20 :

Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven.

Als we vrij zijn van de wet betekent dat dan dat we de wet van God niet meer hoeven te gehoorzamen? Als mijn redding altijd alleen maar afhangt van het geloof in het volbrachte werk van Christus, waarom zou ik me dan nog inspannen om heilig te leven? Waarom lezen we in de christelijke gemeente nog de 10 geboden en andere vermanende Bijbelgedeelten?

Alle praktische vragen in het leven gaan ten diepste over : wat moet je als christen met Gods wet?

Voor wie helemaal niets heeft met spanning belofte – wet, lees bij wet dan eens gevoel/bevestiging van God. Je gevoel/ikke, kan ook een wet zijn/worden, in spanning staan met Gods belofte, Bijbel…

We lezen Galaten 3 (NBV)                   

Zo zou hij/zij het hebben gewild…

Hoe vaak wordt dit wel niet gezegd na een overlijden, bij het regelen van de begrafenis, de rouwdienst, verdelen van bezittingen. Soms is het ook lastig, heftig, omdat we soms ook verschillen in hoe de overledene er over dacht… Heerlijk als het dan gewoon zwart op wit staat, geen discussie meer mogelijk… Tijdens pastoraat zeg ik het ook tegen ouderen : schrijf alles op zoals u het wilt! Maar wanneer ben je oud genoeg hiervoor? Niet iedereen wordt 80 jaar, ook als jongere kan je al een testament opmaken…

Dat had God misschien ook gedacht : ik laat het kort en krachtig opschrijven : 10 regels, geen discussie meer mogelijk. De samenvatting van is Jezus nog korter en krachtiger : heb je naaste lief als jezelf en God boven alles. Geen discussie meer mogelijk… God had beter kunnen weten, wist ook beter…

Tieners, jongeren, de meeste van jullie zijn nog niet bezig met het opstellen van een testament. Een testament beschrijft wat er moet gebeuren na het overlijden van een persoon.

vs. 15 : ik geef u het voorbeeld van een rechtsgeldig testament, een testament dat door een mens bekrachtigd is. Niemand kan zo’n testament ongeldig verklaren of er iets aan toevoegen.

Een testament, menselijke overeenkomst, is bindend, niet of nauwelijks nog ongedaan te krijgen. Niemand kan zo’n testament aan de kant schuiven of iets aan toevoegen, het staat zwart op wit. Een testament, juridisch contract, eenmaal wettig opgesteld, is voor altijd geldig, ongeacht eventuele veranderingen in omstandigheden. In veel gevallen gelukkig maar, soms ook minder fijn. Als iemand aan een arme dochter meer nalaat dan rijke dochter, dan moet dat zo, ook als die rijke dochter ineens arm wordt… Een testament blijft geldig, ondanks veranderende omstandigheden.

Zo ook met Gods beloften.

Sommigen denken : de wet van Mozes is 430 jaar na Gods belofte aan Abraham gegeven, dan zal daardoor de situatie wel veranderd zijn. Nu is niet meer de belofte aan Abraham, maar de wet van Mozes bepalend voor de zegen.

vs. 17 : de wet, die vierhonderddertig jaar na de belofte werd gegeven, maakt het testament dat door God bekrachtigd is niet ongeldig. De wet kan de belofte nooit ontkrachten.

Nee, de wet maakt het verbond/testament met Abraham dat door God rechtsgeldig gemaakt is/bekrachtigd is, niet ongeldig, ook niet in 2019 in Enter. De wet van Mozes kan van Gods belofte aan Abraham niet iets anders maken dan wat het is : belofte. Beloofd = beloofd! Hoe zou de komst van de wet van Mozes het karakter van Gods belofte aan Abraham kunnen veranderen? Namelijk, hoe zou de wet van Mozes nog iets kunnen veranderen aan die bovennatuurlijke ingreep waardoor Abraham werd gezegend met een kind? Als de wet van  Mozes gekomen was om redding te brengen, dan zou dat betekenen dat God van gedachten veranderd was. Zou betekenen dat God besloten had dat we geen Verlosser nodig hadden, dat Hij zijn zegen zou schenken op grond van daden, niet op grond van belofte. En of Abraham dan nog een kind met Sara zou hebben gekregen…op grond van hun daden…

Als de wet deze functie had gehad, dan zou dat geen toevoeging zijn aan belofte, maar zou daarmee de belofte zijn ontkracht.

vs. 18 Immers, als de erfenis afhankelijk van de wet zou zijn, zou ze niet afhankelijk zijn van de belofte, maar het is nu juist door zijn belofte dat God zijn genade aan Abraham heeft geschonken.

