Vroeger
kampeerde ik vaak rond Koninginnedag met vrienden. We hadden een oude
vouwwagen van één van onze ouders gekocht voor een kratje bier. Houtje,
touwtje, dat soort
werk. Als het maar voor een paar nachtjes de boel bij elkaar hield, het
niet al te wankel was, dan waren we al snel tevreden.
Vertrouwden we er op dat de vouwwagen niet ‘s nachts de sloot in reed, we niet met tent en al de lucht ingingen.
Wat dit te maken heeft met Psalm 125 die we zondagmorgen lezen en het vertrouwen als we met God onderweg zijn?
Welkom in de kerk.
We
herdenken zondag ook de overleden gemeenteleden uit het afgelopen
kerkelijke jaar. In die stilte denken we ook aan hen van wie we de namen
niet genoemd hebben, maar
die korter of langer geleden zijn overleden.
En
we noemen met blijdschap en dankbaarheid de namen van de kinderen die
geboren zijn in het midden van onze gemeente. Daarbij denken we ook aan
alle andere kinderen/(achter)kleinkinderen
die in het afgelopen jaar zijn geboren. En ook aan alle kinderen die
nooit het levenslicht hebben gezien omdat ze overleden in de
moederschoot of niet geboren mochten worden…
Voor
alle ouders met jonge kinderen die nu al zenuwachtig worden bij het
idee dat er een stiltemoment zal zijn… Als we de doden gedenken hoeft er
niet persé een doodse
stilte te zijn, omdat juist ook het leven en de kinderen bij ons leven
horen. Neem de kinderen gewoon mee naar de kerk, zodat de kinderen ook
‘leren’ dat we dit zo doen in de kerk…en we er thuis met ze over
kunnen doorpraten.
Van
harte welkom in de kerk. Voor de kinderen van de basisschool is er
kinderkerk, voor de allerkleinsten is er crèche in de kelder van Ons
Centrum. De familieleden van
de overleden gemeenteleden kunnen na de dienst een steentje en roos
voor in de kerk ophalen. Voor hen en voor iedereen die zich verbonden
weten met de overledenen in het afgelopen jaar is er in Ons Centrum de
mogelijkheid om elkaar te ontmoeten onder het genot
van een kopje koffie.
Geniet
thuis alvast van dit prachtige lied ‘Een weg naar U’ van Sela dat
zondagmorgen gezongen zal worden door Simone ten Brinken, begeleid door
Marleen den Oudsten op de piano.
Na
de spannende scene op de dorsvloer, midden in de nacht, wordt het
morgen. Maar voordat het licht wordt, stuurt Boaz Ruth naar huis, want
hij wilde niet dat bekend werd dat ze op de dorsvloer
was geweest. Terwijl Ruth naar huis gaat en alles vertelt aan Naomi,
gaat Boaz naar de stad. Terwijl Naomi tegen Ruth zegt :
‘Blijf hier dan maar rustig wachten tot je weet hoe het
afloopt, mijn dochter, want ik weet zeker dat deze man niet zal rusten
voordat hij de zaak geregeld heeft.’
…lezen wij in Ruth 4 verder hoe Boaz verder handelt als hij in de stad is aangekomen….
Terwijl
Naomi en Ruth in afwachting waren van wat zou gebeuren, was Boaz
intussen inderdaad al naar poort gegaan. Geen woorden, of niet alleen
woorden, maar ook daden. Boaz, een rechtvaardige, man
van Woord en Daad.
Bij de poort treft Boaz meneer ‘Dinges’,
of hoe u ook heet / zijn naam is niet van belang. Natuurlijk
kende Boaz deze meneer, zo groot was Bethlehem niet, maar zijn naam
wordt niet genoemd, is niet van belang, niet belangrijk. Meneer ‘Dinges’
verdient geen naam, omdat hij de naam van de overledene
niet in stand wil houden. Hij die de dode geen naam gunt, wordt zelf,
als levende, geen naam gegund. Meneer ‘Dinges’ is daarom gedoemd anoniem
te blijven. Boaz ontmaskert de losser als
loser. Wel woorden, maar geen daden. Als iemand die wel er op uit
was om eigen bezit te vergroten, maar niet bereid was om zijn bezit te
delen. Want dat zou de consequentie kunnen zijn van trouwen met Ruth: de
geboorte van een zoon als levende erfgenaam
van de overleden Machlon. Er was de mogelijkheid dat het hem nadeel zou
gaan opleveren, en hij wordt bang voor vermogensverlies. Zolang het hem
weinig/niets kost, wil hij wel als losser optreden, goede naam maken,
vooraan staan. Wanneer zijn eigen positie
in gevaar komt en het zelfs een huwelijk tot gevolg moet hebben,
krabbelt hij terug, haakt hij af. Extra reden om zijn naam maar te
verzwijgen. Waar Boaz als held van vermogen het verhaal werd
ingeschreven, daar dwarrelt ‘Dinges’ uit het verhaal weg, blijft
voor eeuwig naamloos.
Tegelijk
herkenbaar: vroom eigenbelang…. De mond vol met mooie woorden over
naastenliefde, maar de praktijk…ikke, ikke, ikke… Laten we maar niet te
snel denken dat we daar zelf geen last van hebben.
Het gewone doen, dat willen we nog wel. Maar meer dan het gewone, een
echt offer brengen, iets missen? Mag voor anderen zorgen mij iets
kosten? Mag je inzetten voor de goede zaak ten koste gaan van een stukje
‘ik’? Of nog scherper : mag het ook het risico
bevatten dat alles wat van jou is van een ander wordt? Of is toch
altijd mijn welbegrepen eigenbelang beslissend? Mooie sier maken,
vooraan staan, naam maken, alleen ten koste van anderen? Geloven we dat
echt : als je liefde deelt, dat het altijd meer wordt?
Zo richting Kerst, tijdens Advent, periode van inkeer, ontmoeten we
Boaz die ons confronteert met onszelf. Doen wij wat wij zeggen, zingen,
met mond belijden? Als iemand toevallig in ons leven komt… Als we
geroepen worden om een ander te dienen, in kerk en
samenleving…
Met
die vragen is Boaz helemaal niet mee bezig. Kenmerk van een
rechtvaardige: die houdt eigen rijkdom niet voor zichzelf. Boaz dient
God met zijn geld, Gods geld. Want, is het jouw geld van jou
of van God? Paulus schrijft :
Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is?
Alles is u geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf
verworven hebt?
(1 Korinte 4:7) Koste wat het kost wil hij Naomi en Ruth helpen, werkelijk
toekomst geven, ze bevrijden van armoede. Eerder zagen we : dat
doet Boaz niet minimalistisch, nu op het naïeve af, ook als het zijn
eigen naam en bezit zou kosten. Wat je wel/niet denkt van die andere
losser, Boaz’ rechtvaardigheid stijgt daar ver boven
uit. Hij koopt het land wat van Elimelech was. Maar hij koopt ook Ruth,
zodat ze niet het risico loopt als slavin bij die andere losser aan het
werk te moeten. Zorgt ervoor dat voor Elimelechs familie een plaats
blijft om te leven en hun naam niet vergeten
wordt. Zijn inzet wordt beloond, Boaz’ risico van naamloosheid heeft goed uitgepakt, want wie kent Boaz niet?
Wij
hoeven niet roekeloos te zijn, maar ‘wie niet waagt, wie niet wint’…
Boaz nam bewust risico’s, niet om er zelf beter van te worden, maar om
God én medemens te dienen. Dat had ten koste kunnen
gaan van zichzelf!
Veel
mensen kijken aan het eind van het jaar wat ze nog kunnen missen en
schenken nog wat extra aan het goede doel, ook omdat de Belastingdienst
niet ieders grootste vriend is. Dat is heel goed,
prachtig dat het belastingtechnisch wordt aangemoedigd! Maar durven we
ook straks in januari in onze buidel te tasten als iemand toevallig op
onze akker/weg komt? Als Actie Kerkbalans start?
