Stel: jij hebt een persoonlijke slaaf die alles voor je moet doen, hoe zou je dat vinden?

Maar stel : die slaaf heeft ook de opdracht van je vader om je op te voeden, dus zegt ook wat je wel/niet mag doen, gaat mee naar school, sporten, spelen en feestjes. En bij thuiskomst vertelt hij alles aan je vader…hoe zou je dat vinden? Meer hierover in de preek.

Dominee, het lijkt wel alsof we niets meer hoeven te doen, alsof de wet overbodig is, u leest die de laatste ook niet meer, alsof het vrijheid en blijheid is, één groot feest… en God houdt van iedereen.

Daar lijkt het inderdaad op… Paulus benadrukt keer op keer in zijn brief aan Galaten : redding uit genade, vrij van de wet, gestorven voor de wet, alleen door Jezus bevrijd, niets geen eigengerechtigheid, geen ruimte voor werken der wet.

Op Pinkstermorgen lazen we Gal. 2:19-20 :

Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven.

Als we vrij zijn van de wet betekent dat dan dat we de wet van God niet meer hoeven te gehoorzamen? Als mijn redding altijd alleen maar afhangt van het geloof in het volbrachte werk van Christus, waarom zou ik me dan nog inspannen om heilig te leven? Waarom lezen we in de christelijke gemeente nog de 10 geboden en andere vermanende Bijbelgedeelten?

Alle praktische vragen in het leven gaan ten diepste over : wat moet je als christen met Gods wet?

Voor wie helemaal niets heeft met spanning belofte – wet, lees bij wet dan eens gevoel/bevestiging van God. Je gevoel/ikke, kan ook een wet zijn/worden, in spanning staan met Gods belofte, Bijbel…

We lezen Galaten 3 (NBV)                   

Zo zou hij/zij het hebben gewild…

Hoe vaak wordt dit wel niet gezegd na een overlijden, bij het regelen van de begrafenis, de rouwdienst, verdelen van bezittingen. Soms is het ook lastig, heftig, omdat we soms ook verschillen in hoe de overledene er over dacht… Heerlijk als het dan gewoon zwart op wit staat, geen discussie meer mogelijk… Tijdens pastoraat zeg ik het ook tegen ouderen : schrijf alles op zoals u het wilt! Maar wanneer ben je oud genoeg hiervoor? Niet iedereen wordt 80 jaar, ook als jongere kan je al een testament opmaken…

Dat had God misschien ook gedacht : ik laat het kort en krachtig opschrijven : 10 regels, geen discussie meer mogelijk. De samenvatting van is Jezus nog korter en krachtiger : heb je naaste lief als jezelf en God boven alles. Geen discussie meer mogelijk… God had beter kunnen weten, wist ook beter…

Tieners, jongeren, de meeste van jullie zijn nog niet bezig met het opstellen van een testament. Een testament beschrijft wat er moet gebeuren na het overlijden van een persoon.

vs. 15 : ik geef u het voorbeeld van een rechtsgeldig testament, een testament dat door een mens bekrachtigd is. Niemand kan zo’n testament ongeldig verklaren of er iets aan toevoegen.

Een testament, menselijke overeenkomst, is bindend, niet of nauwelijks nog ongedaan te krijgen. Niemand kan zo’n testament aan de kant schuiven of iets aan toevoegen, het staat zwart op wit. Een testament, juridisch contract, eenmaal wettig opgesteld, is voor altijd geldig, ongeacht eventuele veranderingen in omstandigheden. In veel gevallen gelukkig maar, soms ook minder fijn. Als iemand aan een arme dochter meer nalaat dan rijke dochter, dan moet dat zo, ook als die rijke dochter ineens arm wordt… Een testament blijft geldig, ondanks veranderende omstandigheden.

Zo ook met Gods beloften.

Sommigen denken : de wet van Mozes is 430 jaar na Gods belofte aan Abraham gegeven, dan zal daardoor de situatie wel veranderd zijn. Nu is niet meer de belofte aan Abraham, maar de wet van Mozes bepalend voor de zegen.

vs. 17 : de wet, die vierhonderddertig jaar na de belofte werd gegeven, maakt het testament dat door God bekrachtigd is niet ongeldig. De wet kan de belofte nooit ontkrachten.

Nee, de wet maakt het verbond/testament met Abraham dat door God rechtsgeldig gemaakt is/bekrachtigd is, niet ongeldig, ook niet in 2019 in Enter. De wet van Mozes kan van Gods belofte aan Abraham niet iets anders maken dan wat het is : belofte. Beloofd = beloofd! Hoe zou de komst van de wet van Mozes het karakter van Gods belofte aan Abraham kunnen veranderen? Namelijk, hoe zou de wet van Mozes nog iets kunnen veranderen aan die bovennatuurlijke ingreep waardoor Abraham werd gezegend met een kind? Als de wet van  Mozes gekomen was om redding te brengen, dan zou dat betekenen dat God van gedachten veranderd was. Zou betekenen dat God besloten had dat we geen Verlosser nodig hadden, dat Hij zijn zegen zou schenken op grond van daden, niet op grond van belofte. En of Abraham dan nog een kind met Sara zou hebben gekregen…op grond van hun daden…

Als de wet deze functie had gehad, dan zou dat geen toevoeging zijn aan belofte, maar zou daarmee de belofte zijn ontkracht.

vs. 18 Immers, als de erfenis afhankelijk van de wet zou zijn, zou ze niet afhankelijk zijn van de belofte, maar het is nu juist door zijn belofte dat God zijn genade aan Abraham heeft geschonken.