Als Gods erfenis afhankelijk van de wet zou zijn, zou ze niet meer afhankelijk van Gods belofte zijn. De begrippen belofte en wet sluiten elkaar over en weer per definitie uit. Als ik je iets geef omdat ik het beloofd heb, dan doe ik dat niet omdat jij iets gedaan hebt. Als ik je iets geef omdat je iets gedaan hebt, dan is dat niet omdat ik het heb beloofd. Je ontvangt iets uit genade, als kado, of op grond van je werken, als verdienste. Van je ouders/kinderen/vrienden krijg je heel veel, zonder voor te betalen: liefde, belofte om voor je te zorgen! => Vaderdag Van je werkgever krijg je geld, niet omdat hij van je houdt, maar omdat je dat verdiend hebt. Het hangt of af van de belofte van de gever of van het gedrag van de ontvanger. Om de belofte ook daadwerkelijk uit te laten komen, hoeft ze alleen maar geloofd te worden. Maar het resultaat van de wet hangt af van of je er aan gehoorzaamt. Stel, een oom geeft je 10 miljoen, je moet er naar toe gaan en ophalen : kwestie van wel of niet geloven. Die oom geeft je 10 miljoen, maar je moet bij hem wonen en voor hem zorgen : kwestie van aan eis en voorwaarde voldoen. Belofte-geschenk hoef je alleen maar te geloven om te ontvangen, wet-beloning moet gehoorzaamd worden om te ontvangen. Onmogelijk dat God aan zijn belofte de eis van gehoorzaamheid toevoegt. God is betrouwbaar, hoe en waarom zou de wet dan de belofte ooit kunnen ontkrachten? Daarom moet de wet van Mozes dus wel met ander doel zijn gegeven.

Maar wat heeft dit te maken met Galaten en met ons? Wij zijn toch geen onderdeel van volk Israël, wat hebben wij te maken met Abraham en Mozes? Met Pinksteren lazen we vs. 7 U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. Paulus corrigeert het volgende misverstand : God had beloofd zijn volk te zegenen, maar die zegen ontving je alleen door je aan wet te houden. Christenen in Galatië waren zo dwaas om weer op eigen kracht te vertrouwen, niet langer op de Geest. Paulus : het aanbod dat begint met genade, de belofte die niets kost, moet ook daarna onder dezelfde voorwaarden blijven gelden, anders is het geen belofte meer. Zodra het afhankelijk gemaakt wordt van werken, vertrouwen op jezelf, is het geen geschenk meer van Ander dat niets kost. Bij veel christenen gaat  zo : het geloof begint door geloof in Jezus Christus, het vertrouwen op Gods belofte dat Christus onze vloek op zich heeft genomen en ons zijn zegen heeft gegeven. Maar als we verdergaan is het verleidelijk en gemakkelijk om op eigen kracht verder te gaan, verstand verliezen. Vertrouwen op eigen inspanning om ons het gevoel te geven dat God ons wel wil aanvaarden. Als we dat doen, worden we onzeker, deze manier van leven neemt alle zekerheid weg. Paulus wil dat de Galaten weer naar het kruis kijken, losraken uit betovering. Wat de reden ook is dat God zijn volk geboden geeft, in elk geval niet om zich voor Hem aanvaardbaar te maken. De belofte gaat vooraf aan de wet, niet samen of wet boven belofte om zegen te ontvangen. Jood en christen : vertrouw op Gods belofte! Zo klinkt Gods belofte uit liefde ook al bij de doop, voordat jij iets kunt doen, daarop mag/moet je vertrouwen.

Eindelijk, pas in vs. 19 schrijft Paulus waar het in de wet om gaat.

Waarom dan toch de wet? De wet is later ingevoerd om ons bewust te maken van de zonde

De wet is niet gekomen om ons iets te leren over verlossing, maar over zonde. Dat roddelen, kwaad denken over anderen, stoken in andere relaties, God niet eren : zonde is, menselijke neiging om dingen kapot te maken. Niet ‘ach, het valt wel mee’, nee, voor God is dat zonde, zo niet bedoeld, niet volgens zijn plan… Het voornaamste doel van de wet is ons te laten zien wat er mis is met ons, wetsovertreders i.p.v. goede mensen op wie God maar heel zuinig moet zijn… De wet bewijst dat we zelf niet de oplossing kunnen zijn voor het probleem van gebrokenheid op aarde, omdat we niet in staat zijn om ons volkomen aan wet te houden. God heeft de wet nooit bedoeld om ‘leven te brengen’, anders zouden we door de wet wel rechtvaardig kunnen worden. De wet laat ons niet zien dat we tekortschieten in het doen van Gods wil, en we daarom er niet een tandje bij moeten doen, maar dat we volkomen in de macht zijn van de zonde en daaruit gered moeten worden. De wet heeft kracht om ons te laten zien dat we niet rechtvaardig zijn. Maar de wet kan ons niet kracht geven om rechtvaardig te worden. Gerechtigheid kan niet voortkomen uit de wet. Ironie: we zien belangrijkste punt van de wet over het hoofd als we denken dat we door de wet rechtvaardig kunnen worden, want die wet laat juist zien dat dit kansloos is. Samenvattend: de wet laat ons zien wat zonde is ‘zodat de belofte kon worden gegeven op grond van geloof in Jezus Christus, aan wie op Hem vertrouwen’.

Doel van de wet is ons leren inzien dat we verlossing door genade nodig hebben. De wet staat dus niet haaks op de belofte van verlossing door genade door Christus, maar onderstreept die juist, door ons te wijzen op de noodzaak ervan.

Paulus gebruikt twee metaforen om de manier waarop de wet werkt in leven van christen te typeren: wet als opvoeder/ toezichthouder, zoals die slaaf die opdracht heeft van je vader om je op te voeden, dus ook wat je wel/niet mag, meegaat naar school, sport, uitgaan en feestjes, bij thuiskomst alles vertelt aan je vader… Je vrijheid wordt ingeperkt, de verhouding met de slaaf is niet intiem/persoonlijk, maar gebaseerd op beloning en straf, je wordt als klein kind behandelt. Die opvoeder/slaaf had een doel, namelijk je bewaren voor grote fouten, maar het was ook irritant, je was niet vrij. Slaaf tikte je telkens op de vinger: dat mag niet van je vader. De slaaf moet jou laten leren leven volgens de wil van je vader. Je ontdekt: ik kan niet zonder zonde leven, niet volgens ideaal van vader… Elke dag concludeert de slaaf: het is hem niet gelukt. De vader roept jou bij zich, wil je knuffel geven. Psalm 103 : Zoals een vader liefdevol zijn armen, slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen. God onze Vader, want wij zijn van Hem.

Drie dingen kunnen dan gebeuren:

1. Je loopt naar je vader en gelooft dat hij van je houdt ondanks je falen en probeert zo te leven dat je vader blij is, ziet dat je het probeert om hem blij te maken.

2. Je loopt weg, samen met slaaf ga je nog beter je best doen om vader te laten zien dat je wel het kan.

3. Je loopt weg, weg bij slaaf, weg bij vader, het lukt toch niet, het kan je allemaal niets meer schelen

“Heel lang wilde ik eerst een beter mens zijn en meer van de Bijbel weten voordat ik belijdenis zou doen. Nu weet ik dat het niet uitmaakt. Ik zie belijdenis nu niet meer als een soort ‘eindstation’ of ‘tussenstation’, maar juist als een beginstation”

Is het jouw verlangen om voorbij de geestelijke onvolwassenheid te groeien, op weg om God werkelijk te leren kennen.

Niet beter mens worden, meer van Bijbel weten, om Gods goedkeuring te verdienen. Dat zal nooit lukken, daarom hebben we iets anders nodig, voorbij de wet : Christus. Voor christen is de rol van de wet als bewaker en opvoeder over. Kunnen we dan de wet opzij schuiven? De wet was als toezichthouder/bewaker tot kinderen volwassen waren. Het nut van een slaaf was tijdelijk, beperkt. De bedoeling van jouw opvoeding door jouw ouders is niet dat je als volwassene alles over boord zet aan normen en waarden. Als het goed is, blijf je kind van je ouders, maar je bent nu volwassen, wordt niet langer gedwongen tot gehoorzaamheid zoals daarvoor, maar je weet wel hoe je nu kunt leven zoals je ouders denken dat het het beste voor je is en waarvan je zelf ook ontdekt hebt dat het zo het beste voor jou is.

De wet niet langer als systeem dat ons kan redden, beter maakt, het maakt ons niet meer bang of schuldig. Als we ontdekken en echt geloven dat we gered, bevrijd, gelukkig worden, omdat we in God geloven, dan stroomt ons hart over van dankbaarheid en verlangen om net als Jezus te worden.

Dat kunnen we niet, maar we kunnen wel op Hem gaan lijken, verschil maken, door geboden te gehoorzamen, gezindheid Christus eigen te maken. Eenmaal vanuit dankbaarheid wet naleven,

lukt het ons beter om wet te gehoorzamen, dan toen we nog dachten dat onze gehoorzaamheid ons moest redden. Gods goede geboden zijn onmogelijk om te gehoorzamen en beschuldigen ons tot zondaar! De belofte betekent dat  we kind van God zijn, vertrouw God als ideale Vader! Dan zijn Gods goede geboden : regels van dankbaarheid!

Dankt, dankt nu allen God!

Die God geeft ons vrede, vrolijk hart, redt uit genade, helper die bevrijdt.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384


Ben jij slaaf of vrije? Vertrouw jij op eigen inspanning, het natuurlijke, of vertrouw jij op Gods belofte, het bovennatuurlijke? Kind van Hagar of kind van Sara? Kind van de werken of kind van de belofte?

In een afrondend betoog over de functie van de wet in het leven van christenen haalt Paulus de slavin Hagar en de vrije vrouw Sara erbij. Beiden kregen ze een kind. De één na eigen inspanning, de ander na de belofte van God. De één op een natuurlijke wijze, de andere op een bovennatuurlijke wijze. Met de één liep het goed af, met de ander slecht.

We denken zondagavond met elkaar na over gelukkig leven door goede werken te doen of te vertrouwen op Gods belofte. We lezen met elkaar Galaten 4.

Iedereen is van harte welkom!

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384


Stel, jij hebt een persoonlijke slaaf die alles voor je moet doen, hoe zou je dat vinden?!

‘Zo zou hij/zij het hebben gewild…’ Hoe vaak wordt dit wel niet gezegd na een overlijden, bij het regelen van de begrafenis, de kerkdienst, het verdelen van de bezittingen. Het is dan fijn als de dingen zwart op wit staan, geen discussie meer mogelijk is.

Dat had God misschien ook wel gedacht: ik laat het kort en krachtig opschrijven, 10 regels, geen discussie meer mogelijk. De samenvatting van Jezus is nog korter en krachtiger : heb je naaste lief als jezelf en God boven alles. Geen discussie meer mogelijk…

God had beter kunnen weten, wist ook beter… Daarom legt Paulus aan de Galaten uit wat de functie van de wet van Mozes is in verhouding met de beloften aan Abraham. We willen kijken wat dit voor ons betekent, welke functie de wet voor ons heeft in het leven van alledag.

We lezen zondagmorgen Galaten 3.

Iedereen is van harte welkom! Voor de kinderen is er kinderkerk, voor de allerkleinsten crèche in de kelder van Ons Centrum.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 


Met Pinksteren vieren we dat wij als kerk van Christus worden vervuld. Om vast er op te vertrouwen dat wat God begonnen is, ook voltooid/vervuld zal worden… Tenminste, dat zeg ik wel, maar geloven we dat ook? Dat Pinksteren ook voor ons vandaag is, ook voor ons be-teken-is/be-doel-ing heeft? Of is het iets van toen, geschiedenis, eenmalig?

Moeten wij vandaag iets met Pinksteren, ja of nee?

En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.

Dag Pinksterfeest vervuld – allen bijeen – heel het huis vervuld – op ieder van hen – allen werden vervuld met de Heilige Geest.

Voor de joden in Jeruzalem was Pinksteren, 50 dagen na Pasen, een agrarisch feest. Dag waarop de boeren de eerste vruchten van het land, aan begin van oogst, aan God offeren. Vanuit dankbaarheid om wat er was én met het gebed voor wat nog zou komen, rest van oogst. Maar Pinksteren was niet slechts een agrarisch feest voor de joden, there is more. Het riep ook herinneringen aan vroeger wakker, hun gedachten vermenigvuldigen zich. Herinnerde hen aan de rode draad uit het grote verhaal van God met zijn volk Israël. Verhaal van Exodus, bevrijding uit slavernij en nieuwe begin in het beloofde land. Vervulling van de belofte aan Abraham gedaan, Gen.12:3 : en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Deze belofte werd vervuld…

Pasen, 50 dagen ervoor, was de herinnering aan het moment dat lammetjes werden geslacht en de Israëlieten werden gered van doodsengel die eerstgeboren doodden. Herinnering aan de bevrijdende vlucht uit slavernij in Egypte, door Rode Zee heen, Sinaï-woestijn in. 50 dagen later bij berg Sinaï ontving Mozes Gods goede geboden, leefregels voor ex-slavenvolk. Pinksteren ging daarmee niet alleen over de eerste vruchten van de oogst, begin van oogst. Pinksteren ging 50 dagen na Pasen ook over God die zijn bevrijde volk een nieuwe way of life geeft. Om daarmee zijn doel/bedoeling te realiseren, het voltooien van Gods goede werk op aarde… Het volk Israël was zichtbaar teken dat God vanuit hemel zich bemoeide met mensen op aarde. Hoe God zijn plan van liefde en trouw ont-vouwde onder de mensen. Israël als eersteling van oogst, als begin van grote oogst die nog zou volgen.

Daarom lees ik ook altijd die verzen uit Exodus 19:3-8 er bij.

Toen klom Mozes omhoog, naar God. De HEER riep tot hem vanaf de berg: Zo moet u tegen het huis van Jakob zeggen en de Israëlieten verkondigen: U hebt zelf gezien wat Ik met de Egyptenaren gedaan heb en hoe Ik u op arendsvleugels gedragen en u bij Mij gebracht heb. Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken. Mozes kwam terug en riep de oudsten van het volk, en hield hun al deze woorden voor, die de HEER hem geboden had. Toen antwoordde heel het volk gezamenlijk en zei: Alles wat de HEER gesproken heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden van het volk weer over aan de HEER.

Gods geboden zijn geen wetjes, maar verlangens, hebben be-teken-is, be-doel-ing. Laat zien wat God vanuit hemel voor ons op aarde wil, wat zijn verlangens zijn…

Zoals Mozes naar boven ging en God hem terug zond met de 10 geboden, die basis vormde voor wat God ging ont-vouwen in zijn wereld. Zo ging ook Jezus naar boven en zond Hij zijn Geest terug, de Geest van de beloften waarbij er niets in stenen werd geschreven, maar in ons hart, die basis vormde voor wat God ging ont-vouwen in zijn wereld.

Ik vind het geweldig om deze lijnen te zien in de Bijbel. Maar laat het niet alleen maar boeiende achtergrondinfo zijn vanuit het verleden. Maar laat het ons in beweging zetten, in vuur en vlam, laten we in de wind gaan staan…

Orkaan in praktijk ervaren is iets anders dan in theorie heel veel weten van het weer en schema’s, tabellen en kaartjes. Kunnen vertellen over hoe een orkaan ontstaat en hoe je die ervaart, is totaal anders dan een orkaan daadwerkelijk ervaren. Lezen en horen over de Geest is iets totaal anders

dan die ook daadwerkelijk ervaren.

Wat moeten wij vandaag met Pinksteren?

Dag Pinksterfeest vervuld – allen bijeen – heel het huis vervuld – op ieder van hen – allen werden vervuld met de Heilige Geest.

Eensgezind bijeen zijn : als je er niet was, had je echt wat gemist. De Geest wordt aan de gemeenschap gegeven, op ieder van hen, allen werden vervuld. Enthousiastelingen, jong, oud, onzeker, twijfelaars, allen werden vervuld met Heilige Geest… Niemand uitgezonderd, zoals allen heiligen zijn, zo ook allen vervuld met Heilige Geest. Geest komt vanuit hemel, bij God vandaan, wordt niet gerealiseerd door mensen…

Toen : verwarring, verwondering, verlegenheid.

Herkenbaar?

Als de Geest werkt dat je verward, verwonderd, verlegen bent? Uiterlijke kenmerken van vervulling met de Heilige Geest roept dat bij mij soms ook op. Spreken in tongen, genezingen, wonderen. Maar tegelijk, vrucht van Geest in Galaten 5:22 is heel alledaags…liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.  Bij de gaven van Geest staan ook heel ‘gewone’ dingen, 1 Korinte 12 : Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven

tot wat nuttig is voor de ander. Geest heeft aan ieder iets gegeven wat nuttig is voor ander : ouderen kunnen zo jongeren helpen… Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen.

Geest als Advocaat/pleitbezorger : spreekt voor jou tot jezelf : kijk wat Jezus heeft  gedaan en geloof! Werk van Geest van God is als schijnwerper die iets verlicht, lamp van beamer die iets projecteert. Prachtige plaat op beamer, je ziet niet waar het licht vandaan komt, maar het gaat ook niet om de lamp. De bedoeling is niet dat we naar de beamer kijken, maar naar het prachtige plaatje. Geest geeft je de innerlijke overtuiging dat je Gods kind bent

Geest is ook heel krachtig, zoals vuur en wind BBQ doet gloeien. En ja, er zijn genoeg voorbeelden dat Geest in alle stilte, heel rustig werkt. Transformerende kracht is soms niet zichtbaar zoals zaadje dat ontkiemt en groeit in stilte. Maar uiteindelijk zal er toch vrucht zichtbaar zijn als bewijs van het ontkiemen en groeien. Het één is niet beter dan het ander. En bij het uiterlijke en krachtige zit absoluut ook surrogaat. Maar laten we vanmorgen niet naar anderen kijken, maar naar ons zelf. Het kan niet zo zijn dat je eigenlijk niet weet of je wel of niet vervuld bent met de Geest… Want Paulus waarschuwt dat Geest ook uitgeblust kan worden, dat het nog maar een heel klein vlammetje is in je leven

en je er haast niets meer van ervaart. Als je met Geest vervuld bent, zal jij, zullen anderen dat merken, hoe klein en pril dan ook. Zoals groot schip voortgedreven wordt door wind, een klein vlammetje een groot vuur kan veroorzaken.

Daarom :  wat moeten wij persoonlijk met Pinksteren vandaag?

Ben jij vervuld met de Geest, leef jij vanuit de Geest?

Wil jij vervuld worden met de Geest, leven vanuit de Geest?

Wil jij doen wat God van jou verlangt?

En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, (…) werd heel het huis vervuld. (…) En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest

Pinksterfeest is het feest van de vervulling, de vervulling van Gods beloften, van huizen, gemeenschappen, van mensen. Wil jij je vandaag laten vervullen, laten volmaken met Gods Geest? Mag God zijn goede werk in jou verder voltooien? Mag God telkens weer er aan werken om jou nog meer als heilige te laten leven? Mag God alles bepalen in jouw leven? Wil jij leven als Gods dienstknecht? En als God er in komt, dan gaat alles wat niet-God is, er uit. Zoals beeldhouwen ook heel simpel is, alles wat niet-paard is, dat moet eruit. Als wij worden vervuld met Geest van God, in vuur en vlam komen te staan voor God, open staan voor Gods nieuwe dingen in ons leven, onze kerk, ons dorp, dan kan God verder gaan met zijn goede werk dat hij begonnen is ook te voltooien.

Pinksteren : openstaan voor wat uit de hemel komt. Van harte en daadwerkelijk bidden : uw wil geschiedde op aarde zoals in nu al in de hemel Verlangen en verwachten dat dit heel letterlijk zal gebeuren als we er om bidden. Dat onze aarde wordt getransformeerd door hemelse kracht. Te beginnen bij de volgelingen van Jezus Christus, zoals het eerder begon bij het volk van God. En na Pinksteren en in onze dagen wordt ont-vouwd over de hele wereld. Maar laat het geen theorie blijven,maar levende praktijk zijn/worden.

Pinksteren, nieuwe ‘way of life’ ontvangen, vervuld met Gods Geest, leven met wat vanuit hemel ons wordt gegeven om van be-teken-is te zijn, leven met be-doel-ing, als basis voor wat God wil ont-vouwen in zijn wereld. Pinksteren begon met een heel kleine groep met heel grote impact. Ook toen waren de eerste reacties : verwarring, verwondering, verlegenheid. Maar uiteindelijk 3000 bekeerlingen, naast die cynische reacties die er ook altijd zullen zijn en blijven.

Als anderen ons heel normaal vinden, dan werkt Geest of heel stilletjes…of niet…

Wat moeten wij persoonlijk maar ook als gemeente met Pinksteren vandaag?

Beginnen met biddend te zingen, vanuit diepst van ons hart om vervulling met Geest. Voor het eerst of opnieuw : heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart…

P.S. Als je die vlag wilt begrijpen, zal je de kerkdienst moeten naluisteren/kijken. Het kindermoment na de Schriftlezing, voor het lied voor de preek.


19Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: 20ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven. 21Ik verwerp Gods genade niet; als we door de wet rechtvaardig zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn. (Galaten 2:19-21)

Ik ben gestorven en leef voor God,

ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij,

mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van  God.

