Dominee zingt in de isoleercel van God : ‘uit de diepte roep ik tot U’ – vooruitblik zondagavond

Jona hoorde stemmen, hoorde God tegen hem praten, wist precies wat God van hem wilde. Maar Jona gehoorzaamde niet, maar vluchtte weg bij God vandaan. En het slot van het liedje was dat hij in zee gejonast werd. Hoe dat zo kwam? Jona kon zich niet voorstellen dat zijn liefdevolle God ook een plan had voor de grote zondaars in Ninevé. En als je daar over nadenkt, dan kan je soms best Jona begrijpen. Echte, grote zondaars, heeft God die lief? Moeten wij die ook lief hebben?

 Als dominee Jona in de isoleercel van God is opgesloten, drie dagen en drie nachten in de buik van de vis, rond wordt gezwommen, gaat Jona eindelijk bidden. Zijn droomvlucht is een nachtmerrie geworden. In de ranzige vissenbuik komt Jona tot bezinning, heeft hij eindelijk  tijd voor stille tijd, tijd voor God, tijd om te bidden… En hij zingt een lied. Met zeewier op zijn hoofd en in zijn doodsangst, roept, schreeuwt hij tot God : uit de diepte roep ik tot U! Jona is niet origineel, pleegt volop plagiaat, knipt en plakt de Psalmverzen achter elkaar. Jona valt in deze crisis terug op wat hij vroeger als kind geleerd heeft.

 Jona zingt zijn eigen lied, wat we lezen in Jona 2, His Masters Voices zingt ook prachtige liederen. Een aantal daarvan zullen we zondagavond horen. Liederen van Advent, van verwachting, van redding. Over Jezus die ook in de diepte afdaalde, vanuit de hemel naar de aarde afdaalde, om eigenwijze Jona’tjes zoals wij te redden…

 Denk thuis alvast eens na : ben jij wel eens doodsbang, echt helemaal in paniek geweest?

Ik wel, en dat heeft alles te maken met een dramatisch, bijna traumatische ervaring tijdens de Slipjacht in Hoevelaken, jaren geleden. En wat de nieuwste cd van K3 met J2 te maken heeft?

Van harte welkom zondagavond om 19.00u in de Gereformeerde Kerk te Enter.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 

Als hele schokkende dingen in de media verschijnen, dan heeft bijna iedereen zijn/haar oordeel klaar. Dat liegt er vaak niet om! Soms is het niet eens echt schokkend, maar vooral heel vervreemdend. Dan rijst de vraag : Hoe bekijk/lees je het? Geef je de ander werkelijk een kans? En, mag God zoals Hij werkelijk is, met jou zijn, met zijn wijsheid? Geef je God werkelijk een kans?

Na de dood van vader Jakob blijken de broers hardleers, heel angstig, blijven ze hangen in vroeger: Jozef haat ons, wil zich wreken, kwaad voor kwaad vergelden. Ze gaan van zichzelf uit: we hebben ze een beetje leren kennen…Aan slot van verhaal van Jozef, kunnen we de balans opmaken…

In de preek benoem ik uitgebreid doorbroken patronen, nieuwe patronen en niet doorbroken patronen. Hieronder een korte opsomming.

Doorbroken patronen:

– Seksuele uitspattingen van broers (Ruben&Bilha, Juda&Thamar) en verdere familie

– Het haten (bij dromen Jozef) en moorden van broers (Simeon&Levi bij Dina&Sichem)

– Harteloosheid broers (Juda bij Tamar, verkoop Jozef)

– Liegen, bedriegen, kwaadspreken (Jozef als tiener)

– Verzwijgen van de waarheid, maskers op, bij vader en vrouwen/zussen

– Negeren van betekenis dromen, uiteindelijk negeren van God

– Benjamin wordt niet opgeofferd, Jozef eerder wel

– Passiviteit : wel honger, niet om eten gaan

– Negatief over God denken en spreken: straf, dood, slaven

– Niet met elkaar kunnen spreken

– Jakob die zich weigerde te laten troosten en bleef rouwen

– Vervelende Jozef die later betrouwbaar, verantwoordelijk en gelovig is

– In vrede sterven i.p.v. verbitterd/ontroostbaar

– Menselijke dromen/gedachten worden opengebroken door Gods dromen en gedachten.

– God zet geen ‘.’ maar een ‘,’

Nieuwe patronen:

– In vrede verder gaan als je leugenvrij leeft

– Jozef vergeldt geen kwaad voor goed, maar goed voor kwaad

– Jozef wreekt zich niet, terwijl broers hem eerder wel wilden doden.

– Iets waar je vroeger om werd gehaat, je onuitstaanbaar mee hebt gemaakt, kan later tot zegen zijn voor jezelf en voor de ander die je eerst haatte.

– Niet alleen Ruben, zoals bij verkoop Jozef, maar iedereen verscheurt kleren als Benjamin dreigt slaaf te worden.

– Karakters kunnen veranderen

– Anderen worden gezegend vanwege jou

– Na alles volgt verzoening: dichtbij elkaar komen, praten

– Iedereen rouwt om Jakob, waar eerst Juda weinig verdriet had om vrouw en Jakob alleen om Jozef

– HEER was met Jozef

– Mensen vergeten je, maar God niet

– Iedereen moet kiezen als je kinderen krijgt: naamgeving

– Geen tolk nodig om te communiceren, direct communicatie

– Anderen zien in jou Gods Geest

– God kent uiteindelijk geen nachtmerries als Hij erbij mag zijn

– Wie niet waagt, wie niet wint: niet zomaar opgeven, risico’s lopen zoals Jakob Benjamin meegeeft.

– Zonder liegen en bedriegen zegent Jakob jongste/zwakste meer dan oudste/sterkste

Niet doorbroken patronen:

– Vreemdelingenhaat (die Hebreeër, Exodus)

– God en overvloed, als je zijn gerechtigheid maar zoekt

– God die trouw is, vol genade is, vol gein zit

– God leidt alles, eind goed, al  goed

Jozef neemt geen wraak, maar herhaalt woorden van vergeving, verzoening : bizar! Verantwoordelijkheid nemen voor het effect van foutgedrag en de consequenties daarvan, zelfs als het allemaal echt de verantwoordelijkheid van de ander is. Weigeren dat het foutgedrag het effect heeft wat het logischerwijs zou hebben. Jozef ontneemt zijn broers hun verantwoordelijkheid voor zijn verkoop naar en tijd in Egypte. Het is God. Jozef wil geen wraak nemen, niet doden, niet tot slaaf maken, maar vraagt dichterbij te komen, laat ze leven. Dat is niet logisch, maar Jozef weigert te laten gebeuren wat logischerwijs op dit foutgedrag zou volgen: wraak!

Berouw is geen voorwaarde.
Jozef gaat dieper: hadden broers werkelijk door wat ze hadden gedaan? Hadden ze echt berouw? Gingen ze naar Egypte om Jozef op te zoeken, het goed te maken, of gingen ze naar Egypte uit hongersnood? We lezen dat ze doodsbang zijn voor Jozef als Jakob is gestorven. Bang voor hun toekomst, hun leven. Wat als Jozef gaat doen met ons, zoals wij hebben gedaan met hem? Maar ondanks alles, vraagt Jozef niet om berouw. Niet bij zijn bekendmaking, nu ook niet als Jakob is overleden. Berouw is voor Jozef geen noodzakelijke voorwaarde voor vergeving, Jozef vergeeft los van omstandigheden, na jaren waarin hij heel veel geleerd heeft van God, met vallen en opstaan. Jozef wist dat hij het effect van hun foutgedrag van hun moest dragen: een groot deel van zijn leven alleen in Egypte, deel daarvan als slaaf, in de gevangenis. Net zoals die vader uit Lukas 15 wist dat zijn vermogen werd verkwist door die jongste zoon, hij wist dat hij thuiskwam om te eten, niet uit berouw, maar hij hem  toch vergeeft en leven geeft. Bij vergeving worden geen voorwaarden gesteld… Niet: voor wat, hoort wat. Je krijgt vergeving om niets, omdat alles al is volbracht. Jezus’ dood was de voorwaarde voor God om u, jou en mij te vergeven. Berouw komt later, wordt ook dieper en intenser als je de verzoening gaat begrijpen. Voordat ik iets deed, was alles al oké: beloofd bij doop, uitgebeeld in Avondmaal: overvloed van genade. Genade, mercy (niet krijgen, wat je wel verdiend hebt, straf) grace (wel krijgen, wat je niet verdiend hebt, leven) Genade is geinig : doet je verwonderd glimlachen.

De ander vergeven
Een christen kan dus ook vergeven zonder dat ander berouw toont. Je kan het dan loslaten, aan God overlaten, het leven leven zoals God het bedoeld heeft. Maar pas op: vergeving is een proces, heeft tijd nodig. Alles en iedereen vergeven is heel christelijk, maar kan niet afgedwongen worden. Daardoor is er teveel kapot gemaakt, daarvoor is er teveel gebeurd: nu moet je maar vergeven…. We zijn mensen met tekorten en gebreken. Jozef moest een lange weg gaan, voordat hij werkelijk zijn broers kon vergeven, verzoening mogelijk was. Maar de vraag blijft : verlang je er naar? Dat het weer goed komt met je ouders, kinderen, broer, zus, vriend van vroeger, buren?! Of hebben we ons te gemakkelijk neergelegd bij het niet vergeven, zijn we er aan gewend? Stappen we er veels te snel over heen wat er allemaal gebeurd?  Voelen we ons er stiekem prettig bij? Dan is dit verhaal voor ons een appèl, spiegel.

Gods leiding en onze eigen verantwoordelijkheid
Misschien dat we eerder nog konden denken dat Jozef zijn broers hard aanpakte, toen hij ze testte, met die beker, met Benjamin, ze in vrede te laten gaan naar hun vader zonder Benjamin. Maar hier zeker niet! Zij deden bewust kwaad, maar God deed anders met het oog op Jakobs familie. Dat betekent niet dat God bedacht wat broers moesten doen, zodat ze niet anders konden. Broers, maar ook wij, zijn verantwoordelijk voor ons leven, de keuzes, we zijn geen robotten. Maar de leiding van God waar Jozef over heeft, is illustrerend hoe God negatief menselijke intenties en gedrag kan veranderen in iets met positief effect. Het gevolg na Jozefs dromen is niet Gods schuld, maar God is niet uitgeschakeld als mensen anders kiezen. Herkennen we misschien wel als God redt uit onmogelijkheden.  Dat als je na jaren nog eens terugkijkt, je alleen maar kan concluderen dat God het was… Jozef stelt het heel zwart-wit: door iets kwaads hem aangedaan, deed God iets goeds voor anderen. Dat hoeven wij niet op anderen te projecteren, maar kunnen we voor ons zelf misschien wel herkennen.

Tot zover Jozef, nu de meerdere Jozef : overtreffende trap is Jezus, met universele betekenis. Jozef kon alleen toen, voor zijn familie in Kanaän van betekenis, Jezus wil altijd, voor iedereen op de hele wereld van betekenis zijn… Het slechtste van de mens, de zoon van God kruisigen, werd omgedraaid tot wereldreddende actie. Dat betekent niet dat we maar wat aan kunnen rommelen, God doet het niet altijd, maar God kan het zo doen en we leven toe naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waar God zal zijn alles en in allen.

Jezus, de meerdere Jozef, die ons het ultieme voorbeeld heeft gegeven door zijn vijanden te vergeven. Hij heeft ons de opdracht gegeven en zijn Geest ons gegeven, meer dan slechts een voorbeeld. Ook nu nog wil Hij u de kracht, de moed, de wil geven om in situaties van haat en nijd, onverschilligheid, verzoening tot stand te brengen. Ook nu nog wil Hij u het lef, de hoop, het geloof en de liefde geven om open te staan voor de mogelijkheid dat mensen veranderen. Voor Jozef was het geheim dat de HEER met hem was. In het Nieuwe Testament is veel gezegd over wat in het leven van Jozef en zijn familie misging. En ook hoe het goed zal komen. We lazen een gedeelte uit Filippenzen 2. Met deze woorden van Jozef, van Jezus, gaan we op weg, de weg van schijnbare onmogelijkheden, daarom bidden we zingend ‘Heer wijs mij uw weg’!

De hele preek en hele dienst is na te beluisteren via de website.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 

In de Hebreeënbrief lezen we : let op het levenseinde van de mensen die jullie zijn voorgegaan (13:7) Aan hun einde kun je namelijk zien hoe ze, na alles wat ze hebben meegemaakt,  wachten op hun sterven. Daarom, voordat we de namen noemen van de gemeenteleden die in het afgelopen kerkelijk jaar zijn ontslapen, kijken we naar het sterven en de begrafenis van aartsvader Jacob, zoals we dat lezen in Genesis 49:29 – 50:14.

