Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar noemden we de namen van de kinderen voor wie we in het afgelopen kerkelijke jaar hebben gedankt voor hun geboorte. Daarbij dachten we ook aan alle kinderen, klein- en achterkleinkinderen die in het afgelopen jaar zijn geboren. En ook aan alle kinderen die nooit het levenslicht hebben gezien, omdat ze overleden in moeders buik. We herdachten ook de gemeenteleden die overledenen zijn in het afgelopen kerkelijke jaar. En daarbij dachten we ook aan hen van wie we de namen niet genoemd hebben, maar die korter of langer geleden zijn overleden.

Bij een overlijden wensen we elkaar vaak ‘sterkte’ toe. Maar is dat wel menselijk? Moet die ander zichzelf vermannen, zichzelf sterk maken. En is dat wel christelijk? Kan die ander zichzelf sterk maken? We lazen Psalm 27, over sterkte en levenskracht…

Hoe kom je aan een sterk hart? Wat betekent het : de HEER is mijn levenskracht zoals Psalm 27 bezingt?

Velen van ons weten wat het betekent, hoe het is, als vader, moeder je verlaten, je een broer of zus, man of vrouw, dochter of zoon, neef of nicht, buurman of buurvrouw, vriend(in) moet missen. We kennen die momenten van angst, vrees, verdriet, gemis, verlatenheid, kortere of langere tijd geleden.

De HEER is mijn licht, heil/behoud, levenskracht, of : bij de HEER is mijn leven veilig, waardoor er geen angst en vrees is…

Levenskracht klinkt positief, bemoedigend, troostvol, krachtig. De HEER, de God die was, is en zal zijn, altijd en overal, die is levenskracht. Als dat waar is, dan is het lek boven, van ons levensschip dat dreigt weg te zinken, in de zee van eenzaamheid, angst, verdriet, ellende en ziekte. God die nooit loslaat, vasthoudt, vasthoudend is, daarmee kan je het leven aan, ook als het tegenzit, als andere krachten in het leven inbreken, je de gebrokenheid van het leven ervaart, je soms toch angst en vrees kent.

Als kwaaddoeners, tegenstanders en vijanden, een leger op je afkomen, de oorlog uitbreekt… In de Psalmen wordt vaker over vijanden gezongen, in situaties van ernstige ziekte of groot onrecht. Vijanden willen de rechtvaardige, die op God vertrouwt, naar Gods wil leeft, die Zijn wil op aarde wil laten geschieden zoals nu al in de hemel geschiedt, van God los maken, verleiden om het vertrouwen in God op te geven. Kwaaddoeners zijn mensen die met geweld en haat het leven tot een hel maken. Je staat alleen, weerloos. Na deze week tegen kindermishandeling kunnen we ons daar wel iets bij voorstellen. Kwaaddoeners willen ons verleiden om toe te geven aan onrecht, om onverschillig te gaan leven. Bij tegenstand mogen we ook denken aan de weerbarstigheid en de gebrokenheid van het leven, waar we mee te maken hebben, de stemmen die je maar niet tot zwijgen kan brengen, als het maar blijft spoken in je hoofd en leven, andere machten en krachten van zich laten horen, de doodskrachten tegen Gods levenskracht opstaan. Krachten van Geld, Seks en Macht, gezondheid, verveling, onverschilligheid, drugs, verslaving. Afgoden in plaats van de HEER die was, is en zal zijn, die levenskracht is. Je vast houdt aan eigen krachtbronnen, waar je op vertrouwt, leven, heil, geluk van verwacht.

Wat of wie zijn onze vijanden, waar ontmoeten wij kwaaddoeners, hoe ervaren wij tegenstand? En wat doen wij er mee? Gaan we ze in eigen kracht te lijf? Of keren we ons naar God die levenskracht geeft, heil/behoud, bij wie ons leven veilig is?