Als Gods erfenis afhankelijk van de wet zou zijn, zou ze niet meer afhankelijk van Gods belofte zijn. De begrippen belofte en wet sluiten elkaar over en weer per definitie uit. Als ik je iets geef omdat ik het beloofd heb, dan doe ik dat niet omdat jij iets gedaan hebt. Als ik je iets geef omdat je iets gedaan hebt, dan is dat niet omdat ik het heb beloofd. Je ontvangt iets uit genade, als kado, of op grond van je werken, als verdienste. Van je ouders/kinderen/vrienden krijg je heel veel, zonder voor te betalen: liefde, belofte om voor je te zorgen! => Vaderdag Van je werkgever krijg je geld, niet omdat hij van je houdt, maar omdat je dat verdiend hebt. Het hangt of af van de belofte van de gever of van het gedrag van de ontvanger. Om de belofte ook daadwerkelijk uit te laten komen, hoeft ze alleen maar geloofd te worden. Maar het resultaat van de wet hangt af van of je er aan gehoorzaamt. Stel, een oom geeft je 10 miljoen, je moet er naar toe gaan en ophalen : kwestie van wel of niet geloven. Die oom geeft je 10 miljoen, maar je moet bij hem wonen en voor hem zorgen : kwestie van aan eis en voorwaarde voldoen. Belofte-geschenk hoef je alleen maar te geloven om te ontvangen, wet-beloning moet gehoorzaamd worden om te ontvangen. Onmogelijk dat God aan zijn belofte de eis van gehoorzaamheid toevoegt. God is betrouwbaar, hoe en waarom zou de wet dan de belofte ooit kunnen ontkrachten? Daarom moet de wet van Mozes dus wel met ander doel zijn gegeven.

Maar wat heeft dit te maken met Galaten en met ons? Wij zijn toch geen onderdeel van volk Israël, wat hebben wij te maken met Abraham en Mozes? Met Pinksteren lazen we vs. 7 U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. Paulus corrigeert het volgende misverstand : God had beloofd zijn volk te zegenen, maar die zegen ontving je alleen door je aan wet te houden. Christenen in Galatië waren zo dwaas om weer op eigen kracht te vertrouwen, niet langer op de Geest. Paulus : het aanbod dat begint met genade, de belofte die niets kost, moet ook daarna onder dezelfde voorwaarden blijven gelden, anders is het geen belofte meer. Zodra het afhankelijk gemaakt wordt van werken, vertrouwen op jezelf, is het geen geschenk meer van Ander dat niets kost. Bij veel christenen gaat  zo : het geloof begint door geloof in Jezus Christus, het vertrouwen op Gods belofte dat Christus onze vloek op zich heeft genomen en ons zijn zegen heeft gegeven. Maar als we verdergaan is het verleidelijk en gemakkelijk om op eigen kracht verder te gaan, verstand verliezen. Vertrouwen op eigen inspanning om ons het gevoel te geven dat God ons wel wil aanvaarden. Als we dat doen, worden we onzeker, deze manier van leven neemt alle zekerheid weg. Paulus wil dat de Galaten weer naar het kruis kijken, losraken uit betovering. Wat de reden ook is dat God zijn volk geboden geeft, in elk geval niet om zich voor Hem aanvaardbaar te maken. De belofte gaat vooraf aan de wet, niet samen of wet boven belofte om zegen te ontvangen. Jood en christen : vertrouw op Gods belofte! Zo klinkt Gods belofte uit liefde ook al bij de doop, voordat jij iets kunt doen, daarop mag/moet je vertrouwen.

Eindelijk, pas in vs. 19 schrijft Paulus waar het in de wet om gaat.

Waarom dan toch de wet? De wet is later ingevoerd om ons bewust te maken van de zonde

De wet is niet gekomen om ons iets te leren over verlossing, maar over zonde. Dat roddelen, kwaad denken over anderen, stoken in andere relaties, God niet eren : zonde is, menselijke neiging om dingen kapot te maken. Niet ‘ach, het valt wel mee’, nee, voor God is dat zonde, zo niet bedoeld, niet volgens zijn plan… Het voornaamste doel van de wet is ons te laten zien wat er mis is met ons, wetsovertreders i.p.v. goede mensen op wie God maar heel zuinig moet zijn… De wet bewijst dat we zelf niet de oplossing kunnen zijn voor het probleem van gebrokenheid op aarde, omdat we niet in staat zijn om ons volkomen aan wet te houden. God heeft de wet nooit bedoeld om ‘leven te brengen’, anders zouden we door de wet wel rechtvaardig kunnen worden. De wet laat ons niet zien dat we tekortschieten in het doen van Gods wil, en we daarom er niet een tandje bij moeten doen, maar dat we volkomen in de macht zijn van de zonde en daaruit gered moeten worden. De wet heeft kracht om ons te laten zien dat we niet rechtvaardig zijn. Maar de wet kan ons niet kracht geven om rechtvaardig te worden. Gerechtigheid kan niet voortkomen uit de wet. Ironie: we zien belangrijkste punt van de wet over het hoofd als we denken dat we door de wet rechtvaardig kunnen worden, want die wet laat juist zien dat dit kansloos is. Samenvattend: de wet laat ons zien wat zonde is ‘zodat de belofte kon worden gegeven op grond van geloof in Jezus Christus, aan wie op Hem vertrouwen’.

Doel van de wet is ons leren inzien dat we verlossing door genade nodig hebben. De wet staat dus niet haaks op de belofte van verlossing door genade door Christus, maar onderstreept die juist, door ons te wijzen op de noodzaak ervan.

Paulus gebruikt twee metaforen om de manier waarop de wet werkt in leven van christen te typeren: wet als opvoeder/ toezichthouder, zoals die slaaf die opdracht heeft van je vader om je op te voeden, dus ook wat je wel/niet mag, meegaat naar school, sport, uitgaan en feestjes, bij thuiskomst alles vertelt aan je vader… Je vrijheid wordt ingeperkt, de verhouding met de slaaf is niet intiem/persoonlijk, maar gebaseerd op beloning en straf, je wordt als klein kind behandelt. Die opvoeder/slaaf had een doel, namelijk je bewaren voor grote fouten, maar het was ook irritant, je was niet vrij. Slaaf tikte je telkens op de vinger: dat mag niet van je vader. De slaaf moet jou laten leren leven volgens de wil van je vader. Je ontdekt: ik kan niet zonder zonde leven, niet volgens ideaal van vader… Elke dag concludeert de slaaf: het is hem niet gelukt. De vader roept jou bij zich, wil je knuffel geven. Psalm 103 : Zoals een vader liefdevol zijn armen, slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen. God onze Vader, want wij zijn van Hem.

Drie dingen kunnen dan gebeuren:

1. Je loopt naar je vader en gelooft dat hij van je houdt ondanks je falen en probeert zo te leven dat je vader blij is, ziet dat je het probeert om hem blij te maken.

2. Je loopt weg, samen met slaaf ga je nog beter je best doen om vader te laten zien dat je wel het kan.

3. Je loopt weg, weg bij slaaf, weg bij vader, het lukt toch niet, het kan je allemaal niets meer schelen

“Heel lang wilde ik eerst een beter mens zijn en meer van de Bijbel weten voordat ik belijdenis zou doen. Nu weet ik dat het niet uitmaakt. Ik zie belijdenis nu niet meer als een soort ‘eindstation’ of ‘tussenstation’, maar juist als een beginstation”

Is het jouw verlangen om voorbij de geestelijke onvolwassenheid te groeien, op weg om God werkelijk te leren kennen.

Niet beter mens worden, meer van Bijbel weten, om Gods goedkeuring te verdienen. Dat zal nooit lukken, daarom hebben we iets anders nodig, voorbij de wet : Christus. Voor christen is de rol van de wet als bewaker en opvoeder over. Kunnen we dan de wet opzij schuiven? De wet was als toezichthouder/bewaker tot kinderen volwassen waren. Het nut van een slaaf was tijdelijk, beperkt. De bedoeling van jouw opvoeding door jouw ouders is niet dat je als volwassene alles over boord zet aan normen en waarden. Als het goed is, blijf je kind van je ouders, maar je bent nu volwassen, wordt niet langer gedwongen tot gehoorzaamheid zoals daarvoor, maar je weet wel hoe je nu kunt leven zoals je ouders denken dat het het beste voor je is en waarvan je zelf ook ontdekt hebt dat het zo het beste voor jou is.

De wet niet langer als systeem dat ons kan redden, beter maakt, het maakt ons niet meer bang of schuldig. Als we ontdekken en echt geloven dat we gered, bevrijd, gelukkig worden, omdat we in God geloven, dan stroomt ons hart over van dankbaarheid en verlangen om net als Jezus te worden.

Dat kunnen we niet, maar we kunnen wel op Hem gaan lijken, verschil maken, door geboden te gehoorzamen, gezindheid Christus eigen te maken. Eenmaal vanuit dankbaarheid wet naleven,

lukt het ons beter om wet te gehoorzamen, dan toen we nog dachten dat onze gehoorzaamheid ons moest redden. Gods goede geboden zijn onmogelijk om te gehoorzamen en beschuldigen ons tot zondaar! De belofte betekent dat  we kind van God zijn, vertrouw God als ideale Vader! Dan zijn Gods goede geboden : regels van dankbaarheid!

Dankt, dankt nu allen God!

Die God geeft ons vrede, vrolijk hart, redt uit genade, helper die bevrijdt.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384