Een dag uit het leven van Ruth – terugblik zondagmorgen 13 oktober

Vorige week lazen we Ruth 1… Over de tijd dat de rechters het volk leidden, iedereen deed wat goed was in zijn eigen oog. Er was hongersnood in het Beloofde Land, het land overvloeiende van melk en honing. Een gezin trok weg uit Bethlehem, broodhuis. Naar Moab, wat symbool staat voor mensen die in hopeloze situaties zelf een uitweg zoeken. Ze wonen er ook nog eens als vreemdelingen in Moab… En dan sterven ook nog eens Naomi’s man én twee zonen. De levensreddende vlucht naar Moab loopt dood, Naomi blijft alleen achter…

Terwijl God naar zijn volk omziet, zich het lot van het volk aantrekt, is God Naomi’s Tegenstander geworden. De HEER heeft zich tegen haar gekeerd (vs.13), de Ontzagwekkende heeft haar lot zeer bitter gemaakt, de HEER heeft haar met lege handen laten terugkomen, de Ontzagwekkende heeft haar kwaad gedaan (vs. 21). Geen God is liefde, maar God als Tegenstander.

Als Naomi hoort dat er weer brood is in Bethlehem, keert Naomi terug, naar het Beloofde Land, naar Bethlehem. Dan komt ook Ruth in beeld, als ware het een engel. Twee totaal verschillende personen, karakters en geloofsbelevingen. Naomi : vol ging ze weg, leeg keert ze terug, God als Tegenstander : verbitterd. Ruth: uw God, is mijn God : hoopvol.

We lazen Ruth 1 : 22 – 2 : 23

De namen tot nu toe zijn : Elimelech, Machlon, Kiljon, Naomi, Ruth en Boaz. Elimelech, Machlon en Kiljon zijn dood, verleden tijd. Boaz is ….nog slechts een kanttekening… Naomi en Ruth zijn op dit moment de 2 hoofdpersonen. Ruth, actief, neemt initiatief : laat mij naar de akker gaan en aren rapen. Naomi, passief, verbitterd : ga! Ruth ook hoopvol, ze spreekt over genade vinden… Daar gaat ze…Ruth, de Moabitische…

Een kwetsbaar persoon: jonge weduwe, buitenlandse, vreemdeling… Drie redenen dat mensen misbruik van haar kunnen maken. Hongersnood, tijd van richters, iedereen deed wat goed was in eigen ogen … Drie redenen dat ze is overgeleverd aan genade van goede mensen. Als Ruth in alle vroegte naar het veld gaat, is er nog weinig licht aan de horizon…

En dan verwacht je in een Bijbelverhaal : En God…. Maar nee, Het toeval wilde dat de akker waar ze kwam van Boaz was… Boaz, je weet wel, die vermogende man, familie van Elimelech… Het overkwam haar, toeval… of is dat dan Gods hand? Als je jouw leven in zijn hand legt in overgave…uw God is mijn God… Als je jouw toekomst in Gods naam ‘vergooit’… Als je in goed vertrouwen gaat werken, hopend dat je genade zal vinden in onbekende ogen…

Subtiel, het overkwam haar, als knipoog van God, om zijn anonimiteit te bedekken, handelt God door ‘toeval’…

Ruth, wiens situatie we ons vaak niet echt kunnen voorstellen… Zoals ellende op tv ons ook vaak niet raakt, zoals in Syrië waar we vandaag voor collecteren.

Ruth heeft karakter, is een goed mens. Ze is niet te beroerd om haar handen uit de mouwen te steken. Het enige, slechtverdienende bijbaantje dat wettelijk was toegestaan, grijpt ze met beide handen aan, als arme, vreemdeling… In Leviticus 23:22 staat : Wanneer u de oogst van uw land binnenhaalt, mag u de rand van uw akker bij het binnenhalen van uw oogst niet helemaal afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, mag u niet oprapen. U moet het laten liggen voor de arme en de vreemdeling. Ik ben de HEER, uw God.

Ik weet niet of u nog de romantische leesbril ophebt, maar laten we niet vergeten dat het niet zonder risico was… Niet iedereen hield zich aan Gods geboden. Het was in de tijd dat iedereen deed wat goed was in eigen ogen…

Maar Ruth heeft geluk, het toeval helpt een handje… En ze valt de arbeiders direct op door haar inzet. Het gerucht over haar goede werken is haar al vooruitgesneld,

Inmiddels staat ook Boaz op het toneel. Vanuit de marge, als kanttekening, wordt hij het verhaal ingeschreven. De nieuw hoofdpersoon die kort wordt geïntroduceerd als een zeer vermogend man, belangrijke man. Letterlijk : een krachtige man/held van vermogen. Maar ook een gelovige Israëliet, voor wie het geloof op maandag en rest van de week niet voorbij is. Hoe hij zijn werknemers groet, de HEER zij met jullie, hoe zijn werknemers hem begroeten, de HEER zegene u, dat is geen toneelstukje. Boaz is een rechtvaardige, zoals Abraham. Respectvol gaat hij om met deze buitenlandse vrouw. Hij gaat niet af op roddels, heeft niet van tevoren zijn oordeel al klaar… Boaz doet eerst navraag bij zijn voorman, laat zich goed informeren, dat is iets anders dan roddelen. Deze informatie wordt gebruikt om goed te doen…

Boaz spreekt Ruth liefdevol en genadig, gunnend aan: met een groot compliment en haar Gods zegen toe te wensen. Maar Ruth reageert bescheiden op alle lofuitingen en ervaart zijn gunst als genade. Boaz doet meer voor Ruth dan waar ze recht op heeft: water, brood, extra gerst om te rapen. Water is levensnoodzakelijk als je in de verzengende hitte aren raapt. Ruth mag ook meer doen dan in Leviticus 23 staat voorgeschreven. Boaz doet niet wat goed is in eigen oog, maar in Gods oog. Boaz gaat niet op minimalistisch manier om met Gods goede geboden. Boaz proeft intentie, Gods bedoeling, heeft daarom zijn naaste werkelijk lief. Boaz is inlevend, houdt rekening met Ruths gevoelens, zorgt dat ze zich niet hoeft te schamen voor zijn liefdadigheid als Boaz heel subtiel haar meer geeft door zijn knechten regelmatig wat extra’s te laten vallen. Misschien wel het mooiste : ze wordt opgenomen in de kring… Ze heeft tafelgemeenschap met Boaz en zijn personeel. Ze wordt onderdeel van de gemeenschap…

Opvallend : in zijn helpen vernedert Boaz Ruth niet, maar zorgt voor zelfrespect bij Ruth. Geld maakt niet ieder mens tot graaier naar meer en meer. Er zijn ook rijken die op goede manier omgaan met hun door God geschonken rijkdom. De goede manier is niet als Sinterklaas maar wat rondstrooien van je geld, dan ontbreekt vaak het respect. Ook in Enter zijn Boazen, meer of minder vermogend, die op een respectvolle manier, voor het oog onzichtbaar, anderen helpen.

Waar gaat nu wissel om, waar kantelt het verhaal van hopeloos naar hoopvol?

In de verzen 11-12? De erkenning dat Ruth haar leven heeft opgegeven voor haar schoonmoeder en dat ze daarvoor naar een volkomen onbekend land is gegaan. Plus de rijke beloning die Boaz haar toewenst omdat ze haar heil onder de vleugels van de HEER heeft gezocht en gevonden.

Of verzen19-20? Waar Noami de zegenwens uitspreekt over Boaz die naar Ruth en daarmee naar haar heeft omgezien. Gezegend is hij door de HEER, haar Tegenstander… Er is een losser in beeld! Daar denk je alleen aan als je stilletjes een hoop hebt…

Als je kijkt naar het hele verhaal, dan is vers 20 de scharniertekst, als de verbitterde Naomi weer hoop krijgt. Door Boaz, een losser, die door zijn vriendelijkheid en goedheid de verwachting wekt dat God via hem Naomi en Ruth zal helpen. Daarover vanavond nog meer…

Voor nu : strak is het etenstijd, wordt ons brood en wijn aangereikt. Kom er bij, neemt en eet, brood en wijn. In een wereld van genade, mercy en grace. Ik hoop dat u mag eten en verzadigd raken. En dat u mag overhouden voor wie thuis op u wachten. Of die toevallig op uw akker worden geplaatst, bij u komen werken/wonen. Dat je vanuit je overvloed mag delen, zoals Boaz bij Ruth, Ruth bij Naomi. Mogen wij bekend staan als genadige mensen…bij wie genade te vinden is. Die niet doen wat goed is in eigen oog, maar in Gods oog… Om daarin te groeien worden we straks genodigd bij de meerdere Boaz, bij Christus zelf, onze Losser, die ons vanuit zijn genadige overvloed ons laat delen in genade, verzoening… Om verzadigd te raken en het vooral niet voor onszelf te houden…

Zoek God niet in het bijzondere, maar in het gewone, in een Ruth die toevallig op je akker verschijnt. Houdt zijn heilzame geboden, zie kleine wonderen als werk van God. God werkt gewoonlijk via heel gewone, goede mensen die naar God luisteren, het goede doen.

Je vraagt je af : hoe zal het aflopen? Niet angstig, ‘kan dit nog  goed komen?’ Maar verwachtingsvol, ‘het komt goed, maar op welke manier?!’ Er is weer brood in Bethlehem, God heeft zich het lot van zijn volk aangetrokken, naar hen omgezien. Hij, Vader van ’t verweesde kind, bij wie een vrouw bescherming vindt in haar vereenzaamd leven. Hij, de HEER, doet wie verlaten was het samenzijn ervaren. Hij die het licht roept in de nacht, Hij heeft ons heil teweeg gebracht. Hij droeg ons door de diepte heen, Hij doet ons aan de dood ontkomen. Hij draagt ons leven dag aan dag.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter