Na de spannende scene op de dorsvloer, midden in de nacht, wordt het morgen. Maar voordat het licht wordt, stuurt Boaz Ruth naar huis, want hij wilde niet dat bekend werd dat ze op de dorsvloer was geweest. Terwijl Ruth naar huis gaat en alles vertelt aan Naomi, gaat Boaz naar de stad. Terwijl Naomi tegen Ruth zegt : ‘Blijf hier dan maar rustig wachten tot je weet hoe het afloopt, mijn dochter, want ik weet zeker dat deze man niet zal rusten voordat hij de zaak geregeld heeft.’ …lezen wij in Ruth 4 verder hoe Boaz verder handelt als hij in de stad is aangekomen….

Terwijl Naomi en Ruth in afwachting waren van wat zou gebeuren, was Boaz intussen inderdaad al naar poort gegaan. Geen woorden, of niet alleen woorden, maar ook daden. Boaz, een rechtvaardige, man van Woord en Daad.

Bij de poort treft Boaz meneer ‘Dinges’, of hoe u ook heet / zijn naam is niet van belang. Natuurlijk kende Boaz deze meneer, zo groot was Bethlehem niet, maar zijn naam wordt niet genoemd, is niet van belang, niet belangrijk. Meneer ‘Dinges’ verdient geen naam, omdat hij de naam van de overledene niet in stand wil houden. Hij die de dode geen naam gunt, wordt zelf, als levende, geen naam gegund. Meneer ‘Dinges’ is daarom gedoemd anoniem te blijven. Boaz ontmaskert de losser als loser. Wel woorden, maar geen daden. Als iemand die wel er op uit was om eigen bezit te vergroten, maar niet bereid was om zijn bezit te delen. Want dat zou de consequentie kunnen zijn van trouwen met Ruth: de geboorte van een zoon als levende erfgenaam van de overleden Machlon. Er was de mogelijkheid dat het hem nadeel zou gaan opleveren, en hij wordt bang voor vermogensverlies. Zolang het hem weinig/niets kost, wil hij wel als losser optreden, goede naam maken, vooraan staan. Wanneer zijn eigen positie in gevaar komt en het zelfs een huwelijk tot gevolg moet hebben, krabbelt hij terug, haakt hij af. Extra reden om zijn naam maar te verzwijgen. Waar Boaz als held van vermogen het verhaal werd ingeschreven, daar dwarrelt ‘Dinges’ uit het verhaal weg, blijft voor eeuwig naamloos.

Tegelijk herkenbaar: vroom eigenbelang…. De mond vol met mooie woorden over naastenliefde, maar de praktijk…ikke, ikke, ikke… Laten we maar niet te snel denken dat we daar zelf geen last van hebben. Het gewone doen, dat willen we nog wel. Maar meer dan het gewone, een echt offer brengen, iets missen? Mag voor anderen zorgen mij iets kosten? Mag je inzetten voor de goede zaak ten koste gaan van een stukje ‘ik’? Of nog scherper : mag het ook het risico bevatten dat alles wat van jou is van een ander wordt? Of is toch altijd mijn welbegrepen eigenbelang beslissend? Mooie sier maken, vooraan staan, naam maken, alleen ten koste van anderen? Geloven we dat echt : als je liefde deelt, dat het altijd meer wordt? Zo richting Kerst, tijdens Advent, periode van inkeer, ontmoeten we Boaz die ons confronteert met onszelf. Doen wij wat wij zeggen, zingen, met mond belijden? Als iemand toevallig in ons leven komt… Als we geroepen worden om een ander te dienen, in kerk en samenleving…

Met die vragen is Boaz helemaal niet mee bezig. Kenmerk van een rechtvaardige: die houdt eigen rijkdom niet voor zichzelf. Boaz dient God met zijn geld, Gods geld. Want, is het jouw geld van jou of van God? Paulus schrijft : Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt? (1 Korinte 4:7) Koste wat het kost wil hij Naomi en Ruth helpen, werkelijk  toekomst geven, ze bevrijden van armoede. Eerder zagen we : dat doet Boaz niet minimalistisch, nu op het naïeve af, ook als het zijn eigen naam en bezit zou kosten. Wat je wel/niet denkt van die andere losser, Boaz’ rechtvaardigheid stijgt daar ver boven uit. Hij koopt het land wat van Elimelech was. Maar hij koopt ook Ruth, zodat ze niet het risico loopt als slavin bij die andere losser aan het werk te moeten. Zorgt ervoor dat voor Elimelechs familie een plaats blijft om te leven en hun naam niet vergeten wordt. Zijn inzet wordt beloond,  Boaz’ risico van naamloosheid heeft goed uitgepakt, want wie kent Boaz niet?

Wij hoeven niet roekeloos te zijn, maar ‘wie niet waagt, wie niet wint’… Boaz nam bewust risico’s, niet om er zelf beter van te worden, maar om God én medemens te dienen. Dat had ten koste kunnen gaan van zichzelf!

Veel mensen kijken aan het eind van het jaar wat ze nog kunnen missen en schenken nog wat extra aan het goede doel, ook omdat de Belastingdienst niet ieders grootste vriend is. Dat is heel goed, prachtig dat het belastingtechnisch wordt aangemoedigd! Maar durven we ook straks in januari in onze buidel te tasten als iemand toevallig op onze akker/weg komt? Als Actie Kerkbalans start?