De
schoen wordt in het verhaal als bevestiging gebruikt, zoals water bij
de doop, als teken en zegel, waar en zeker. De doop is voor ons de
garantie, extra bevestiging, dat God je persoonlijk kent.
Als jouw naam in één adem wordt genoemd met Gods naam : Vader, Zoon en
Geest. Want ook al zijn we net zo rechtvaardig als Boaz, toch kunnen we
door het leven gaan als anonieme meneer/mevrouw ‘Dinges’, kan je naam
verdwijnen, uitsterven. Hoe heette die ook
al weer? Zal ons overlijden niet het journaal halen. Maar wij zijn bij
God niet naamloos, onze namen zijn in zijn boek opgeschreven. Waar
mensen soms de (foute?) gewoonte hebben om bij het overlijden de naam
door te strepen op de kalender, je bent er niet
meer, je naam wordt doorgestreept, zo niet bij God.
Wie
overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam
beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam
belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
(Openb.3:5) Maar dan moet je wel rechtvaardig zijn in Gods ogen, anders is het God zelf die je naam uitwist.
Laat hen uitgewist worden uit het boek des levens, laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden.
(Ps. 69:29) Voor de duidelijkheid: wel/niet rechtvaardige zijn wordt
niet bepaald door wel/niet naar de kerk gaan. Wel/niet naar de kerk gaan
bepaald wel grotendeels of je als rechtvaardige leeft… als het goed is…
Omdat je daar in de spiegel van Woord en Sacrament Gods liefde ziet en
proeft. Omdat je daar de Rechtvaardige ontmoet, niet alleen voorbeeld,
maar ook Losser… Die Mens die net als Boaz
zijn eigen positie opgaf, oog en hart had voor iedereen. Zichzelf
opofferde om ons werkelijke levensvreugde te schenken.
Naast
teken en zegel, de schoen, wordt ook Gods zegen uitgesproken in vss.
11-12, De HEER, God die is, zal zijn, die je blijft tegenkomen, wordt
erbij gehaald:
De HEER geve dat Ruth zal zijn als Rachel en Lea. Deze
Moabitische vrouw speelt cruciale rol in geschiedenis van Israël,
vanwege het kind dat ze zal baren, stammoeder van Jezus. Ruth is niet
beschaamd uitgekomen toen ze haar geloof beleed in God van
Israël. De zegen van Abraham, via Izak, Jakob, Jozef heeft Ruth en Boaz
bereikt en gaat verder. Ruth laat zien hoe toevallig…God alles leidt.
Leven zoals Boaz en Ruth loont dus. God verbindt er zijn zegen aan.
Aan
het slot verdwijnt Ruth naar achtergrond, nadat ze is vrijgekocht en
gezegend vanwege haar toewijding aan Noami. Op de achtergrond of niet,
ze is er de oorzaak van dat Naomi weer kan lachen.
Door geloof, hoop en liefde van Ruth is ze boven de hopeloze situatie
uitgetild. Het Bijbelboek/verhaal begon hopeloos, zonder verwachting.
Brood en kinderen was Naomi kwijtgeraakt, maar krijgt ze van God terug.
Zal ik nog een kind? Alles wat haar tegenviel had niet het
laatste woord, ook niet haar eigen verbittering. De naamsverandering van
Naomi blijkt achteraf geheel onterecht. God die eerst haar Tegenstander
was, haar bitterheid en kwaad had aangedaan, haar
leek los te laten, liet vallen als baksteen, is de God die niet
loslaat, nooit, die nu haar toekomst opent… God is vele malen groter dan
onze problemen, maar God werkt vaak door gewone mensen, toevallig. Leeg
en verbitterd keerde ze terug, aan het eind van
het verhaal neemt ze het kind van Boaz en Ruth op schoot. Teken van
Gods trouw, Naomi met haar kleinzoon, kind van God gegeven. Obed als
nieuwe losser van Naomi, oude dag voorziening, stelt de toekomst van
zijn (groot)ouders veilig.
