Afscheid nemen is loslaten, zeggen ‘ik wil dat je me loslaat’, of juist nog heel even vasthouden.

Afscheid nemen doet pijn, onderstreept dat we alleen verder moeten gaan. Daarom zijn veel mensen ook niet goed in afscheid nemen. Helemaal niet als het definitief is, als we weten dat de dood scheiding gaat brengen. Scheiding tussen de persoon die weg zal gaan en zij die achterblijven.

Afscheid nemen schuiven we ook vaak voor ons uit. Mensen willen het vaak niet zien. Nog niet de dominee bellen, want dan is het echt een afgelopen zaak.

Er is veel angst dat als we over dood praten de dood ook met haar schaduw over ons leven valt. Maar dat hoeft niet! Je kan heel goed en mooi praten over afscheid nemen en nog vol in het leven staan.

Afscheid nemen is heel intens en waardevol. Waarom pas onze diepste gevoelens delen als de persoon is overleden? Waarom niet bij leven nog eens alles zeggen, wat je wilt zeggen over wat die ander heeft betekent voor jou? Blijdschap, vreugde, trots…. Waarom niet bij leven nog eens alles zeggen, wat je wilt zeggen over wat die ander niet heeft betekent voor jou? Verdriet, boosheid, teleurstelling, schaamte,…

Praten in Enter partners onderling, ouders en kinderen, grootouders en kleinkinderen, vrienden met elkaar over de dood?

 In crisistijd groeit Jozefs familie, vanmorgen lazen we over bezit, vruchtbaar, zeer talrijk : cliffhanger voor het volgende seizoen, Exodus. Oude Jakob en zijn familie overleeft de hongersnood, ze hebben het beter dan ze ooit hadden kunnen dromen. We lezen in Genesis 48 en 49 hoe het verder gaat.

Jakob roept jaren later Jozef : als ik genade in jouw ogen gevonden heb… De vader onderwerpt zich aan zijn zoon, zoals een slaaf aan zijn meester, vraagt hij Jozef om een gunst die Jozef met een eed bezweert.

 Als Jakob later ziek wordt, gaat Jozef met zijn twee zoons naar zijn vader toe. Jakob verzamelt nog eens zijn krachten, gaat zitten en gaat spreken. Jakob deelt met zijn zoon Jozef de zegen en de belofte van God in een droom jaren geleden. Jakob houdt het niet voor zichzelf, maar deelt het met zoon en kleinzonen, geeft het aan ze door wat hij van God heeft ontvangen.

 En dan adopteert Jakob de zonen van Jozef, Efraïm en Manasse zijn van mij, zullen als mijn zonen gelden. Waarom adopteert de stervende Jakob zijn kleinzonen als zijn eigen zonen? Hij kan toch niets meer voor ze beteken nu hij op zijn sterfbed ligt en aan het afscheid nemen is? Juist wel, deze adoptie is van grote betekenis voor de toekomst van Efraïm en Manasse. Zo weet Jakob zeker dat deze zonen van een Egyptische moeder ook later, na zijn sterven, helemaal delen in de belofte en zegen van Jakob, en in het erfelijke bezit, ook materieel. Het is een extra onderstreping, nu weet iedereen dat ze er helemaal bij horen.

Hebben wij er voor gezorgd dat onze kinderen goed terecht komen als wij overlijden? Bij de geboorte van een kind denk je er nog niet aan, maar wat als jullie samen tegelijk sterven, door een ongeluk, ziekte? Heb je dan er voor gezorgd dat anderen weten hoe je wil dat het dan met je kinderen gaat? Of gaan daar dan familieleden, vrienden, vreemden, rechters over beslissen? Hebben wij er al alles aangedaan dat we zeker weten dat menselijker wijs het goed zal gaan met onze kinderen als wij er niet meer zijn?

Praat daar met elkaar over, stel dat niet uit, want van uitstel komt afstel…

 Mooi dat Jozef zijn zonen heeft meegenomen. Ook al herkent Jakob ze niet, want hij vraagt Jozef wie die twee mannen zijn. Jakob is inmiddels net zo blind als zijn eigen vader Izak was aan het einde van zijn leven. Misschien herkenbaar, dat je vader of moeder jouw kinderen ook niet meer herkent. Door ouderdom, dementie, blindheid. Maar neem ze wel gewoon mee, ga wel gewoon mee met je ouders als ze naar je oude oma/opa gaan. Want hierdoor gebeurt er iets heel emotioneels, onvergetelijk voor iedereen. Jakob zegent Efraïm en Manasse, hij kust en omhelst ze. Toch geweldig als je zo afscheid van elkaar kan nemen?! Afscheid nemen is loslaten, maar ook nog heel even vasthouden, knuffelen.

Afscheid nemen, bestaat niet? Van Jakob leren we hoe je afscheid kunt nemen, met een lach en een traan. Veel van wat Jakob heeft gedaan is ons niet tot voorbeeld, maar op het einde : eind goed, al goed. Drie generaties hebben onverwachts een heel waardevol samenzijn.

Jakob zegent eerst Efraïm, weer wordt de jongste zoon voorgetrokken, zoals zijn vader en zijn vader. Maar je ziet het ook veel vaker in de Bijbel, dat de jongste wordt uitgekozen en velen laatsten zullen de eerste zijn.