Dat lezen we in Psalm 27 over de beweging naar God toe, naar het huis van de HEER, de tempel. De plaats waar je vergeving ontvangt van misstappen, verzoening van al je zonden, redding in nood, troost in verdriet, steun in zwakheid, de plaats waar je God zelf ontmoet, die leven geeft. Geborgenheid in hut en tent. En van daaruit ga je weer naar buiten, niet in eigen kracht, maar in Gods kracht. Zou je dat durven? Niet in eigen kracht, maar in Gods kracht het leven verder leven? Eigen krachtbronnen verlaten en gaan leven uit Gods levenskracht? Want van wie of wat verwacht je meer, van jezelf, een ander of van God? Als je leeft uit Gods levenskracht, is het dan nog een optie om terug te vallen op andere krachten?

Naast het vertrouwen en leven uit God, zingt de psalm ook over heel andere ervaringen. Het vertrouwen, ‘zou ik nog vrezen?’ gaat over in een gebed in grote nood. Zo is het leven, vertrouwen en radeloosheid liggen meestal dicht bij elkaar. We horen roepen om antwoord, over toorn, in de steek worden gelaten, herkenbare ervaringen in perioden van ziekte, rouw, lijden, gemis, je verlaten en onbegrepen voelen. En tegelijkertijd zoeken en verlangen, hopen op Gods ervaringen, dat je niet alleen verder hoeft.

Wie op God vertrouwt, moedig is, kent nog altijd vrees en angst. Maar je basis is levenskracht, God, de HEER die was, is en zijn zal. Als vast fundament is Gods trouw en liefde voor allen die weten, dat met op anderen of jezelf vertrouwen je te kort komt in het leven, bij het sterven.

En dan kan je iets leren, leren Gods weg te gaan, bidden om niet overgeleverd te worden aan de tegenstanders, kwaaddoeners, vijanden… Zo kan ons leven op en neer gaan, op bergen en in dalen, maar overal is God. Kan ons levensschip heen en weer geslingerd worden door stormen, maar het lek is gedicht.

Het lijkt wel alsof aan het einde de psalmdichter nog eens diep zucht. Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEER zou zien in het land van de levenden… Ik was vergaan. Die goedheid van de HEER is niet iets van later, na de dood, in de hemel ofzo. Nee, de goedheid van HEER is iets van nu, dit leven, deze aarde, en zal vol-maakt worden op de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Hoe we hier die goedheid van HEER kunnen ervaren? In dit leven van gebrokenheid, ziekte, lijden, sterven? Sterk zijn, moed houden, dapper, vast beraden, niet opgeven. Moed hebben is niet : niet meer bang zijn. Angst is geen zwakte. Wie bang is, is niet laf. Het gaat om een vast hart dat niet wankelt, niet wiebelt, omdat het ten diepste met God verbonden is. Deze moed kun je inoefenen, door naar God te verlangen. God geeft een vast hart, geeft moed, waardoor angst het voelen en handelen niet meer bepaald. Moed heeft met willen te maken, de wil om in verzet te komen, tegen vijanden, krachten, onrecht en geweld. Moed is een keuze tegen paniek. De keuze gemaakt door een sterk hart, sterk gemaakt door levenskracht van God. Wees niet twijfelachtig of je de goedheid wel zult zien in het land van de levenden, want dan ken je God nog niet. Hoe kan je moedig blijven? God zal je hart sterk maken. Dat is iets anders dan tegen de ander ‘sterkte’ te zeggen. Dan werp je de ander terug op zichzelf, moet de ander zichzelf sterk maken. Ja, het maakt het meeleven lastiger, maar ook eerlijker, menselijker, christelijker. Je kan niet meer even zeggen ‘sterkte’ en doorlopen, maar het verdriet en gemis van de ander zet je stil. Wat wil je ten diepste zeggen? Ik leef met je mee, ik probeer het, wat een gemis, het allerbeste, Gods kracht en troost toegewenst en toegebeden. God = licht = heil = levenskracht, in Christus, leven en opstanding. Grote betekenis voor het leven, leven met Gods kracht, echt leven, ook als je sterft. Nooit meer zwak, altijd krachtig, ook als je zwak bent, altijd leven, ook als je sterft, leven. Zijn we ons daar bewust van, leven we daarmee, kunnen we daarmee sterven, is dat onze troost? Het kan je rust geven die je jezelf, die je een ander, die een ander jou niet kan geven. Als je het niet bij ander of jezelf kan vinden, zoek het dan bij de Ander, bij God. God die in Christus mens is geworden, ons leven is binnengekomen, als licht in de duisternis, als leven in ons doods bestaan, als hemel in de hel, om ons te zoeken, in het licht van God te zetten, nieuw leven te geven, voor onszelf en voor allen die ons lief zijn, met wie we het willen delen. Want als het voor mij is, is het ook voor de ander die er voor open staat, het wil geloven. Wil jij die kracht ontvangen? Zoals je programma/app download op computer/mobiel en moet openen. Wil je die kracht toepassen in je leven? Na downloaden en installeren opnieuw opstarten. Van daaruit leven, echt leven, leven zoals God bedoeld heeft, waarvoor hij levenskracht geeft.

En toch, we kennen die momenten dat levenskracht afwezig is. Afgelopen jaar lazen we Johannes 11, over Jezus die te laat komt als Lazarus op sterven ligt. Jezus spreekt over opstanding en leven, maar er is een begrafenis geweest en Lazarus is dood. Dan zegt Jezus niet : zorg maar dat je er aan went, iedereen gaat een keer dood, zo zit de wereld in elkaar, verzet je er niet tegen, maar verzoen je er mee, zo is het leven nu eenmaal. Nee, dat zegt Jezus niet, maar hij kijkt onze grootste nachtmerrie recht in de ogen : de dood, het verlies van leven, van geliefden, ouder en jonger. En Jezus wordt woedend, is boos op het kwaad en het lijden. Het kwaad en de dood zijn gevolg van de zonde en horen niet bij Gods oorspronkelijke plan. God heeft geen wereld gemaakt die vervuld is met ziekte, lijden en dood. Toen in Gods wereld ziekte, lijden en dood intrede deed, kwam God in actie, zond God zijn Zoon. Hij komt om ons kracht te geven in onze zwakheid, om ons hart sterk te maken, moed te geven. Christus voor wie dood en graf geen eindstation is, voor wie kwaad, haat en onverschilligheid niet noodlot is. Maar hij die opstanding en leven is, die kracht heeft die aan alles leven geeft. Ook voor ons, als andere krachten die levenskracht van God bedreigen, willen doen vergeten. Ga het zelf maar na, zijn die andere krachten leven gevend, echt geluk makend? Wat hou je over als krachten van geld, macht, seks, gezondheid verzwakken? Als er doodskrachten opstaan tegen het leven?

Koppel je los van al die andere krachten, krachtbronnen, en laat je verbinden met levenskracht. Nederland moet in 2050 aardgas vrij zijn, we gaan allemaal thuis omschakelen naar andere energiebronnen. Willen wij zelf ook omschakelen, ons loskoppelen, van doodskrachten? Krachten die sterk lijken, maar uiteindelijk niet sterk genoeg zijn maar overtroffen worden door Gods levenskracht. Willen wij voortaan leven met Gods levenskracht? Leven met Christus die leven en opstanding is, ook als je bij graf staat, sterft, het graf ingaat. Leef niet in eigen kracht, maar in Gods kracht, probeer het of houdt het vol. Het kan ongelofelijk klinken, onvoorstelbaar lijken, soms moet je er op wachten, lang op wachten. Het is een sterk verhaal, dat je hart sterk maakt, waar ik me aan over wil geven. In dit leven de goedheid van de HEER al zien, God mijn hart sterkt maakt met zijn levenskracht.

Dan ontbreekt het mij aan niets, want God omringt mij met zijn liefde.

Al gaat mijn weg door een donker dal, ik weet dat hij mij brengen zal,

Naar een plaats, waar ik eeuwig thuis zal zijn.

Wil je de dienst terug kijken of luisteren? Klik hier.