Maar
het verhaal van Ruth is groter, als brug tussen de chaos zonder koning
en koning David, man naar Gods hart. Gods trouw is geen particuliere
trouw, geen privébezit, geschonken alleen aan deze
familie. Het verhaal heeft open einde, de wereld in, naar David, naar
koning Saul, die einde maakt aan Richterentijd, periode dat iedereen
deed wat goed was in eigen oog. Opstapje naar man van Gods hart, naar de
geboorte van het Kind in wie God zijn welbehagen
heeft. God trekt zich het lot van Israël, van heidenen, van de wereld
aan.
Tot slot : het geslachtsregister bevat opvallende namen, in Advent horen we meer hierover…
Over de moeder van Boaz, Rachab, de hoer van Jericho.
Waardoor we ook meer gaan begrijpen dat hoerenzoon Boaz wilde voorkomen
dat Ruth als ‘de hoer van Moab’ over de tong zou gaan. Beseffen we nog
meer dat dit verhaal
van Naomi, Ruth en Boaz, hoe mooi het ook kan klinken, een rauw verhaal
van beproevingen en zorgen is, onzekerheid voor morgen. Maar ook dat
het toekomst heeft, want bij David, Bethlehem gaan er wel belletjes
rinkelen. Met Kerst lezen we hoe God voor de hele
mensheid de toekomst veilig stelt, als een ver familielid wordt
geboren…Jezus de Christus, losser, verlosser. Voor nu, laten we het met
elkaar maar zingen, in gebrokenheid en kwetsbaarheid van het leven.
Stil, mijn ziel wees stil, en wees niet bang voor de onzekerheid van morgen. God, omgeeft je steeds, Hij is er bij, in je beproevingen en zorgen. God, U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen Vredevorst vernieuw een vaste geest binnen in mij die rust in U alleen
Floris den Oudsten v.d.m. predikant Gereformeerde Kerk Enter
Mooi dat u/jij wilt meedenken over het nieuwe beleidskompas van de Gereformeerde Kerk! We vragen u/jou deze enquête in te vullen, omdat we graag willen weten hoe er in de gemeente gedacht wordt over enkele concrete beleidspunten.
Na spannende scene op de dorsvloer, midden in de nacht,
wordt het
morgen. Maar voordat het licht wordt, stuurt Boaz Ruth naar huis, want
hij wilde niet dat bekend werd dat ze op de dorsvloer was geweest.
Terwijl Ruth naar huis gaat en
alles vertelt aan Naomi, gaat Boaz naar de stad. Terwijl Naomi tegen
Ruth zegt :
‘Blijf hier dan maar rustig wachten tot je weet hoe het
afloopt, mijn dochter, want ik weet zeker dat deze man niet zal rusten
voordat hij de zaak geregeld heeft.’
…lezen wij zondagmorgen verder hoe Boaz verder handelt als hij in de stad is aangekomen….
Bij poort treft Boaz ‘meneer dinges’, of hoe u ook heet / zijn naam is niet van belang.
Natuurlijk kende Boaz deze meneer, zo groot was Bethlehem niet, maar
zijn naam wordt niet genoemd, is niet van belang, niet belangrijk. Boaz
ontmaskert de losser als
loser. Wel woorden, maar geen daden. Als iemand die er wel op uit
was om zijn eigen bezit te vergroten, maar niet bereid was om zijn
bezit te delen. Want dat zou de consequentie kunnen zijn van het trouwen
met Ruth: de geboorte van een zoon als levende
erfgenaam van de overleden Machlon. Er was een mogelijkheid dat het hem
nadeel zou gaan opleveren, hij wordt bang voor vermogensverlies. Zolang
het hem weinig/niets kost, wil hij wel als losser optreden, goede naam
maken, vooraan staan. Wanneer zijn eigen
positie in gevaar komt en het zelfs een huwelijk tot
gevolg moet hebben, krabbelt hij terug, haakt hij af. Waar Boaz als held
van vermogen het verhaal werd ingeschreven, daar dwarrelt ‘Dinges’ uit
het verhaal weg, blijft
voor eeuwig naamloos.
Tegelijk wel herkenbaar: vroom eigenbelang….