De schoen wordt in het verhaal als bevestiging gebruikt, zoals water bij de doop, als teken en zegel, waar en zeker. De doop is voor ons de garantie, extra bevestiging, dat God je persoonlijk kent. Als jouw naam in één adem wordt genoemd met Gods naam : Vader, Zoon en Geest. Want ook al zijn we net zo rechtvaardig als Boaz, toch kunnen we door het leven gaan als anonieme meneer/mevrouw ‘Dinges’, kan je naam verdwijnen, uitsterven. Hoe heette die ook al weer? Zal ons overlijden niet het journaal halen. Maar wij zijn bij God niet naamloos, onze namen zijn in zijn boek opgeschreven. Waar mensen soms de (foute?) gewoonte hebben om bij het overlijden de naam door te strepen op de kalender, je bent er niet meer, je naam wordt doorgestreept, zo niet bij God.

Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen. (Openb.3:5) Maar dan moet je wel rechtvaardig zijn in Gods ogen, anders is het God zelf die je naam uitwist. Laat hen uitgewist worden uit het boek des levens, laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden. (Ps. 69:29) Voor de duidelijkheid: wel/niet rechtvaardige zijn wordt niet bepaald door wel/niet naar de kerk gaan. Wel/niet naar de kerk gaan bepaald wel grotendeels of je als rechtvaardige leeft… als het goed is… Omdat je daar in de spiegel van Woord en Sacrament Gods liefde ziet en proeft. Omdat je daar de Rechtvaardige ontmoet, niet alleen voorbeeld, maar ook Losser… Die Mens die net als Boaz zijn eigen positie opgaf, oog en hart had voor iedereen. Zichzelf opofferde om ons werkelijke levensvreugde te schenken.

Naast teken en zegel, de schoen, wordt ook Gods zegen uitgesproken in vss. 11-12, De HEER, God die is, zal zijn, die je blijft tegenkomen, wordt erbij gehaald: De HEER geve dat Ruth zal zijn als Rachel en Lea. Deze Moabitische vrouw speelt cruciale rol in geschiedenis van Israël, vanwege het kind dat ze zal baren, stammoeder van Jezus. Ruth is niet beschaamd uitgekomen toen ze haar geloof beleed in God van Israël. De zegen van Abraham, via Izak, Jakob, Jozef heeft Ruth en Boaz bereikt en gaat verder. Ruth laat zien hoe toevallig…God alles leidt. Leven zoals Boaz en Ruth loont dus. God verbindt er zijn zegen aan.

Aan het slot verdwijnt Ruth naar achtergrond, nadat ze is vrijgekocht en gezegend vanwege haar toewijding aan Noami. Op de achtergrond of niet, ze is er de oorzaak van dat Naomi weer kan lachen. Door geloof, hoop en liefde van Ruth is ze boven de hopeloze situatie uitgetild. Het Bijbelboek/verhaal begon hopeloos, zonder verwachting. Brood en kinderen was Naomi kwijtgeraakt, maar krijgt ze van God terug. Zal ik nog een kind? Alles wat haar tegenviel had niet het laatste woord, ook niet haar eigen verbittering. De naamsverandering van Naomi blijkt achteraf geheel onterecht. God die eerst haar Tegenstander was, haar bitterheid en kwaad had aangedaan, haar leek los te laten, liet vallen als baksteen, is de God die niet loslaat, nooit, die nu haar toekomst opent… God is vele malen groter dan onze problemen, maar God werkt vaak door gewone mensen, toevallig. Leeg en verbitterd keerde ze terug, aan het eind van het verhaal neemt ze het kind van Boaz en Ruth op schoot. Teken van Gods trouw, Naomi met haar kleinzoon, kind van God gegeven. Obed als nieuwe losser van Naomi, oude dag voorziening, stelt de toekomst van zijn (groot)ouders veilig.

Maar het verhaal van Ruth is groter, als brug tussen de chaos zonder koning en koning David, man naar Gods hart. Gods trouw is geen particuliere trouw, geen privébezit, geschonken alleen aan deze familie. Het verhaal heeft open einde, de wereld in, naar David, naar koning Saul, die einde maakt aan Richterentijd, periode dat iedereen deed wat goed was in eigen oog. Opstapje naar man van Gods hart, naar de geboorte van het Kind in wie God zijn welbehagen heeft. God trekt zich het lot van Israël, van heidenen, van de wereld aan.

Tot slot : het geslachtsregister bevat opvallende namen, in Advent horen we meer hierover…  Over de moeder van Boaz, Rachab, de hoer van Jericho. Waardoor we ook meer gaan begrijpen dat hoerenzoon Boaz wilde voorkomen dat Ruth als ‘de hoer van Moab’ over de tong zou gaan. Beseffen we nog meer dat dit verhaal van Naomi, Ruth en Boaz, hoe mooi het ook kan klinken, een rauw verhaal van beproevingen en zorgen is, onzekerheid voor morgen. Maar ook dat het toekomst heeft, want bij David, Bethlehem gaan er wel belletjes rinkelen. Met Kerst lezen we hoe God voor de hele mensheid de toekomst veilig stelt, als een ver familielid wordt geboren…Jezus de Christus, losser, verlosser. Voor nu, laten we het met elkaar maar zingen, in gebrokenheid en kwetsbaarheid van het leven.

Stil, mijn ziel wees stil, en wees niet bang voor de onzekerheid van morgen.
God, omgeeft je steeds,
Hij is er bij, in je beproevingen en zorgen.
God, U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen
Vredevorst vernieuw een vaste geest binnen in mij die rust in U alleen


Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter