Wie hoopt er wel eens op iets?

Weet je dan ook zeker dat het zo zal gaan? – vaak niet

Ons ‘hopen’ is geen zeker weten, maar ‘misschien’, afwachten maar…

In de Bijbel is ‘hopen’ een zeker weten, alleen nog even wachten, dan zal het gebeuren!

Elke voetbalster hoopt wereldkampioen te worden, winnaar van het WK. Stel, de baas van het WK bepaald : Nederland is wereldkampioen, daar hoeven ze niets meer voor te doen…

Je verwacht de prijs, door de belofte van de WK-baas, je hoopt er op, je weet het al zeker, alleen nog even wachten totdat het WK is afgelopen, de beker is uitgereikt. De voetbalsters laten het iedereen weten, wij zijn kampioen! Terwijl het nog toekomst is, ze de beker nog moeten krijgen! De speelsters spelen de wedstrijden niet meer om de punten, ze zijn al meer dan overwinnaar, maar voetballen voor het plezier, terwijl ze hopen, zeker weten : wij zijn kampioen!

Wanneer is de hoop, de verwachting, de spanning het grootste? Net voor de uitreiking van de beker : wat doen ze dan altijd? Na de uitreiking van beker weet je het echt 100% zeker.

https://twitter.com/nossport/status/894244576927416320

Ze wisten al dat ze kampioen waren, de beker is al overhandigd, maar dan is het nog hopen, uitkijken, verwachten. Het echte feest begint pas echt als de beker in ontvangst wordt genomen door het team.

Als jullie terugkomen uit de kinderkerk, kijken wat dit hopen, te maken heeft met Avondmaal en Avondmaalsbeker.

Als je tijdens een voetbalwedstrijd de bal in de handen pakt, dan zal de scheidsrechter op basis van de spelregels bepalen dat jij spelregels overtreed : rode kaart, penalty tegen. Je vervloekt jezelf, je teamgenoten vervloeken je, zeker als de belangen groot zijn, het de kampioenswedstrijd is. De spelregels, de wet, bepalen dat we wetsovertreders zijn, schuldig, vervloekt. De wet was er eerst om aan te tonen dat we zondaars zijn, vervloekt.

Maar als je weet dat je al kampioen bent, dan zijn die spelregels helemaal niet meer belangrijk. Dan trekken spelers soms hun shirt uit, terwijl ze weten dat ze daarvoor een gele kaart krijgen. Maar zijzelf en anderen vinden dat helemaal niet erg, niets geen vervloeking, geen angst om de regels te overtreden. En je maakt ook geen gemene overtredingen meer, want je bent al kampioen.

Als je weet dat God van je houdt om wie je bent en niet om wat je doet, dan weet jij je altijd geliefd, nooit meer vervloekt. Dan hoef je nooit meer bang te zijn, ook al houd je niet de wet, want je wordt niet veroordeeld naar je wat je doet, er is ook geen rechtvaardiging door wat je doet, maar alleen rechtvaardiging door het geloof in Christus. De wet is er nu als richtlijn om dankbaarheid aan God te tonen.

We hebben het eerder in de Galatenbrief gelezen, we zijn gestorven voor de wet, met Christus gekruisigd. Zoals voor een dood iemand de wet geen enkele functie heeft, een dood iemand niet meer gestraft kan worden volgens wetten, zo heeft de wet geen negatieve gevolgen meer, voor zondaars die met Christus zijn gestorven.

Vervolgens schreef Paulus over leven voor God, met Christus leven : zegen i.p.v. vervloeking.

Mogelijke reactie  kan zijn : als je dat gelooft, dan kan je doen en laten wat je zelf wilt… Dan lijkt het erop alsof Evangelie alle motivatie wegneemt om heilig te leven. Daarom Galaten 5…

Door het Evangelie zijn we bevrijd van angst en veroordeling en vervloeking, en leven we in vrijheid als nieuwe mensen, gezegend, gehoorzamen we God en zijn goede geboden uit dankbaarheid.

We lezen Galaten 5 : 1-12

Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt / bevrijd. Letterlijk staat er : voor vrijheid heeft Christus u bevrijd. Het is de samenvatting van de laatste twee hoofdstukken, van de gehele brief : wij allen zijn echt vrij in Christus!

Het hele christelijke Evangelie gaat over vrijheid : dat je bevrijd bent én bevrijd leeft. Maar er volgt een waarschuwing : Houd dus stand en laat u niet weer/opnieuw een slavenjuk opleggen.

1. We moeten standhouden : goed opletten, de bedreigingen weerstaan.

Ook al zijn we bevrijd, we moeten zuinig zijn op onze bevrijding, die koesteren, niet verliezen, dankbaar voor zijn én er naar leven.

We zijn bevrijd, zijn kind van God, erfgenaam : dat is een onomkeerbaar feit. Dit resultaat uit verleden biedt garantie voor toekomst. Maar je kan wel weer gaan leven als was je niet bevrijd, gevangen in de slavernij van de angst en onzekerheid.

2. Religie is gebaseerd op de wet houden, op jezelf vertrouwen, dat is een vorm van slavernij. Daarom moeten we oppassen voor opnieuw een slavenjuk te laten opleggen. De Galaten liepen het risico om onder een nieuw slavenjuk gebracht te worden. Weer/Opnieuw, dus niet alleen het slavenjuk van het zondige, heidense leven, maar ook het slavenjuk van Bijbels wetticisme en moralisme. Een voorbeeld om dat duidelijk te maken. De zondag zoals bedoeld was een dag anders dan al de andere dagen, een feest- en rustdag : het feest van bevrijding vieren, de sabbatrust genieten. De Israëlieten hebben die vrije dag bewaakt, geheiligd, lieten die niet afpakken. Ze waren net bevrijd uit de slavernij van Egypte, ze wilden niet weer opnieuw slaven worden, nooit geen rust. De zondag in 2019 : voor sommigen de saaiste dag van de week, allemaal regeltjes, geen feest. Voor anderen de meest slopende dag van de week, alles moet, geen rust, veel mensen zijn maandagmorgen kapot. Als je als heidense zondaar verandert in een vrome christen die de wet gaat houden : dan kom je van de regen in de drup. Het is een zelfde vorm van geestelijke slavernij, je geniet niet van de vrijheid. Als de Galaten zich laten besnijden, de wet gaan proberen te houden, dan zullen ze opnieuw slaaf worden, met bijbehorende angst, onzekerheid en schuldgevoelens. Omdat je de geboden niet 100% kunt houden, nooit goed genoeg bent. De Galaten moeten kiezen : óf Christus, rechtvaardiging en heiliging, óf de wet houden en besnijdenis. Paulus : als jullie je laten besnijden, zal Christus jullie niets baten/geen nut doen, dan heb je niets aan Jezus.

Want iedereen die zich laat besnijden is verplicht om de wet volledig na te leven…en dat lukt geen mens. Als je op jezelf vertrouwt, dan ben je los van Christus (vers 4) Als je gerechtigheid van de wet verwacht, raak je los van de genade… In Gal.1:6-9 zei Paulus al ‘een ander Evangelie is geen Evangelie’. Elke verdraaiing maakt het origineel waardeloos. (vers 9) Je kan niets aan Christus toevoegen, zonder Christus weg te doen : het is of meest waardevolle óf volkomen waardeloos. Stel wil de Nachtwacht ‘perfectioneren’ : natuurlijk niet, dat is kapitaalvernietiging. Door iets toe te voegen, hoe klein ook, wordt het origineel waardeloos. Als gehoorzaamheid aan de wet deel gaat uitmaken van de manier waarop we gered worden, dan is dat enige manier waarop we gered worden, dat we verplicht de gehele wet nakomen : en dat is onmogelijk! Wie probeert door God als rechtvaardige te worden aangenomen door de wet na te leven, is los van God! Dan kan je ook nooit zeker zijn van je redding, die verspil je zodra je de wet niet naleeft.

Want door de Geest hopen en verwachten wij dat we op grond van geloof als rechtvaardigen worden aangenomen.

Hier stuiten we op een groot probleem, wat ook al in het kindermoment is benoemd. In het Nederlands is hopen een niet zeker weten, afwachten maar. In het Grieks van de Bijbel is hopen een absolute zekerheid, een verwachten. Wij verwachten de erfenis, nog even wachten, dan komt het, zeker weten, want we zijn nu al erfgenaam. Daar doen we niets voor, we hopen slechts, totdat we verheerlijkt zullen delen in het kindschap en de erfenis. We zien er naar uit, vol verwachting klopt ons hart.

Deze christelijke hoop maakt het christendom uniek : niemand anders kan zo de toekomst tegemoet zien. Christenen, aangenomen kinderen van God, erfgenamen van God : ze vertrouwen, hopen op, weten zeker wat komen gaat : het beste moet nog komen! Daarmee is het nu al realiteit, ze weten zich nu al net zo geliefd door God, als straks op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Ze leven vol spanning, verwachtingsvol, in de gloria, zoals dat moment voor dat de beker wordt uitgereikt.