Laten we maar
niet te snel denken dat we daar zelf geen last van hebben. Het gewone
doen, dat willen we nog wel, maar meer dan het gewone, een echt offer
brengen, iets missen? Mag voor
anderen zorgen mij iets kosten? Mag je inzetten voor de goede zaak ten
koste gaan van een stukje ‘ik’? Of nog scherper : mag het ook het risico
bevatten dat alles wat van jou is van een ander wordt? Of is toch
altijd mijn welbegrepen eigenbelang beslissend?
Mooie sier maken, vooraan staan, naam maken, alleen ten koste van
anderen? Geloven we dat echt : als je liefde deelt, dat het altijd meer
wordt? En wat dat met een spuitbus slagroom te maken heeft?!
Welkom
zondagmorgen in de kerk. In het bijzonder de kinderen met hun
Schoenendoos die ze voor in de kerk mogen neerzetten. Voor de kinderen
is er kinderkerk, voor de allerkleinsten crèche
in de kelder van Ons Centrum.
We zingen ook prachtige liederen met elkaar zoals
Daarom bidden wij :
Tienduizend redenen –
Floris den Oudsten v.d.m. predikant Gereformeerde Kerk Enter
Halloween
is waarschijnlijk ontstaan bij de Kelten, al heel lang geleden. Bij de
Kelten begon het nieuwe jaar op 1 november, dus 31 oktober was
oudejaarsdag. Men geloofde
dat tijdens de oudejaarsnacht de geesten van de gestorvenen van dat
jaar weer tot leven kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te
nemen voor het volgende jaar. Uit angst voor de boze geesten droegen de
Kelten maskers, om hen af te schrikken en verkleedden
ze zichzelf als geest.
Later
vermengde Halloween zich met een christelijk gebruik, namelijk
Allerheiligen en Allerzielen. Op Allerheiligen en Allerzielen werden (en
worden) de overleden heiligen
en gestorvenen herdacht. De naam Halloween komt van All Hallow’s
eve(ning), allerheiligenavond dus. Deze avond (31 oktober) stond in het
teken van de voorbereiding voor de feesten.
Het bezoeken van kerkhoven en het branden van kaarsen hoorden hier ook bij.
Nog
weer later werd Halloween steeds meer een puur wereldlijk feest in
Engeland. In de negentiende eeuw werd Halloween in Amerika
geïntroduceerd door Engelse, Schotse en
Ierse immigranten. Het werd vooral een kinderfeest. Verschillende onderdelen van het eeuwenoude Keltische feest zijn nog steeds zichtbaar in moderne Halloweenfeesten.
Sinds
de jaren tachtig van de vorige eeuw neemt de populariteit van het feest
onder volwassenen toe. Sindsdien is het feest ook naar Nederland (en
andere landen in
Europa) overgewaaid. Veel mensen vinden Halloween ‘gewoon een leuk
griezelfeest’, wat een kick geeft.
Griezelen
is in, het kwaad en de dood blijkbaar iets om mee te spelen… De grenzen
worden steeds meer verlegd, het moet steeds griezeliger en spannender :
hoe gekker, hoe
beter. Opvallend is dat Nederlanders zich terecht verzetten tegen de
geweldsverheerlijking van IS, maar dezelfde praktijken toejuichen
tijdens Halloweenparties. Zonder afgehakte ledematen en het zogenaamd
verbranden van mensen is het maar soft…
Daarnaast
is het goed om te beseffen dat Halloween ook vandaag wel degelijk een
occulte kant heeft. Het is namelijk één van de belangrijkste feesten van
wicca’s en satanisten,
waarbij veel geesten worden opgeroepen en de doden worden vereerd als
gidsen. Ook geloven satanisten dat de duivel op Halloween op zijn
krachtigst is. Met deze realiteit van geesten en duivels wordt openlijk
geflirt op evenementen. Denk aan de attractie ‘Devil’s
Church’ in Heksendoorn.