 Bijzonder hoe Jakob zich zo uitspreekt. Spreken wij ons ook zo uit? Zegenen wij onze kinderen, onze kleinkinderen? Wensen we ze succes of schelden we ze uit, mopperen we op ze? Spreken wij positief, liefdevol over onze kinderen en kleinkinderen? En als je dat lastig vindt kan je dat ook opschrijven, een brief of kaart. Hoe je over ze denkt, wat je voor ze voelt. Daarvoor hoef je niet te wachten tot je oud bent geworden, je op je sterfbed ligt. Neem je wel eens je kinderen en kleinkinderen apart voor een goed gesprek? Een vriend of vriendin, je ouders of grootouders en vertel je wat ze voor je betekenen? Soms denk ik wel eens bij een begrafenis : had de overledene dit maar eerder en vaker gehoord. Waarom wordt dit pas zo expliciet uitgesproken nu de persoon dood is? Als we niet veel meer met de realiteit van de dood zouden leven, zouden we dan ook niet veel vaker goede gesprekken hebben in plaats van die vele oppervlakkige gesprekken over het weer, de voetbal of …

Ik denk dat over de dood spreken, over sterven en afscheid nemen, niet doods is, maar levend. Wat heeft die ander voor je betekent? Wat wil je overnemen, wat juist niet? Welke personen/gedeelten uit Bijbel spreken je aan, welke psalmen/gezangen/liedteksten zeggen je veel? Ik geloof dat als we daar meer over praten we ook veel beter met de dood kunnen omgaan. Omdat je weet hoe die ander in het leven stond, over de dood dacht. Natuurlijk, je bent nog steeds verdrietig, misschien juist wel veel verdrietiger, omdat je veel waardevols met elkaar hebt gedeeld. Dat zullen we ook zien bij Jozef als zijn vader sterft.

 Daarna riep Jakob zijn zonen, het zooitje ongeregeld, en gaat hij spreken, zegenen. Maar het is meer dan zegenen, het is ook profeteren : hij deelt zijn geestelijke erfenis, opent zijn geestelijke testament, van zegen en vloek. Er klinkt dus ook een profetische stem over de toekomst van de stammen, niet specifiek over deze zonen, maar over hun nageslacht als ze later in Kanaän zullen leven. Maar er wordt ook nog teruggekeken, de misstappen van Ruben, Levi en Simeon worden nog genoemd, Jakob neemt er nu wel openlijk afstand van, waar hij eerder om de hete brei heen draaide.

 Bij zo’n afscheid kan het snel mis gaan als de kinderen geen goede verhouding hebben met elkaar. En wat is er allemaal gebeurd in de familie van Jakob?! En toch roept Jakob ze bij elkaar, ondanks wat er allemaal gebeurd is. Nog best spannend, zullen ze allemaal komen na wat er allemaal is gebeurd?!  Ook vandaag de dag gaat er nog zoveel mis rond afscheid nemen, bij het verdelen van de erfenis. Daar is het niet altijd eerlijk aan toe gegaan, niet iedereen krijgt altijd het gelijke deel aan zegen/erfenis/waardering.

Maar wat doen wij met wat wij wel gekregen hebben?

 Jakob geeft aan zijn zonen en kleinzonen door wat hij van God ontvangen heeft. Dat is veel waardevoller dan wat je aan geld of goederen krijgt. “Heeft vader of moeder nog wat gezegd, wat waren zijn/haar laatste woorden?” De broers en zonen van Jozef hoeven er niet naar te gissen, ze hebben het allemaal gehoord. Er is heel veel gebeurd en toch zijn ze nu allemaal bij elkaar als hun vader zijn geestelijke erfenis doorgeeft, zijn geestelijke testament met hen opent. Ik hoop dat u het lef krijgt, niet hebt, maar krijgt van God, om nu het nog kan, dingen uit te praten. Om dingen uit te spreken, op te schrijven, elkaar op te zoeken, elkaar te omhelzen en te kussen. Om elkaar genadig en liefdevol de waarheid te zeggen…

 Afscheid nemen, bestaat niet? We leren van Jakob wel iets anders. We leren van hem hoe je in Gods naam afscheid neemt. Zie, ik ga sterven, maar God zal met jullie zijn. Met zo’n afscheid kan je een geliefde loslaten, het losgescheurde afhechten en de draad van je eigen leven oppakken.

God zal er zijn, niet alleen als je eenzaam of bang bent, maar in tijden van verdriet én vreugde, altijd!

Zo zing je het lied van Marco Borsato ook heel anders :

 Zie, wat onzichtbaar is
Wat je gelooft is waar
Open je ogen maar
En, dan zal ik bij je zijn
Alles wat jij moet doen
Is mij op m’n woord geloven

Zoek me in alles dan kom je me tegen
Fluister mijn naam
En ik kom eraan

 Waar je ook zult lopen ja, ik loop met je mee
Iedere stap en ieder moment
Waar je dan ook bent!

Wat je ook doet
Waar je ook gaat
Wanneer je me nodig hebt
Fluister gewoon mijn naam
En ik kom eraan

 Het ontroerende is dat God er niet aan komt, maar dat Hij er altijd is.

Dat God ons niet alleen draagt op de moeilijke tijden, maar Hij ons leven draagt.

Dat ons leven bij Hem veilig is, alleen Hij ons echt het geluk kan geven in leven en sterven.

 We zongen het lied ‘Ik zal er zijn’

 Deze gehele dienst inclusief preek is na te luisteren via de website