 Ik word met mijn volk/voorgeslacht/voorouders verenigd. Jakob kent zijn tijd, nadat hij nog 17 jaar met Jozef heeft geleefd, die 17 was toen hij vertrok. Toen hij begon te beseffen dat Jozef leefde, leefde hij helemaal op. Was hij daadkrachtig en voortvarend. Als Jakob bij farao is, komt hij nogal negatief over, beschrijft zijn leven als niets dan ellende (Gen.47:9). Ik hoop dat ik aan het einde van mijn leven iets anders zal zeggen. Want je zou denken, zo erg was het ook weer niet, toch blijft bij Jakob het glas half leeg. Maar ja, anderen weten dat altijd beter… Laten we daar niet te snel een waardeoordeel over hebben, niet te snel iemand veroordelen. Als je ouders, opa/oma niet de meeste gezellige persoon is : besef wat ze hebben meegemaakt… Oorlogen, crises, verlies, dat gaat niet in je koude kleren zitten, hoe goed je het nu ook mag hebben.

Je tijd kennen…en onder ogen zien wat er dan gaat gebeuren…dat je onherroepelijk gaat sterven. Want als het jaren later zover is, als Jakob aanvoelt dat het niet lang meer zal duren, dan is Jacob er weer helemaal. Hij verzwijgt niet dat hij zijn heil van God verwacht. En hij wil dat zijn zoons meegeven en hij laat ze allemaal komen om afscheid te nemen. De zonen worden gezegend, met woorden van onvoorstelbare helderheid en eerlijkheid. Dat zie je vaker, dat mensen op hun sterfbed meer mens worden, milder worden, heel wijs en eerlijk zijn. Jakob heeft zichzelf beter leren kennen. Deze dwarse schaapherder die met God en mensen worstelde, die uit angst bedroog en stal, die ontevreden was met zijn lot, die door God er telkens weer bij gesleept moest worden omdat hij uit eigen wil vaak niet wilde, lastiger dan zijn voorvaderen. De begrafenis wordt geregeld in het beloofde land en zo is het later ook uitgevoerd.

 Legde zijn voeten bij elkaar op bed en gaf de geest/blies de laatste adem uit. Vredig i.p.v. verbitterd/verdrietig (zoals in 37:35, 42:38, 44:29,31) sterft hij. Jakob kon sterven omdat hij wist dat Jozef leefde. Ook omdat hij meer die mens geworden is zoals God voor ogen had. Ruimte gaf aan Gods geest…

Hij werd verenigd met zijn volk/voorgeslacht/voorouders. Wat gebeurde er toen?

God schiep de mens in het begin uit de aardbodem/stof en blies daarna de mens Zijn geest in. ‘We zijn uit stof aan het licht gekomen en leven slechts op de adem van zijn stem’ (Ps.103). En vroeg of laat, daal je neer in het dodenrijk, wordt je verenigd met je voorouders/voorgeslacht. En dan? Dood is dood? We weten het niet… Maar het is geen leeg niets waar Jakob heen gaat, we kunnen wel stippellijntjes trekken. Jakob stierf in vrede. Hij gaf de geest, terug aan God. Hij blies zijn laatste adem uit, nadat bij de eerste mens er ook geblazen was. De laatste adem, de geest, keert terug tot God die de mens ook gemaakt heeft. Stoft wordt stof, het lichaam wordt begraven, keert terug tot de aarde, wordt weer het oorspronkelijke materiaal waarvan God de mens maakte in het begin. Daarom heeft begraven een extra symboliek boven cremeren. Als we begraven geven we het lichaam terug aan God, vertrouwen we het toe aan de schoot der aarde, zaaien we in de dodenakker.

Dan ga je naar je voorouders, daal je af in het dodenrijk, de sheool, hades. Sheool/hades hebben allebei de betekenis in zich van onzekerheid, twijfel, opgehouden te bestaan. Een slapen, rusten, een niet langer waarneembaarheid, maar als hier God met je was, dan daar ook.

 Voor nu: Jakob is ontslapen, beginnen te slapen, rust daar tot de jongste dag. In de lijn van het Jozef-verhaal: als God met je is, dan is die slaap een mooie droom, geen nachtmerrie. Dan ben je bij God en God is bij jou, maar je bent in afwachting van iets nog veel mooiers. Dan is er heel veel anders, maar één ding niet, als je nu met God was, en God met jou, dan daar ook. Zoals je later niet gelukkig kunt zijn zonder God, zo kan je nu niet echt werkelijk gelukkig zijn zonder God.

 Jozef is intens verdrietig, na het bewogen leven van zijn vader en van hem. Dan wordt alles in het werk gezet om een koninklijke begrafenis te organiseren. De Egyptenaren doen mee na de dood van de vader van hun redder. Het is allemaal heel indrukwekkend, maar wel de begrafenis van een hielelichter, directeur van de Firma “List & Bedrog”. Jakob was geen gemakkelijke man, met lievelingsvrouw en lievelingskindjes. Die niets durfde te doen toen zijn dochter Dina werd verkracht. Die zijn zonen verweet dat ze hem een slechte naam bezorgden toen Simeon en Levi met behulp van andere broers de mannen van dorpje Sichem vermoorden en de rest buit maakte. Die het liet gebeuren dat zoon Ruben met zijn bijvrouw het bed deelde. Aan het einde van zijn leven komt Jakob nog terug op Ruben, Simeon en Levi tijdens het afscheid nemen. Jakob die vaak vooral aan zichzelf dacht, zijn eigen plezier. Het zou je vader maar zijn geweest…die je moet begraven…laatste eer bewijzen. Jakob, met heel veel misstappen, maar wel een mens waar God van hield. Die uiteindelijk toch ontdekt wie God voor hem wil zijn…

 De camera’s draaien : En wij?! Is God met ons? Dat heeft hij beloofd bij je doop, dat hij als een vader/moeder voor je wil zijn. Elke keer mag ik het aan het begin van dienst namens Hem u toezeggen, God laat niet los waar Hij eenmaal mee begonnen is. Maar hij respecteert wel uw, jouw keuzes om je uit zijn liefde te ontworstelen. Jakob had ook met God geworsteld, maar uiteindelijk gezegd: ik laat u niet los, tenzij u mij zegent! Je mag met God worstelen, hem voor alles uitmaken wat mooi en lelijk is, daar staat de Bijbel vol van. Maar er komt een punt dat je de balans opmaakt. Is je leven een droom omdat God met je is of een nachtmerrie omdat je God er buiten houdt?

 Kan je op korte termijn sterven? Laat je dan je vrouw/man en kinderen goed achter? Praten jullie daar wel eens over? Hoe je dan dingen moet doen? Met het bedrijf, de kinderen?