Halloween
heeft voor de meeste mensen geen geestelijke inhoud. Toch kan het
vieren van Halloween wel gevolgen hebben. De nadruk die met Halloween
ligt op duisternis, heksen,
dood, geraamtes, bloed, etc. kan met name bij kinderen angst
teweegbrengen. Dit kan diep en langdurig doorwerken in de psyche van
kinderen. Maar kinderen kunnen ook doodsbang worden van spooktochten. Ik
weet van een spooktocht op een christelijke kamp waarna
meerdere kinderen naar een psycholoog moesten om van hun angsten af te
komen… En dat terwijl de Heer Jezus kinderen juist wil leren dat ze
veilig zijn bij Hem en dat Hij sterker is dan alle geestelijke machten!
De wereld van geesten wordt met Halloween voorgesteld als iets grappigs, als iets waar je mee kunt spelen. God maakte mensen met een geest, ziel en lichaam en daarom is contact met geesten inderdaad mogelijk, maar God bedoelde dat we met Hem zouden leven – niet met geesten uit het dodenrijk. Door Halloween te vieren als een kinderfeest lijkt het een onschuldige bezigheid. En de meeste mensen die Halloween vieren zijn ook niet actief bezig met het zoeken van contact met geesten. Toch is die geestelijke kant wel degelijk aanwezig. Halloween leidt de aandacht af van Degene die alle duistere geesten overwonnen heeft. Jezus Christus heeft de dood en alle demonen overwonnen, en Hij is degene die telkens weer zegt: ‘Wees niet bang.’ (voor meer info over Halloween, klik hier)
We lezen Matteus 14 : 22-33 (NBV)
Als je het in het Engels leest, dan lijkt het wel een horror-verhaal :
dead of night / panick / ghost / screamed with terror / frightened / afraid
Je ziet het ook bijna voor je : Jezus als schim, als spook, zwevend over
het water. De leerlingen in paniek, die het uitschreeuwen van
doodsangst. Petrus die op het water loopt en er in weg zakt,
kleingelovig wordt genoemd… Een horrorverhaal, maar ook een bemoedigend
verhaal voor veel christenen. Het beschrijft het geloofsleven, of het
klein-geloofsleven, van zo velen… Het leven met geloof gemixt met angst
en twijfel. Het typeert de leerlingen toen, maar welke volgeling van
Jezus herkent zich er vandaag de dag niet in?
Dit
verhaal beschrijft hoe onze wereld, ons leven, er uit ziet. Wij zijn
als de leerlingen in de boot. De leerlingen hadden al zoveel gezien van
Jezus’ macht. Ze hadden zijn onderwijs gehoord en
baden zijn gebed aan hen geleerd. Maar nu hadden ze het niet meer. Een
aantal van hen was visser van beroep, die waren echt wel wat gewend.
Maar deze nacht ging het niet, ze kwamen maar niet vooruit, het werkte
niet. Zo ook wij vaak in onze wereld. We hebben
veel gezien, meegemaakt, gehoord. Maar we zijn nog steeds niet in staat om veel dingen te doen die er echt toe doen.
We
hebben indrukwekkende machines gemaakt om oorlog te voeren, maar
niemand is het nog gelukt om iets te maken om vrede te krijgen. We
kunnen mensen op de maan krijgen, denken eten te kunnen
verbouwen op Mars, maar het lukt ons niet om alle mensen op onze
planeet van eten te voorzien. We reizen de hele wereld over en zijn
onder de indruk van wat we zien en horen, maar we hebben zo vaak geen
oog en oor voor het leed van mensen, heel concreet en
dichtbij.
En
dan komt daar, in het holst van de nacht, in een storm, een vreemd iets
aan. Het lijkt een mens, maar het loopt over water. Er zijn mensen die
denken dat je in spoken gelooft, fabeltjes, als
je zegt dat je gelooft in Jezus. Anderen vragen zich af waarom je zou
geloven, als weldenkend mens. Wat heeft Jezus met ons leven heeft te
maken en met onze problemen… Zelfs veel christenen die in Jezus geloven,
weten niet wat ze nu echt van Hem moeten verwachten.
Jezus schijnt het onmogelijk te kunnen doen. En het zou mooi zijn als
we op Hem lijken, maar verder… Sommigen gaan daadwerkelijk op weg om net
als Jezus met geloof, hoop en liefde mensen te vertellen over Gods
Koninkrijk, de genade en vrede van God te laten
ervaren. Maar ook dan kan je zomaar naar de golven kijken, door de
stormen worden afgeleid, je eenzaam voelen in het geweld van deze
wereld.
Dat
is denk ik wat vaak gebeurd als we met onze beste bedoelingen het goede
proberen te doen in deze wereld die zo vaak van God los lijkt te zijn
geraakt. Dan hebben we maar één ding nodig : Jezus’
stem die ons aanspreekt en bemoedigt. Blijf kalm, ik ben het, wees niet bang! Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?
Lopen over water is niet iets wat hoort bij het christelijke leven. Toen Paulus schipbreuk leed, zei hij niet : geloof in God en dan lopen we over het water naar de vaste wal. Toch bevat het een grote les voor het leven van elke christen. Wat doe je als het stormt, als je twijfelt, als je dreigt weg te zinken?! Telkens weer vraagt Jezus zijn leerlingen te doen wat onmogelijk lijkt. Het onmogelijke is : echt op Jezus vertrouwen, alleen op Jezus vertrouwen, altijd en overal. Ook als het stormt, je dreigt weg te zinken in de golven, je kopje ondergaat… Het lijkt zo simpel, Jezus echt vertrouwen, geloven wat hij zegt, maar hoe kunnen we ooit doen wat Jezus van ons vraagt? Geloven is een kwestie van oefenen, van volhouden, volharden, van het goede doen in het leven van alledag. En dan leven wij in de tijd van Halloween. De tijd dat er van alles en nog wat te zien is in kinderfilms over geesten enzo. Hoe ga je daar als christen mee om, met Halloween, geesten, glaasje draaien, horrorfilms?
Geesten
bestaan. De Bijbel spreekt over engelen en boze geesten. De aanvoerder
van de boze geesten is de duivel. God is er heel duidelijk over dat er
geen contact gemaakt
mag worden met de wereld van geesten en overledenen. We mogen alleen
Hem raadplegen. Bovendien is het heel gevaarlijk. Een jongere schreef :
Ik weet en heb gezien wat spookie dingen met mensen doet…!! Zorg dat je er ver vandaan blijft!!!
Deze
geestelijke werkelijkheid wil niet zeggen dat iemand die meedoet aan
Halloween meteen belast wordt met boze geesten. Wel zegt de Bijbel dat
de duivel rondgaat om mensen
te verslinden. Het maakt hem niet zoveel uit op welke manier je je
inlaat met de duisternis, maar besef dat hij alles aangrijpt om vat op
je te krijgen. Een christen weet dat de duivel geen ‘speelgoed’ is. De
duivel vindt het prachtig als je hem zo ziet, maar
ondertussen probeert hij je daarmee in contact te brengen met hemzelf.
De
dood hoort niet bij Gods goede schepping, het is een vijand. Wij zijn
bedoeld voor het leven, dat vieren we. Hoe kun je het als christen dan
leuk vinden om te griezelen
met skeletten, bloed en grafstenen?
Halloween
speelt in op de angstgevoelens van mensen. Angst is een geliefd wapen
van de satan. Angst past niet bij God : de Liefde, God, drijft juist de
angst uit ons (1
Joh. 4:18). Jezus is gekomen om mensen te bevrijden van angst. Als je
Hem volgt, hoef je daarom niet bang te zijn voor geesten, de duivel en
de dood. De duivel doet nog zijn best om mensen van God af te trekken en
weg te houden, maar Jezus heeft het kwaad
definitief overwonnen.
God
is licht. Bij God hoort alles wat goed en zuiver is. Hij wil je leven,
liefde en vrede geven. Je mag je veilig weten bij Hem. Licht en
duisternis horen niet bij elkaar,
ze kunnen niet samengaan. Daarom moeten ook de volgelingen van Jezus
heel duidelijk zijn: zij leven in het licht en niet in de duisternis.
Zij moeten zich niet bezighouden met kwade dingen en de dood. Mag je dan
niet leuk en onschuldig griezelen? Ergens een
kick van krijgen is niet verkeerd. Maar dingen die met de dood en met
geesten te maken hebben, mag je niet voor de kick gebruiken. De duivel
heeft dan een kans om bij je binnen te komen. Je bent gemaakt om goede
gevoelens en een zuivere fantasie te hebben,
zonder angst. Daarom : blijf dicht bij Jezus, wandel in het licht, leef
met zijn Goede Geest, vertrouw op Zijn macht, levenskracht.
Natuurlijk,
net als Petrus kijken wij vaak naar de golven, zijn we onder de indruk
van de storm, voelen we hoe sterk de wind is. Denken we vaak dat het
onmogelijk is : echt op Jezus vertrouwen,
lopen op water… Maar Jezus daagt ons uit : Kom maar, kijk maar naar mij, pak mijn hand maar.
Het is zo simpel dat velen het te simpel vinden, er niet eens aan
beginnen. Daarom wil ik je uitdagen om het maar te gaan proberen. Houd
je ogen op Jezus gericht, pak zijn uitgestrekte hand, hoor wat Jezus
zegt :
Blijf kalm, ik ben het, wees niet bang!
Ik
weet niet of jij weleens spoken ziet, geesten oproept, soms heel bang
bent. Ik weet wel dat als je goed kijkt, dat je dan geen spook, maar
Jezus ziet. En als je bij Jezus bent, dat je dan beseft
: Hij is Gods Zoon! Dan kan je als kleingelovige groeien in geloof,
hoop en liefde. Kan je je het ook in de tijd van Halloween uitzingen:
Glorie aan God, Jezus Overwinnaar, over zonde, dood en pijn!
Nu jaagt de dood geen angst meer aan!
Wie in geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en duivel niet!
https://gereformeerdekerkenter.nl/wp-content/uploads/2019/11/halloween.jpg447799Inge Koershttp://gereformeerdekerkenter.nl/wp-content/uploads/2016/05/logo-300x131.pngInge Koers2019-11-06 15:33:492019-11-06 16:33:05Halloween en ‘spook’ Jezus zien – terugblik zondagmorgen 3 november
Het halloweenevenement Screams in Avonturenpark Hellendoorn wordt steeds grimmiger en angstaanjagender. Het was dit jaar heftiger dan ooit, aldus de directeur in de Tubantia. Daarin lijkt hij gelijk te hebben, want in hetzelfde artikel zegt een tiener “het leek me leuk en gezellig, maar dat is het helemaal niet.”
Wat moeten wij als christenen met Halloween, Heksendoorn, met geesten, horrors, spooktochten?
In de Bijbel staan ook horrorverhalen. Als je Matteus 14:22-33 in het Engels leest, dan valt het je gelijk op. Het gaat over dead of night, panick, ghost, screamed with terror, frightened, afraid. De leerlingen zien Jezus voor een spook aan. Maar als ze goed kijken zien ze iets anders. Zo is het denk ik ook met veel onschuldige, ogenschijnlijk gezellige dingen. Als je beter kijkt, zie je iets anders, kan het je bang maken. Het lijkt misschien leuk en gezellig, maar dat is het helemaal niet. Laat de Bijbel toevallig een oplossing hebben voor al onze soorten van angst…
Welkom zondagmorgen in de kerk om samen stil te staan bij de wereld van Halloween en om te zien hoe Jezus op ons toe komt lopen als was het een spook. Maar dat we niet bang hoeven te zijn…
We zullen met elkaar prachtige psalmen, gezangen en nieuwe liederen zingen over het leven, het licht, de glorie aan God en Jezus als Overwinnaar.
Voor de allerkleinsten is er crèche in de kelder van Ons Centrum, voor de kinderen van de basisschool is er kinderkerk.
Voor wie meer wil lezen over de achtergrond van Halloween, klik hier.
We zingen onder andere :
Floris den Oudsten v.d.m. predikant Gereformeerde Kerk Enter