Paulus vervolgt radicaal in vers 6 : in Christus Jezus is het volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is. Het is totaal onbelangrijk of wel of niet onze religieuze plichten vervullen, wel of niet voorbeeldig leven, het heeft geen enkel nut. Morele inspanningen en fouten doen er niet toe! Religie of gebrek er aan, wel/niet houden van wetten, het heeft totaal geen invloed om een relatie met God te krijgen. Wat wij doen voegt niets toe, doet niets af aan onze rechtvaardigheid en onze verhouding tot God. Noch ons goede gedrag, noch ons slechte gedrag heeft invloed op Gods liefde voor u, jou en mij. Iedereen is net zo verloren én net zo hard aan redding toe. Het enige wat voor God echt telt : dat je geloof in Jezus’ dood en opstanding en de daaruit voortvloeiende liefde kent, die het geloof zijn kracht verleent,

Alleen door Christus kan je werkelijk je vijanden liefhebben, het beste voor iedereen zoeken zonder bijbedoelingen.

Want stel : iemand zou jou vragen met hem/haar te trouwen. Later ontdek je : het ging niet om jou als persoon, maar om erfenis. Je hebt dan het gevoel gebruikt te zijn om wat je hebt en absoluut niet geliefd om wie je bent. We weten allemaal : we voelen ons niet geliefd door iemand als die liefde niet gericht is op wie we zijn, maar op wat we hebben of kunnen geven. Toen we nog dachten dat onze goede werken ons konden redden, dienden we God om wat we van Hem konden krijgen, we gebruikten Hem : we wilden niet naar de hel, maar naar de hemel. Maar als de hoop van het Evangelie binnenkomt, wij Gods genade en liefde zien : dan gaan we van God houden om wie Hij is.

Het Evangelie betekent : Christus is niet voor ons gestorven en houdt niet van ons om wat we Hem geven. Jezus had niets aan ons, wij waren er zelfs niet eens bij 2000 jaar geleden. Hij heeft nog steeds niets aan ons, wat kunnen wij Hem aanbieden?

Het Evangelie betekent : wij zijn in onszelf geliefd. Hoe meer we het Evangelie gaan begrijpen, hoe meer we zelf ook reageren op die liefdevolle manier. God niet dienen om wat Hij ons geeft, bang dat we anders iets mislopen, want alles is al volbracht. Maar God dienen om wie Hij is en om wat Hij voor ons gedaan heeft : eindelijk kan je God liefhebben om wie Hij is. En we kunnen anderen ook gaan dienen, niet om wat zij ons geven, maar om wie ze in zichzelf zijn.

Hoe meer we vers 5 gaan geloven – hopen en verwachten dat we op grond van geloof als rechtvaardigen worden aangenomen, hoe meer we gaan leven uit vers 6 – geloven en de liefde kennen, die het geloof zijn kracht verleent. Hoe meer we ons verheugen over onze redding uit genade en niet door werken, hoe meer we door liefde en dankbaarheid gemotiveerd worden om het goede te zoeken en te doen, enkel en alleen omdat goed doen prachtig is, God het waard is, we andere mensen liefhebben. Als we onze vaste hoop voor ogen houden, daaruit leven, dan zal ons hart van liefde overstromen.

De vrijheid van het Evangelie is een vrijheid van geweten, vrij van schuldgevoel van mijn onvolmaakte gedrag. De vrijheid van Evangelie is een vrijheid van motivatie, vrij van de oude drijfveer om te presteren, verdienen. Oude patronen, slavernij, inspanningen, het is niet meer nodig als manier om zelf mijn rechtvaardigheid te verdienen of mijzelf van mijn eigenwaarde te overtuigen.

Omdat u kinderen bent heeft God de Geest van zijn Zoon uitgezonden in uw harten. Nu bent u geen slaaf meer, maar zoon; en als u zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus.

Vervolg kindermoment

Hopen betekent? Echt zeker weten, vol verwachting uitkijken, vol verwachting klopt ons hart.

In het filmpje zagen we hoe de beker al is overhandigd, ze wisten al dat ze kampioen waren, nog heel even wachten, want het echt feest begint als de beker in ontvangst wordt genomen door het team.

Zo is het Avondmaal een maaltijd van hoop, van zeker weten. We zijn geliefd kind van God, dat hopen we, weten we zeker : de nieuwe hemel en nieuwe aarde komt, we zullen voor altijd bij God zijn.

Bij het Avondmaal beseffen we: nog even wachten, maar zo zeker als dit brood en wijn is, zo zeker zijn we kind van God. Nog even geduld…we hoeven er niets meer voor te doen, alleen hoopvol uitkijken. Als brood en wijn wordt uitgedeeld, ontvangen, vol spanning uitkijken naar wat nog gaat gebeuren. Zoals de speelsters zich al een voorstelling kunnen maken van het kampioensfeest met de beker, zo kan je met het Avondmaal er al een voorstelling van maken van het feest met God.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384