 Hebben wij wat te zeggen als we gaan sterven, iets te delen aan geestelijke erfenis, om door te geven? Kunt u gevoelens verwoorden, zeggen of opschrijven? Een brief voor je geliefden om nog eens te verwoorden hoe lief ze je waren, dat je ze echt vergeven hebt? Herinneringen delen? Hoe wilt u dat uw kinderen en anderen u later herinneren? En hoe denkt u dat u nu herinnert zult worden door mensen die goed of minder goed kennen? Kan je op je sterfbed zingen:  Welzalig is hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, die zijn verwachting stelt op de HEER, zijn God! Herder Jakob, die wist : de HEER is mijn Herder, het ontbreekt mij aan niets. Jakob kon zo in vrede sterven, omdat hij wist dat Jozef leefde. Wij mogen ook in vrede sterven, omdat we weten : Jezus leeft, Hij heeft de dood overwonnen. Jezus die zei : Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven.’

De hele preek en hele dienst inclusief herdenken van de overleden gemeenteleden is na te beluisteren via de website.

Floris den Oudsten v.d.m.

predikant Gereformeerde Kerk Enter 

Zondag lezen we het Bijbelboek Genesis uit.

’s Morgens lezen we over Jakobs afscheid, sterven en begrafenis. Jakob die wordt verenigd met zijn voorgeslacht… Jakob was geen gemakkelijke man, het zal je vader maar geweest zijn, die je moet begraven, de laatste eer moet bewijzen… Maar wel een mens waar God van hield, die in vrede kon sterven. En jij? Kan jij in vrede sterven?

In deze dienst noemen we ook de namen van twaalf gemeenteleden die in het afgelopen kerkelijke jaar zijn overleden.

’s Avonds lezen we over de broers die na de dood van vader Jakob bang zijn voor Jozef. Zal Jozef ze niet alsnog alles betaald zetten? We zullen zien welke patronen van de familie zijn doorbroken, welke in stand zijn gehouden en welke nieuwe patronen er zijn ontstaan. En we ontmoeten de ‘meerdere Jozef’, die niet alleen toen, voor zijn familie in Kanaän van betekenis was, maar die altijd, voor iedereen op de hele wereld van betekenis wil zijn…

Welkom bij de ontknoping van de soap Jozef.

 Iedereen is van harte welkom in beide diensten!

’s Morgens is er crèche voor de allerkleinsten en kindernevendienst voor de kinderen van de basisschool. Na de dienst is er in Ons Centrum koffie voor de families van de overledenen en voor iedereen die zich verbonden weten met de overledenen.

Het lied ‘Mijn Herder’ beluisteren we zondagmorgen na de preek over herder Jakobs afscheid, sterven en begrafenis.

Genesis 47 is een bizar verhaal, met op het eerste gezicht een bedenkelijke rol van Jozef, of niet? De invoering van de slavernij, een belastingtarief van 20% en een bizar vreemdelingenbeleid… Maar laten we er nog eens wat preciezer naar kijken en bij het begin beginnen.

 Jozef, de tweede man van Egypte, vertelt farao, de eerste man, over zijn familie die in Egypte is aangekomen. De broers die Jozef meeneemt noemen zichzelf ‘vreemdelingen’, onze asielzoekers/gelukszoekers. Ze vragen om bescherming, om leven en toekomst voor hun familie. Want er is in het land van herkomst geen weidegrond meer voor het vee en geen voedsel meer voor de mensen, want er is een zware hongersnood, en er lijkt geen einde aan te komen.

Wat dan gezegd en gedaan wordt, is bizar in onze wereld waarin wij vluchtelingen laten verzuipen, er hekken worden gebouwd, deals met dictators worden gesloten, asielzoekers op straat worden gezet omdat niemand ze wil : Nederland niet en thuisland niet, wel/niet bed-bad-brood, velen de illegaliteit ingaan, met alle narigheid en misbruik daarvan.

Deze gelukszoekers worden hartelijk, royaal, koninklijk ontvangen, en dat in crisistijd/hongersnood. Want in Egypte zelf is ook zware hongersnood, ook geen weidegrond voor vee, ook tekort aan eten. En toch, mag Jozef zijn hele familie met al hun bezittingen over laten komen, wat een gezinshereniging. En het land Egypte ligt voor ze open, het beste deel van het land is voor familie van Jozef. En ze krijgen ook nog eens grondbezit, het kan niet op.

Gokje waar ze in Nederland zouden mogen wonen, het beste deel van het land… Jozef zou ze vandaag de dag naar Twente of Zeeland sturen, zou ze hier bij ons grondbezit geven… Ze krijgen een verblijfsvergunning, mogen in beste deel van land wonen, krijgen bezit, mogen werken. Ze pikken dus ook nog eens de banen in…  Ze hoeven zich niet te vervelen in een AZC of geestdodend werk te doen, maar werken voor de farao. De broers worden ambtenaren, komen in dienst bij farao, hoeveel bestaanszekerheid wil je nog meer?

Het lijkt wel een broodje-aap-verhaal : de gelukszoekers worden in de watten gelegd, alles er op en er aan, ze hebben het veel beter dan de gemiddelde Egyptenaar, en dat allemaal op kosten van de staat…Je kan je wel voorstellen wat hierover gezegd zou worden in politiek, op sociale media, aan de borreltafel.

 Jozef krijgt alle ruimte om zijn familie het beste te geven, het kan niet op… Oké, hij heeft met zijn voedselprogramma er voor gezorgd dat er in Egypte voldoende koren is. Maar dan nog…overdrijft deze voormalige slaaf en buitenlander niet een beetje? Bijzonder, die gastvrijheid van Jozef, van het volk van Egypte. Later, met een andere farao, als Jozef niet meer leeft, en is vergeten, blijkt dat dit toch voor een voedingsbodem voor vreemdelingenhaat heeft gezorgd… Maar voor nu de hemel op aarde.

En nog even over het inpikken van die banen door de buitenlanders. Het waren wel banen waar Egyptenaren hun neus voor ophalen : er is niets nieuws onder de zon. Herder van kleinvee is voor Egyptenaren een gruwel, zoals voor steeds meer werk wij buitenlanders nodig hebben…omdat het voor ons een gruwel is…

Hierna lezen we over Jakob die op audiëntie bij farao gaat, waarbij Jakob de farao zegent. In alle vrijmoedigheid zegent deze oude vreemdeling de hoogste baas in Egypte. Bijzonder! Zegenen wij ook onze regeerders? Bidden we voor ze? Of mopperen we alleen maar op politici en belangrijke beleidsmakers? Jakob zegent de farao en de farao ontvangt die zegen ook van deze buitenlander, gelukszoeker. Wat waarschijnlijk heeft meegespeeld is dat in Egypte een lang leven gezien werd als goddelijke gunst. Jakob was 130 jaar, al 20 jaar meer dan het Egyptische ideaal van 110 jaar. Dat geeft nog meer kracht aan de zegen die Jakob de farao meegeeft bij aankomst en vertrek. Het was een gezegende ontmoeting.