Leven voor God, Christus die in je leeft …

Dat betekent in de context van de Galatenbrief dat je niet langer op je eigen morele inspanning of de wet vertrouwt. Je niet langer probeert door goed je best te doen geliefd te worden door God, anderen, jezelf. Dat je daaraan sterft, beseft dat het een doodlopende weg is, maar vertrouwt op het werk van Christus, op de weg van het leven gaat lopen. Je leven wordt aangesloten op de meeste krachtige energiebron, Gods Geest binnen in ons hart. Waarbij niet meer ik leef, maar Christus in mij, leven door geloof in Zoon van God : Jezus alleen


Het Evangelie is de manier waarop we het koninkrijk van God binnengaan. Maar het Evangelie is nog veel meer. We zijn, worden niet alleen gered, maar we groeien ook dankzij het Evangelie. Het is niet zo dat we beginnen door geloof in Jezus en dan verdergaan en groeien door wat we zelf doen. We zijn, worden niet alleen gerechtvaardigd door geloof in Christus, maar ook geheiligd door geloof in Christus. We laten het Evangelie nooit achter ons…

Voor het goed begrijpen van de brief aan de Galaten zijn er 3 groepen belangrijk:

– joden, besneden, maar verwerpen Jezus als Christus,

– christelijke joden, besneden, belijden Jezus als Christus,

– Galaten, christelijke heidenen, niet besneden, belijden Jezus als Christus.

De jood Paulus, besneden, belijdt Jezus als Christus, schrijft een brief aan de Galaten, heidenen, niet besneden, belijden Jezus als Christus, omdat anderen het Evangelie verdraaien. Die anderen zijn de joden in Jeruzalem, besneden, belijden Jezus als Christus, en bang voor de joden, besneden, maar verwerpen Jezus als Christus, (zoals Saulus vroeger). Paulus : alleen het geloof in Christus maakt je voor God rechtvaardig. Dus niet besnijdenis of andere menselijke voorwaarden. Maar blijkbaar is er iets goed misgegaan bij de Galaten want Paulus schrijft…

We lezen Galaten 3 : 1 – 14 (NBV)

Koorddanser Charles Blondin liep in 1859 als eerste over een touw over de Niagarawaterval. Vol zelfvertrouwen deed hij dit voorwaarts, achterwaarts, geblinddoekt, zittend op een stoel, etend aan een tafel, zelfs met iemand op zijn rug… Charles vroeg een vrijwilliger uit het publiek en uiteindelijk stapte iemand naar voren.

Zou jij dat hebben gedaan? Op iemands rug klimmen die vervolgens over een touw gaat lopen? Is het een kwestie van vertrouwen of ben je dan knettergek? En stel je voor, dat halverwege de persoon op de rug van Charles zou zeggen : alles leuk en aardig, maar ik vertrouw jou niet meer, de rest loop ik zelf wel. Laat me zakken en ik ga alleen verder. Wat denk je dat anderen zeggen? Ben je helemaal gek geworden? Heb jij je verstand verloren? Hoe denk jij dat jij het gaat halen in je uppie?

We lazen Galaten 3 : 1. Na Paulus’ verbazing aan het begin van de brief, is hij nu nog heftiger : Galaten, jullie hebben jullie verstand verloren! Wie heeft jullie in zijn ban gekregen/betoverd? Paulus wil maar één ding weten: ontvang je Gods Geest door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven?

De kern van het Evangelie gaat niet over hoe je leeft, maar wat Jezus voor ons heeft gedaan aan het kruis. Het Evangelie verkondigt wat er is gebeurd/gedaan voor ons, daarna pas wat er door ons gedaan moet worden. Christen ben je niet als je veel van Jezus weet, maar als je Jezus als de gekruisigde kent. Beseft welke betekenis zijn dood voor ons heeft. Niet dat Jezus gewoon stierf, maar dat Hij stierf voor onze zonde. Zo is het bij de Galaten gegaan : ze luisterden naar het Evangelie én geloofden het Evangelie, met alle praktische consequenties. Paulus zet daarbij geloven tegenover de wet naleven,  vertrouwen op Geest tegenover het vertrouwen op eigen kracht. Het Evangelie geloven is niet dat je het eens bent met het verhaal over Jezus, maar dat je niet langer door de wet gered wordt. We spannen ons allemaal in om op eigen kracht ons einddoel te bereiken, om ons zelf aanvaardbaar te maken voor God, onszelf en anderen, en we vertrouwen daarvoor op onze inspanningen in moreel opzicht, op wat we doen, wat we hebben, wat anderen over ons zeggen. Het Evangelie geloven, is onze eigen manier van gelukzoeken loslaten, ophouden met de wet na te leven, stoppen met op eigen kracht te vertrouwen. Geloven dat het echt gebeurd is zoals beschreven in Bijbel, daardoor gerechtvaardigd, werkelijk gelukkig. Daarom niet teruggaan van Geest naar vlees, eigen kracht in plaats van Gods kracht om einddoel te bereiken, dan verlies je Geest, moet je in eigen kracht. Het is vandaag Pinksterfeest, we vieren dat de Geest je leven binnen komt als je gelooft in verlossing door genade alleen door Christus alleen. Als Gods goede Geest je leven bepaald, dan wil je toch niet meer anders?! Als Charles Blondin je over dat touw draagt, dan haal je het toch niet in je hoofd om zelf verder te willen lopen?!

De Galaten geloofden het Evangelie van de gekruisigde Christus, beseften de levens veranderende impact ervan voor hun leven, ze hadden de Geest ontvangen… Maar nu zijn ze betoverd, hebben ze hun verstand verloren…  

Hoe zit dat met ons?! We geloven, maar leven we voor God, leeft Christus in ons, hebben we de Geest ontvangen en leven we als Geestvervulde mensen?