 Jakob spreekt met farao over zijn vreemdelingschap, zijn afhankelijkheid van anderen. Ziet zijn leven niet als gezegend, maar somber, kwaad, kort, zeker in vergelijk met vader en grootvader. Niet : en hij leefde lang en gelukkig, maar kort en ongelukkig… Ook nu Jakob zijn zoon in de armen heeft gesloten, zijn familie niet is  gestorven van honger, blijft bij hem het glas half leeg. Laten we daar niet te snel een waardeoordeel over hebben, niet te snel iemand veroordelen. Als je ouders, opa/oma niet de meeste gezellige persoon is : besef wat ze hebben meegemaakt… Oorlogen, crises, verlies, dat gaat niet in je koude kleren zitten, hoe goed je het nu ook mag hebben.

 Want Jakob en zijn familie mag wonen in het beste deel van het land, ze krijgen eigen grond. Meer dan wat een doorsnee immigrant krijgt, meer dan wat een gemiddelde Egyptenaar had. Deze vreemdelingen krijgen een goed leven op kosten van het gastland. Ze hebben het beter dan rest van Egyptenaren, overvloed in tegenstelling tot honger van de Egyptenaren.

 Dan gebeurt er iets vreemds : Jozef neemt alles af van mensen die met rug tegen muur staan. Hun geld, hun bezittingen, hun vee en grond, zelfs hun zelfstandigheid, pakt Jozef af. Hij plukt door totdat er van de kale kippen niets meer te plukken valt… Jozef gaat de Egyptische economie radicaal hervormen : hij koopt alle bezittingen op van mensen die wanhopig zijn en maakt vervolgens ook nog eens iedereen slaaf van de overheid, Jozef koopt in drie fases alles op van de Egyptenaren die niets voor zichzelf overhouden.

 Jozef lijkt een nieuwe dictator te worden, door iedereen tot slaaf te maken, alle bezittingen toe te eigenen terwijl de mensen eigenlijk geen keus hebben door de hongersnood… Toch lezen we dat mensen blij zijn : u hebt ons in leven gehouden. We moeten dit verhaal blijkbaar toch anders lezen.

Ten eerste zijn slaven in die tijd niet allemaal slaven zoals wij die kennen. Jozef had het bijvoorbeeld goed als slaaf van Potifar. In de Oudheid was ‘slavernij’ ook geaccepteerd, maar andere slavernij dan waar wij aan denken, soort van onze relatie zelfstandig ondernemers en werknemers/loonslaven. De werknemer heeft zekerheid, de zelfstanding ondernemer meer risico. Alle zelfstandigen worden door de staat in dienst genomen, tot loonslaaf gemaakt, maar de meesten van ons hebben daar geen enkel probleem mee, velen vinden het juist wel prettig omdat het ook heel veel voordelen heeft, bestaanszekerheid geeft.

Ten tweede komt de voedselvoorziening zo in handen van de wijze onderkoning van Egypte,  niet langer in handen van mensen die in goede jaren niet dachten aan het opslaan van overvloed.

En voor wie nog twijfelt over het succes van Jozefs hervormingen :  Iedereen moet belasting betalen, maar 20% belasting daar zouden we denk ik gelijk mee akkoord gaan. Dit Bijbelse belastingplan heeft ook nog eens een mooie paragraaf voor priesters / predikanten : ze worden vrijgesteld van belasting, een voorstel wat zelfs de SGP nog niet kent…

 In crisistijd groeit Jozefs familie. We lezen over bezit, vruchtbaar, zeer talrijk : de cliffhanger voor volgende seizoen, Exodus.

 Jozef is visionair, ziet het voor zich, durft te dromen, denkt out of the box, is een heerser. Wen maar vast aan die term, heerser/heersen, dat je in Gods naam leiding neemt, het goede zoekt. Niet alleen maar dienen, maar ook heersen, op een manier zoals God dat van ons verlangt. Jozef krijgt de farao en het volk mee in zijn plannen, ook voor die bijzondere familiehereniging. Jozef is echt een persoonlijkheid, heeft karakter, is succesvol…

 Hoe staan wij in het leven?

Gunnen wij anderen hun succes? Of zijn/worden we jaloers?

Bidden wij voor onze regeerders, zegenen wij ze, spreken wij goed over ze? Of mopperen we vooral?

En vreemdelingen, zijn die echt welkom?

Staan wij open voor hervormingen, vernieuwingen? Of willen we alles het liefst bij het oude laten?

Durven wij te dromen, out of the box te denken, hebben wij lef? Of gaan wij altijd de gebaande wegen?

En wat vinden wij van mensen die grootse plannen hebben, hun dromen met ons delen? Is het dan maar : doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg?

 God heeft een plan voor ons leven, grootse plannen voor ons, gaan wij daar in mee?
Mag God door ons heen werken, als we heersen, in Gods naam proberen het goede te doen.
Want heil/zegen/geluk, wie Jakobs God wil bijstaan, die God ter hulpe roept, want God is trouw!

Deze gehele dienst inclusief preek is na te luisteren via de website

Afscheid nemen is loslaten, zeggen ‘ik wil dat je me loslaat’, of juist nog heel even vasthouden.

Afscheid nemen doet pijn, onderstreept dat we alleen verder moeten gaan. Daarom zijn veel mensen ook niet goed in afscheid nemen. Helemaal niet als het definitief is, als we weten dat de dood scheiding gaat brengen. Scheiding tussen de persoon die weg zal gaan en zij die achterblijven.

Afscheid nemen schuiven we ook vaak voor ons uit. Mensen willen het vaak niet zien. Nog niet de dominee bellen, want dan is het echt een afgelopen zaak.

Er is veel angst dat als we over dood praten de dood ook met haar schaduw over ons leven valt. Maar dat hoeft niet! Je kan heel goed en mooi praten over afscheid nemen en nog vol in het leven staan.

Afscheid nemen is heel intens en waardevol. Waarom pas onze diepste gevoelens delen als de persoon is overleden? Waarom niet bij leven nog eens alles zeggen, wat je wilt zeggen over wat die ander heeft betekent voor jou? Blijdschap, vreugde, trots…. Waarom niet bij leven nog eens alles zeggen, wat je wilt zeggen over wat die ander niet heeft betekent voor jou? Verdriet, boosheid, teleurstelling, schaamte,…

Praten in Enter partners onderling, ouders en kinderen, grootouders en kleinkinderen, vrienden met elkaar over de dood?

 In crisistijd groeit Jozefs familie, vanmorgen lazen we over bezit, vruchtbaar, zeer talrijk : cliffhanger voor het volgende seizoen, Exodus. Oude Jakob en zijn familie overleeft de hongersnood, ze hebben het beter dan ze ooit hadden kunnen dromen. We lezen in Genesis 48 en 49 hoe het verder gaat.

Jakob roept jaren later Jozef : als ik genade in jouw ogen gevonden heb… De vader onderwerpt zich aan zijn zoon, zoals een slaaf aan zijn meester, vraagt hij Jozef om een gunst die Jozef met een eed bezweert.

 Als Jakob later ziek wordt, gaat Jozef met zijn twee zoons naar zijn vader toe. Jakob verzamelt nog eens zijn krachten, gaat zitten en gaat spreken. Jakob deelt met zijn zoon Jozef de zegen en de belofte van God in een droom jaren geleden. Jakob houdt het niet voor zichzelf, maar deelt het met zoon en kleinzonen, geeft het aan ze door wat hij van God heeft ontvangen.

 En dan adopteert Jakob de zonen van Jozef, Efraïm en Manasse zijn van mij, zullen als mijn zonen gelden. Waarom adopteert de stervende Jakob zijn kleinzonen als zijn eigen zonen? Hij kan toch niets meer voor ze beteken nu hij op zijn sterfbed ligt en aan het afscheid nemen is? Juist wel, deze adoptie is van grote betekenis voor de toekomst van Efraïm en Manasse. Zo weet Jakob zeker dat deze zonen van een Egyptische moeder ook later, na zijn sterven, helemaal delen in de belofte en zegen van Jakob, en in het erfelijke bezit, ook materieel. Het is een extra onderstreping, nu weet iedereen dat ze er helemaal bij horen.

Hebben wij er voor gezorgd dat onze kinderen goed terecht komen als wij overlijden? Bij de geboorte van een kind denk je er nog niet aan, maar wat als jullie samen tegelijk sterven, door een ongeluk, ziekte? Heb je dan er voor gezorgd dat anderen weten hoe je wil dat het dan met je kinderen gaat? Of gaan daar dan familieleden, vrienden, vreemden, rechters over beslissen? Hebben wij er al alles aangedaan dat we zeker weten dat menselijker wijs het goed zal gaan met onze kinderen als wij er niet meer zijn?

Praat daar met elkaar over, stel dat niet uit, want van uitstel komt afstel…

 Mooi dat Jozef zijn zonen heeft meegenomen. Ook al herkent Jakob ze niet, want hij vraagt Jozef wie die twee mannen zijn. Jakob is inmiddels net zo blind als zijn eigen vader Izak was aan het einde van zijn leven. Misschien herkenbaar, dat je vader of moeder jouw kinderen ook niet meer herkent. Door ouderdom, dementie, blindheid. Maar neem ze wel gewoon mee, ga wel gewoon mee met je ouders als ze naar je oude oma/opa gaan. Want hierdoor gebeurt er iets heel emotioneels, onvergetelijk voor iedereen. Jakob zegent Efraïm en Manasse, hij kust en omhelst ze. Toch geweldig als je zo afscheid van elkaar kan nemen?! Afscheid nemen is loslaten, maar ook nog heel even vasthouden, knuffelen.

Afscheid nemen, bestaat niet? Van Jakob leren we hoe je afscheid kunt nemen, met een lach en een traan. Veel van wat Jakob heeft gedaan is ons niet tot voorbeeld, maar op het einde : eind goed, al goed. Drie generaties hebben onverwachts een heel waardevol samenzijn.

Jakob zegent eerst Efraïm, weer wordt de jongste zoon voorgetrokken, zoals zijn vader en zijn vader. Maar je ziet het ook veel vaker in de Bijbel, dat de jongste wordt uitgekozen en velen laatsten zullen de eerste zijn.

 Bijzonder hoe Jakob zich zo uitspreekt. Spreken wij ons ook zo uit? Zegenen wij onze kinderen, onze kleinkinderen? Wensen we ze succes of schelden we ze uit, mopperen we op ze? Spreken wij positief, liefdevol over onze kinderen en kleinkinderen? En als je dat lastig vindt kan je dat ook opschrijven, een brief of kaart. Hoe je over ze denkt, wat je voor ze voelt. Daarvoor hoef je niet te wachten tot je oud bent geworden, je op je sterfbed ligt. Neem je wel eens je kinderen en kleinkinderen apart voor een goed gesprek? Een vriend of vriendin, je ouders of grootouders en vertel je wat ze voor je betekenen? Soms denk ik wel eens bij een begrafenis : had de overledene dit maar eerder en vaker gehoord. Waarom wordt dit pas zo expliciet uitgesproken nu de persoon dood is? Als we niet veel meer met de realiteit van de dood zouden leven, zouden we dan ook niet veel vaker goede gesprekken hebben in plaats van die vele oppervlakkige gesprekken over het weer, de voetbal of …

Ik denk dat over de dood spreken, over sterven en afscheid nemen, niet doods is, maar levend. Wat heeft die ander voor je betekent? Wat wil je overnemen, wat juist niet? Welke personen/gedeelten uit Bijbel spreken je aan, welke psalmen/gezangen/liedteksten zeggen je veel? Ik geloof dat als we daar meer over praten we ook veel beter met de dood kunnen omgaan. Omdat je weet hoe die ander in het leven stond, over de dood dacht. Natuurlijk, je bent nog steeds verdrietig, misschien juist wel veel verdrietiger, omdat je veel waardevols met elkaar hebt gedeeld. Dat zullen we ook zien bij Jozef als zijn vader sterft.

 Daarna riep Jakob zijn zonen, het zooitje ongeregeld, en gaat hij spreken, zegenen. Maar het is meer dan zegenen, het is ook profeteren : hij deelt zijn geestelijke erfenis, opent zijn geestelijke testament, van zegen en vloek. Er klinkt dus ook een profetische stem over de toekomst van de stammen, niet specifiek over deze zonen, maar over hun nageslacht als ze later in Kanaän zullen leven. Maar er wordt ook nog teruggekeken, de misstappen van Ruben, Levi en Simeon worden nog genoemd, Jakob neemt er nu wel openlijk afstand van, waar hij eerder om de hete brei heen draaide.

 Bij zo’n afscheid kan het snel mis gaan als de kinderen geen goede verhouding hebben met elkaar. En wat is er allemaal gebeurd in de familie van Jakob?! En toch roept Jakob ze bij elkaar, ondanks wat er allemaal gebeurd is. Nog best spannend, zullen ze allemaal komen na wat er allemaal is gebeurd?!  Ook vandaag de dag gaat er nog zoveel mis rond afscheid nemen, bij het verdelen van de erfenis. Daar is het niet altijd eerlijk aan toe gegaan, niet iedereen krijgt altijd het gelijke deel aan zegen/erfenis/waardering.