Veel christenen denken: We zijn gered door het Evangelie, maar vervolgens groeien we als christen door op elk terrein van ons leven de Bijbelse richtlijnen toe te passen. Maar we zijn niet alleen gered door het Evangelie, we groeien ook als christen in ons leven, door het evangelie toe te passen op alle terreinen van ons leven. Niet door de Bijbel te gebruiken als trucje, maar dagelijks uit het bevrijdende Evangelie te leven. Zoals die man op de rug niet moest gaan twijfelen aan Charles, zo moeten wij niet twijfelen aan God…

Maar het gaat zo vaak zo anders, ons geloof is kwetsbaar. Onze ongehoorzaamheid en ongeloof is niet een gebrek aan wilskracht. We moeten dus niet harder ons best doen, dan gaan we vertrouwen op eigen inspanningen om wet te houden. Bij ongehoorzaamheid en ongeloof moeten we beseffen, dat we de controle over eigen leven willen houden door goede werken. We ons laten bungelen aan wat we doen, hebben en anderen over ons zeggen. Groeien als christen vereist voortdurende bekering, steeds weer beseffen dat we zo vaak op onze eigen manier ons geluk nastreven, maar dat dit een mission impossible is. We moeten ons de gekruisigde Christus voor ogen stellen, hij is gestorven voor onze zonde, hij heeft ons bevrijd van kwade doodsmachten en doen opstaan in nieuw leven. Jezus leeft en ik met Hem!

Als jouw probleem is dat je snel boos wordt, dan is oplossing dus niet dat God dat wegneemt, kracht geeft om te vergeven. Maar dan moeten we het Evangelie toepassen, inzien dat boosheid gevolg is van niet leven in overeenstemming met Evangelie. We zijn begonnen met Jezus als onze Redder, maar er is iets anders in de plaats gekomen wat onze redder  is geworden. In plaats van te geloven dat Christus ons houvast is, zoeken we iets anders als ons houvast. In plaats van alleen maar te hopen dat God de boosheid weg zal nemen of op wilskracht die boosheid te overwinnen, zouden we ons zelf moeten afvragen : Als ik zo boos word en vergeven zo moeilijk vind, waar heb ik dan blijkbaar behoefte aan? Wat ontvang ik niet, wat ik wel nodig denk te hebben om me gelukkig te voelen, hoop te hebben, waardevol mens te zijn? We zijn vaak boos omdat we het gewoon gemakkelijk en leuk willen hebben, het niet zo gaat als wij willen, we goedkeuring van anderen nodig hebben. Gemak, goedkeuring van anderen en controle van onszelf, daarbij zoeken we in praktijk onze heil. Als het niet gaat zoals wij willen, raken we verbitterd. De oplossing is niet nog beter je best doen. De oplossing is je bekeren van jezelf willen redden/gelukkig maken en van het gebrek aan vreugde over het voltooide werk van Christus. Dan is de wortel van boosheid weggenomen.

Om dit uit te leggen, gebruikt Paulus een voorbeeld : Abraham. Dat is een geniale zet richting zijn tegenstanders, christelijke joden, die beweren: Geweldig dat christelijke geloof, leven met Christus, maar om bij God te horen moet je wel leven als jood. Paulus vraagt : is dat zo?

Abraham is de stamvader van de Joden. Het volk Israel is ontstaan toen God aan Israëls stamvader Abraham beloofde dat Hij voor zijn nakomelingen een groot volk zou maken dat mocht wonen in het land dat God hun zou geven, onder Gods zegen. Deze Abraham zal jullie weer verstandig maken. Want, hij vertrouwde op God en dat vertrouwen werd als daad van gerechtigheid toegerekend. Toekennen/toerekenen : iets krijgt een bepaalde status wat het eerst niet had. Bij aanschaf van de piano was het ook mogelijk om eerst te huren. Als je later toch koopt wordt eerdere huur gerekend als onderdeel van de koopprijs. Eerdere betaling wordt andere status toegekend.

Vertrouwen van Abraham was niet alleen leuk voor Abraham, maar zorgt voor rechtvaardiging door God: God behandelde Abraham alsof hij rechtvaardig leven leidde. Abraham werd als rechtvaardig beschouwd, zonder dat hij het verdiende.

Veel religies, maar ook veel christenen, maken ervan : we proberen zo goed mogelijk, rechtvaardig te leven en daarmee God te behagen en door Hem aanvaard te worden. Of de andere kant : je leeft slecht, onrechtvaardig en daardoor raak je van God vervreemd, wil God niets met je. Het Evangelie van Christus is: het is mogelijk om geliefd te zijn en aanvaard te worden door God terwijl we van onszelf schuldig en onvolmaakt zijn. Volgens Luther zijn christenen : simul justus et peccator – tegelijk rechtvaardig en zondig. De status van rechtvaardige wordt je niet geschonken omdat je in je hart een bepaald niveau van onderwerping en aanbidding hebt bereikt. Je stelt geen orde op zaken in je leven

om daarmee toegerekende gerechtigheid te verdienen. Zondaars worden gerechtvaardigd, Jezus neemt zondaars aan, maakt zondaars tot Gods kinderen.

Iedereen die gelooft, is kind van Abraham, niet vanwege fysieke afstamming of besnijdenis. Vertrouwen is geloven, geloven in Gods leiding, niet in wat wij presteren. Want toen Abraham geloofde was hij kinderloos en zijn vrouw onvruchtbaar: ze konden geen kinderen krijgen. Toch beloofde God hem dat zijn nageslacht zo talrijk zou zijn als de sterren. God ging zelf ingrijpen in de geschiedenis en iets groots tot stand brengen dat volledig buiten het vermogen van een mens lag,hoe gelovig of voorbeeldig ook. De belofte van een erfgenaam hing helemaal van God af en in het geheel niet van Abraham. Abraham moest geloven dat God het zou doen.

Abraham was een gelovige, vertrouwde God voor zijn geluk. Maar je kan ook op een andere manier leven, geluk van iets of iemand anders verwachten. Wat maakt je gelukkig, is de basis van je bestaan? Wat je doet, wat anderen van je zeggen, wat je hebt, zoals mobiel. Steeds meer mensen kunnen niet meer functioneren zonder mobiel. Maar het lijkt het erop dat steeds meer mensen prima functioneren zonder God…

Is er iets dat me het gevoel zou geven niet meer te leven als ik het kwijt zou raken?

Wie gelooft als Abraham wordt gezegend! Als je niet gelooft en vertrouwt, maar het van de wet naleven verwacht, dan ben je vervloekt… Dat klinkt hard, laat het me uitleggen.

Ieder die zich niet houdt aan alles wat de wet bepaalt, dat niet doet, die is vervloekt.

Als God bestaat, als de Bijbel waar is, dan zijn er 2 opties:

1) Heilig/perfect leven door 100% de wet te houden, zoals God wil. Dan ben je van jezelf, van nature, heilig/perfect/volmaakt.

2) Of je leeft niet heilig/perfect, zondigt keer op keer, het lukt maar niet om de wet van God te houden, het lukt maar niet om te leven zoals God wil. Dan wordt je geheiligd door geloof in Christus als verlosser, waardoor je in Gods ogen net zo heilig bent als zijn volmaakte Zoon.

Maar zou dat lukken? Kan jij met jouw goede levenswandel, 100% wet houden, leven zoals God wil, heilig/perfect? Kan jij net zo heilig zijn als de heilige God zelf? Als we dat niet volkomen doen, zijn we al gezakt, ben je vervloekt, als onheilige bij heilige God zijn is onmogelijk. En het komt heel precies, zoals ik op 1/10 ben gezakt, zo is het bij God ook alles of niets… En kan jij leven met de gevoelens van teleurstelling, onzekerheid, angst? Je weet nooit of het wel goed genoeg was, je vervloekt je zelf of anderen vervloeken je vanwege jouw falen, te kort schieten, niet voldoen aan verwachtingen.

Bevrijd worden van vloek kan alleen door Jezus. Christus heeft ons vrijgekocht van vloek van de wet door voor ons een vloek te worden. Want vervloekt is iedereen die aan het hout hangt. In Oude Testament was er de doodstraf door steniging, daarna werd het lijk aan een paal gehangen als symbool dat God hem afwees. De persoon werd niet vervloekt omdat hij daar hing, maar werd opgehangen als teken van zijn vervloeking. Christus werd aan een paal met dwarsbalk gehangen, om te laten zien dat hij vervloeking onderging van goddelijke afwijzing. Daar aan het kruis kocht hij ons vrij, met zijn bloed kocht hij ons vrij. Heer uw bloed dat reinigt mij, doet mij leven en maakt mij vrij

Hij onder ging de vloek die wij verdiend hadden, zodat wij de zegen konden ontvangen die Hij verdiende : genade. Mercy : niet krijgen, wat je wel verdiend hebt, dood / vloek; grace : wel krijgen, wat je niet verdiend hebt, leven / zegen

Jezus heeft niet de zonde op zich genomen, maar is voor ons vloek geworden, werd zondaar. Jezus werd zondaar én tegelijk werden wij, zondaars, rechtvaardigen. In Gods ogen : Jezus = zondaar, wij = rechtvaardig, volkomen volmaakt. Redding is veel meer dan vergeving, niet schone lei, maar worden volmaakt : rechtvaardig en heilig. Dat blijven we ook, zolang we geloven en niet terugvallen op eigen kracht alsof we de zegen moet verdienen. Dan heb je jouw verstand verloren.

Nog even terug naar Charles Blondin. De climax was dat hij met een kruiwagen over het touw naar de overkant ging. De menigte juichte. Toen riep Charles ‘geloven jullie ook dat ik het kan met iemand in die kruiwagen?’ En iedereen riep ‘ja, dat geloven we’. Toen wees Charles iemand aan ‘stap maar in’ maar de man weigerde. En zo weigerde iedereen. Iedereen geloofde dat het kon, maar niemand vertrouwde Charles, niemand durfde in die kruiwagen te stappen. Uiteindelijk stapte een vrouw naar voren, in de kruiwagen…

Wat zou jij hebben gedaan? In die kruiwagen?! Ik ben niet gek, ik heb mijn verstand nog!

Ik ben gestorven en leef voor God,

ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij,

mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van  God.

Zo leven, leven voor God, Christus leeft in mij, het is een grote uitdaging, voor mensen die durven, vertrouwen, geloven. Je kan het Evangelie geloven, Jezus geweldig vinden, maar durf je het echt te zingen ‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God?

Vandaag vieren we het Pinksterfeest, feest van de Geest, Gods verstand.

Voor iedereen die zijn verstand heeft verloren of zich beroept op zijn gezonde verstand, blijft staan aan de kant, klinkt de belofte dat door geloof we Gods Geest, Gods verstand, hebben ontvangen.

Leven voor God, Christus leeft in mij, Gods Geest/verstand leidt mijn leven.

Durf jij het aan? Kom je in beweging? Zing je : u bent alles waar ik voor leef?!

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384