Maar wat doen wij met wat wij wel gekregen hebben?

 Jakob geeft aan zijn zonen en kleinzonen door wat hij van God ontvangen heeft. Dat is veel waardevoller dan wat je aan geld of goederen krijgt. “Heeft vader of moeder nog wat gezegd, wat waren zijn/haar laatste woorden?” De broers en zonen van Jozef hoeven er niet naar te gissen, ze hebben het allemaal gehoord. Er is heel veel gebeurd en toch zijn ze nu allemaal bij elkaar als hun vader zijn geestelijke erfenis doorgeeft, zijn geestelijke testament met hen opent. Ik hoop dat u het lef krijgt, niet hebt, maar krijgt van God, om nu het nog kan, dingen uit te praten. Om dingen uit te spreken, op te schrijven, elkaar op te zoeken, elkaar te omhelzen en te kussen. Om elkaar genadig en liefdevol de waarheid te zeggen…

 Afscheid nemen, bestaat niet? We leren van Jakob wel iets anders. We leren van hem hoe je in Gods naam afscheid neemt. Zie, ik ga sterven, maar God zal met jullie zijn. Met zo’n afscheid kan je een geliefde loslaten, het losgescheurde afhechten en de draad van je eigen leven oppakken.

God zal er zijn, niet alleen als je eenzaam of bang bent, maar in tijden van verdriet én vreugde, altijd!

Zo zing je het lied van Marco Borsato ook heel anders :

 Zie, wat onzichtbaar is
Wat je gelooft is waar
Open je ogen maar
En, dan zal ik bij je zijn
Alles wat jij moet doen
Is mij op m’n woord geloven

Zoek me in alles dan kom je me tegen
Fluister mijn naam
En ik kom eraan

 Waar je ook zult lopen ja, ik loop met je mee
Iedere stap en ieder moment
Waar je dan ook bent!

Wat je ook doet
Waar je ook gaat
Wanneer je me nodig hebt
Fluister gewoon mijn naam
En ik kom eraan

 Het ontroerende is dat God er niet aan komt, maar dat Hij er altijd is.

Dat God ons niet alleen draagt op de moeilijke tijden, maar Hij ons leven draagt.

Dat ons leven bij Hem veilig is, alleen Hij ons echt het geluk kan geven in leven en sterven.

 We zongen het lied ‘Ik zal er zijn’

 Deze gehele dienst inclusief preek is na te luisteren via de website

De Gereformeerde Kerk Enter kent een regeling waar plaatselijk, dus alleen voor Gereformeerd Enter, bepaalde afspraken in zijn vastgelegd. Ten aanzien van de bediening van de doop wil de kerkenraad graag een wijziging in de plaatselijke regeling aanbrengen, waar de instemming van de gemeente voor nodig is. In de extra vergadering van zondagmorgen, meteen na de dienst, zal de kerkenraad de volgende wijziging voorstellen: Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen zowel belijdende leden als doopleden de doopvragen beantwoorden. De huidige regeling is: Eén van de doopouders moet belijdend lid zijn van onze kerk. Op D.V. zondagmorgen 19 november, direct aansluitend aan de morgendienst, wil de kerkenraad de gemeente nader informeren over deze aanpassing en horen of de gemeente kan instemmen met deze aanpassing. Iedereen is van harte welkom om hierbij aanwezig te zijn.

Voor de allerkleinsten is er crèche in de kelder, voor kinderen van de basisschool is er opvang in Ons Centrum zodat ouders in alle rust naar deze vergadering kunnen die zal plaatsvinden in de kerkzaal.

Als buitenlander en voormalig slaaf Jozef minister-president van Nederland zou zijn, dan zou hij :
– iedereen slaaf van de overheid maken, niemand zou meer privébezit hebben
– een belastingtarief van 20% invoeren
– een bizar vreemdelingbeleid voeren : zijn eigen familie zou naar Nederland mogen komen, met al hun bezittingen en ze zouden ook allemaal van hem een baan krijgen en grondbezit.
– zijn familie ook nog eens in het beste deel van het land laten wonen….ze komen dus naar…

 En dan te bedenken dat dit allemaal in crisistijd gebeurd, als er grote hongersnood is.

Jozef bedankt!?

 Volgens mij heeft geen één (christelijke) partij dit pakket maatregelen beschreven in hun verkiezingsprogramma, komt dit niet in de buurt van de regeringsverklaring. Zo wel, zouden we dan nog vertrouwen hebben in de toekomst?

 Zondagmorgen lezen we met elkaar Genesis 47 en we denken na over Jozefs vreemdelingenbeleid en zijn economische hervormingen (met de invoering van slavernij) en over het optreden van Jakob bij farao (over Jakob zondagavond nog veel meer, o.a. afscheid nemen, bestaat niet?!).

Voor de kinderen is er kindernevendienst  en voor de allerkleinsten is er crèche.

Iedereen is van harte welkom!

Alle ouders met kinderen op de catechisatie (maandag én dinsdag) zijn na de dienst van harte welkom in Ons Centrum voor een kort oudermoment.

En alle kinderen van de basisscholen zijn van harte welkom in de kerk om hun Schoenendoos in te leveren. We zijn heel benieuwd naar jullie creaties.

 

Jozef maakt zich bekend en de broers kunnen niets uitbrengen. Die man die hen eerst voor spionnen houdt, daarna verrast op een uitgebreid diner, daarna Benjamin tot slaaf wil maken, daarna keihard begint te huilen, is dat hun broertje dat ze hadden willen vermoorden vanwege die dromen? Daar wordt je wel even stil van… Jozef doorbreekt de stilte…En of hij dan gelijk de juiste woorden gebruikt om zijn broers gerust te stellen…

We lezen Genesis 45 en 46:1-7, 28-34

Ik ben Jozef! …stilte…
Kom dichterbij! …de broers stappen naar voren…Ik ben Jozef, jullie broer die jullie verkocht hebben! …ze zullen angst hebben gevoeld…
Dit is echt hun Jozef!
Want alleen hij weet van de waarheid achter de jarenoude leugen. En die Jozef is nu de  tweede man in Egypte…van de toenmalige wereld. (Waar ze iemand ophangen als vermaak om door de vogels het vlees van je botten te laten afpikken, zo is de schenker aan zijn einde gekomen) Een wereld van wrede machthebbers, waar zij bij in het niet vallen met wat ze Jozef hebben aangedaan. Zo iemand is hun Jozef geworden? Jozef ziet de angst en wanhoop bij zijn broers : Wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet in toorn ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe verkocht hebben. Verdrietig / bedroefd, is een mengsel van woede en pijn. In toorn ontvlammen / ontsteld is verwijten maken, ergernis opwekken, er over tobben. Ze zitten in de piepzak, beter gezegd : heel erg diep in de put… Maar Jozef laat ze niet bungelen, sidderen of boete doen…Natuurlijk, beter waren ze eerder naar Egypte gegaan om Jozef op te zoeken. Maar Jozef neemt geen wraak. Nergens staat trouwens dat God wraak neemt, al suggereren de broers dat wel telkens. Dat zegt meer over het godsbeeld van de broers dan over de werkelijkheid van God. Vorige keer zagen we dat Jozef niet meegaat in het voorstel van de broers van 1 dood en 10 slaaf, maar hij er van maakt 1 slaaf  en 10, alle anderen, vrij. Jozef komt ze telkens tegemoet en hoe… God heeft mij voor jullie uitgezonden om tot behoud van jullie leven, om jullie in leven te houden. Twee keer zegt hij dat.

Bijzonder om te zien hoe God steeds prominenter te voorschijn komt, Hem het masker wordt afgenomen. Het Familiediner in Egypte begon als een gemaskerd bal, waar Jozef zijn identiteit verzweeg, De maaltijden thuis waren ook een gemaskerd bal waar de broers jarenlang de waarheid verzwegen voor vader Jakob. Maar God verzweeg niets, verschuilde zich niet, maar kreeg als het ware niet de eer die Hem toekomt. Maar dat patroon wordt ook doorbroken. God wordt ontmaskerd, dat klinkt negatief. Maar het is positief. God had zichzelf geen masker opgezet, maar had zich berust dat mensen hem maskeren, verbergen. Deden alsof Hij er niet was. Ze hadden niet van harte berouw over hun zonden, waarmee ze God en hun naaste kwetsten en zichzelf de volle vreugde van het leven met de Heer ontnamen. Ze geloofden niet in een God van liefde en genade… Laat staan dat ze bereid waren die God te dienen… God is niet de afstandelijke, die niets te maken heeft met het leven van u, jou en mij. God is ook niet de straffende en wraaknemende God, die je bij elke misstap betaald zet. God is niet negatief: Hij denkt niet in iedereen slaaf maken, zelfs doden, maar denkt in leven en vrijheid. God leidt, God kiest uit, God is liefde. Dat is geen systeem, maar een persoonlijke geloofservaring. Zo ook bij Jozef. Niet de broers, maar Jozef zegt dat al zijn lijden Gods plan was. Pastoraal is dat belangrijk: wij gaan niet voor anderen invullen, maar luisteren en zwijgen als anderen het zo beleven. Jozef belijdt dat het God is, tot 3x toe vss 5, 7, 8. Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en al het andere, en zelfs in tijden van hongersnood, en alle ellende vooraf, daarin voorziet God, omdat Jozef zich liet vormen tot man van Gods dromen. Jozef is inderdaad helemaal de man geworden die God kan gebruiken. Ter geruststelling van de broers ontkent  hij hun verantwoordelijkheid, hij stelt ze gerust. Praat ook meer over God dan over zichzelf. Gods hand leidt alle verwarring, ontstaan door de schuld van mensen, uiteindelijk naar zijn heilzaam doel.

Ga naar mijn vader: niet alleen met geld, koren, Simeon, Benjamin, maar ook met het verhaal van een levende Jozef. Pas daarna durven de broers met hem te spreken. Wat moet er bij ons gebeuren voordat we on speaking terms met anderen, met God komen?  We met God praten, durven te reageren op zijn genade, zijn overvloed, zijn liefde? God als heilige en ontzagwekkend en wij zondige en bange mensen. God die we in onze oudste broer Jezus als Vader zijn mogen gaan zien,  bij wie we kind aan huis mogen zijn?!

Dan wordt Benjamin nog een keer voorgetrokken door Jozef, nu zonder haat en nijd tot gevolg. Met kleding, nadat ze jaren geleden Jozefs mantel hadden verscheurd, die mantel die jaren geleden de oorzaak van hun ruzie was. Jozef zegt : maak onderweg geen ruzie, wees niet bang. Wat zal er door ze heen zijn gegaan? Wat zullen de broers zich ongemakkelijk hebben gevoeld om hun vader uit te moeten leggen hoe het zat dat zijn zoon Jozef nog leeft en onderkoning is in Egypte. Wat zal die leugen ze zwaar op de maag hebben gelegen al die jaren. Zo lang zo’n verschrikkelijk geheim bewaren. Jaren volgehouden. Het blijkt maar weer, al is de leugen nog zo snel…. Daarom: ga naar je vader, weet je welkom thuis. Maar dan zonder masker! Dat is niet eng, zonder masker bij de Vader thuiskomen. Want God kent je beter dan jij jezelf kent.

 

 

Wij zijn voortdurend onderweg. Sta je er voor open om werkelijk  in vrede naar je Vader te gaan. Dat bedoelde Jozef eerst sarcastisch (44:17). Maar als alle leugens en alle patronen zijn doorbroken dan is het een belofte. Dat kan dus alleen als je goede voornemens hebt…

 

Jakob krijgt te horen : Jozef leeft nog. Toen bezweek zijn hart/bleef er koud onder/geloofde het niet. Daarna: ik zal gaan! Heeft weer zin om te leven, zijn geest leefde op. Leugenvrij leven, maakt levenslustig! Vader en zoon ontmoeten elkaar, vallen elkaar huilend in de armen, huilen lange tijd. Wat een emotioneel weerzien zal dat geweest zijn.

 

Gods droom is groter dan onze nachtmerrie. Uiteindelijk komt er verzoening tot stand tussen Jozef en zijn broers. Niet gelijk de eerste keer, Jozef test eerst zijn broers. Voordat Jozef overging tot bekendmaking en vergeving is hij eerst zelf veranderd van wie hij eerst was tot wie hij nu is en zijn de broers ook veranderd.

 

Jozef heeft veel geleerd in de tijd dat hij heel bewust de HEER in zijn leven bemerkte, om dat vervolgens door te geven aan zijn broers. Hopelijk hebben wij ook veel geleerd, mogen we weer wijzer ons leven leven, als dankbare mensen. Staan we open voor vergeving én verzoening? Verwonderd over wie God voor ons maar ook voor ons broers en zussen, ouders en kinderen wil zijn. Niet om wat wij doen, maar om wat God heeft gedaan. Om stil van te worden…en God voor te danken.