Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar noemden we de namen van de kinderen voor wie we in het afgelopen kerkelijke jaar hebben gedankt voor hun geboorte. Daarbij dachten we ook aan alle kinderen, klein- en achterkleinkinderen die in het afgelopen jaar zijn geboren. En ook aan alle kinderen die nooit het levenslicht hebben gezien, omdat ze overleden in moeders buik. We herdachten ook de gemeenteleden die overledenen zijn in het afgelopen kerkelijke jaar. En daarbij dachten we ook aan hen van wie we de namen niet genoemd hebben, maar die korter of langer geleden zijn overleden.

Bij een overlijden wensen we elkaar vaak ‘sterkte’ toe. Maar is dat wel menselijk? Moet die ander zichzelf vermannen, zichzelf sterk maken. En is dat wel christelijk? Kan die ander zichzelf sterk maken? We lazen Psalm 27, over sterkte en levenskracht…

Hoe kom je aan een sterk hart? Wat betekent het : de HEER is mijn levenskracht zoals Psalm 27 bezingt?

Velen van ons weten wat het betekent, hoe het is, als vader, moeder je verlaten, je een broer of zus, man of vrouw, dochter of zoon, neef of nicht, buurman of buurvrouw, vriend(in) moet missen. We kennen die momenten van angst, vrees, verdriet, gemis, verlatenheid, kortere of langere tijd geleden.

De HEER is mijn licht, heil/behoud, levenskracht, of : bij de HEER is mijn leven veilig, waardoor er geen angst en vrees is…

Levenskracht klinkt positief, bemoedigend, troostvol, krachtig. De HEER, de God die was, is en zal zijn, altijd en overal, die is levenskracht. Als dat waar is, dan is het lek boven, van ons levensschip dat dreigt weg te zinken, in de zee van eenzaamheid, angst, verdriet, ellende en ziekte. God die nooit loslaat, vasthoudt, vasthoudend is, daarmee kan je het leven aan, ook als het tegenzit, als andere krachten in het leven inbreken, je de gebrokenheid van het leven ervaart, je soms toch angst en vrees kent.

Als kwaaddoeners, tegenstanders en vijanden, een leger op je afkomen, de oorlog uitbreekt… In de Psalmen wordt vaker over vijanden gezongen, in situaties van ernstige ziekte of groot onrecht. Vijanden willen de rechtvaardige, die op God vertrouwt, naar Gods wil leeft, die Zijn wil op aarde wil laten geschieden zoals nu al in de hemel geschiedt, van God los maken, verleiden om het vertrouwen in God op te geven. Kwaaddoeners zijn mensen die met geweld en haat het leven tot een hel maken. Je staat alleen, weerloos. Na deze week tegen kindermishandeling kunnen we ons daar wel iets bij voorstellen. Kwaaddoeners willen ons verleiden om toe te geven aan onrecht, om onverschillig te gaan leven. Bij tegenstand mogen we ook denken aan de weerbarstigheid en de gebrokenheid van het leven, waar we mee te maken hebben, de stemmen die je maar niet tot zwijgen kan brengen, als het maar blijft spoken in je hoofd en leven, andere machten en krachten van zich laten horen, de doodskrachten tegen Gods levenskracht opstaan. Krachten van Geld, Seks en Macht, gezondheid, verveling, onverschilligheid, drugs, verslaving. Afgoden in plaats van de HEER die was, is en zal zijn, die levenskracht is. Je vast houdt aan eigen krachtbronnen, waar je op vertrouwt, leven, heil, geluk van verwacht.

Wat of wie zijn onze vijanden, waar ontmoeten wij kwaaddoeners, hoe ervaren wij tegenstand? En wat doen wij er mee? Gaan we ze in eigen kracht te lijf? Of keren we ons naar God die levenskracht geeft, heil/behoud, bij wie ons leven veilig is?

Dat lezen we in Psalm 27 over de beweging naar God toe, naar het huis van de HEER, de tempel. De plaats waar je vergeving ontvangt van misstappen, verzoening van al je zonden, redding in nood, troost in verdriet, steun in zwakheid, de plaats waar je God zelf ontmoet, die leven geeft. Geborgenheid in hut en tent. En van daaruit ga je weer naar buiten, niet in eigen kracht, maar in Gods kracht. Zou je dat durven? Niet in eigen kracht, maar in Gods kracht het leven verder leven? Eigen krachtbronnen verlaten en gaan leven uit Gods levenskracht? Want van wie of wat verwacht je meer, van jezelf, een ander of van God? Als je leeft uit Gods levenskracht, is het dan nog een optie om terug te vallen op andere krachten?

Naast het vertrouwen en leven uit God, zingt de psalm ook over heel andere ervaringen. Het vertrouwen, ‘zou ik nog vrezen?’ gaat over in een gebed in grote nood. Zo is het leven, vertrouwen en radeloosheid liggen meestal dicht bij elkaar. We horen roepen om antwoord, over toorn, in de steek worden gelaten, herkenbare ervaringen in perioden van ziekte, rouw, lijden, gemis, je verlaten en onbegrepen voelen. En tegelijkertijd zoeken en verlangen, hopen op Gods ervaringen, dat je niet alleen verder hoeft.

Wie op God vertrouwt, moedig is, kent nog altijd vrees en angst. Maar je basis is levenskracht, God, de HEER die was, is en zijn zal. Als vast fundament is Gods trouw en liefde voor allen die weten, dat met op anderen of jezelf vertrouwen je te kort komt in het leven, bij het sterven.

En dan kan je iets leren, leren Gods weg te gaan, bidden om niet overgeleverd te worden aan de tegenstanders, kwaaddoeners, vijanden… Zo kan ons leven op en neer gaan, op bergen en in dalen, maar overal is God. Kan ons levensschip heen en weer geslingerd worden door stormen, maar het lek is gedicht.

Het lijkt wel alsof aan het einde de psalmdichter nog eens diep zucht. Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEER zou zien in het land van de levenden… Ik was vergaan. Die goedheid van de HEER is niet iets van later, na de dood, in de hemel ofzo. Nee, de goedheid van HEER is iets van nu, dit leven, deze aarde, en zal vol-maakt worden op de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Hoe we hier die goedheid van HEER kunnen ervaren? In dit leven van gebrokenheid, ziekte, lijden, sterven? Sterk zijn, moed houden, dapper, vast beraden, niet opgeven. Moed hebben is niet : niet meer bang zijn. Angst is geen zwakte. Wie bang is, is niet laf. Het gaat om een vast hart dat niet wankelt, niet wiebelt, omdat het ten diepste met God verbonden is. Deze moed kun je inoefenen, door naar God te verlangen. God geeft een vast hart, geeft moed, waardoor angst het voelen en handelen niet meer bepaald. Moed heeft met willen te maken, de wil om in verzet te komen, tegen vijanden, krachten, onrecht en geweld. Moed is een keuze tegen paniek. De keuze gemaakt door een sterk hart, sterk gemaakt door levenskracht van God. Wees niet twijfelachtig of je de goedheid wel zult zien in het land van de levenden, want dan ken je God nog niet. Hoe kan je moedig blijven? God zal je hart sterk maken. Dat is iets anders dan tegen de ander ‘sterkte’ te zeggen. Dan werp je de ander terug op zichzelf, moet de ander zichzelf sterk maken. Ja, het maakt het meeleven lastiger, maar ook eerlijker, menselijker, christelijker. Je kan niet meer even zeggen ‘sterkte’ en doorlopen, maar het verdriet en gemis van de ander zet je stil. Wat wil je ten diepste zeggen? Ik leef met je mee, ik probeer het, wat een gemis, het allerbeste, Gods kracht en troost toegewenst en toegebeden. God = licht = heil = levenskracht, in Christus, leven en opstanding. Grote betekenis voor het leven, leven met Gods kracht, echt leven, ook als je sterft. Nooit meer zwak, altijd krachtig, ook als je zwak bent, altijd leven, ook als je sterft, leven. Zijn we ons daar bewust van, leven we daarmee, kunnen we daarmee sterven, is dat onze troost? Het kan je rust geven die je jezelf, die je een ander, die een ander jou niet kan geven. Als je het niet bij ander of jezelf kan vinden, zoek het dan bij de Ander, bij God. God die in Christus mens is geworden, ons leven is binnengekomen, als licht in de duisternis, als leven in ons doods bestaan, als hemel in de hel, om ons te zoeken, in het licht van God te zetten, nieuw leven te geven, voor onszelf en voor allen die ons lief zijn, met wie we het willen delen. Want als het voor mij is, is het ook voor de ander die er voor open staat, het wil geloven. Wil jij die kracht ontvangen? Zoals je programma/app download op computer/mobiel en moet openen. Wil je die kracht toepassen in je leven? Na downloaden en installeren opnieuw opstarten. Van daaruit leven, echt leven, leven zoals God bedoeld heeft, waarvoor hij levenskracht geeft.

En toch, we kennen die momenten dat levenskracht afwezig is. Afgelopen jaar lazen we Johannes 11, over Jezus die te laat komt als Lazarus op sterven ligt. Jezus spreekt over opstanding en leven, maar er is een begrafenis geweest en Lazarus is dood. Dan zegt Jezus niet : zorg maar dat je er aan went, iedereen gaat een keer dood, zo zit de wereld in elkaar, verzet je er niet tegen, maar verzoen je er mee, zo is het leven nu eenmaal. Nee, dat zegt Jezus niet, maar hij kijkt onze grootste nachtmerrie recht in de ogen : de dood, het verlies van leven, van geliefden, ouder en jonger. En Jezus wordt woedend, is boos op het kwaad en het lijden. Het kwaad en de dood zijn gevolg van de zonde en horen niet bij Gods oorspronkelijke plan. God heeft geen wereld gemaakt die vervuld is met ziekte, lijden en dood. Toen in Gods wereld ziekte, lijden en dood intrede deed, kwam God in actie, zond God zijn Zoon. Hij komt om ons kracht te geven in onze zwakheid, om ons hart sterk te maken, moed te geven. Christus voor wie dood en graf geen eindstation is, voor wie kwaad, haat en onverschilligheid niet noodlot is. Maar hij die opstanding en leven is, die kracht heeft die aan alles leven geeft. Ook voor ons, als andere krachten die levenskracht van God bedreigen, willen doen vergeten. Ga het zelf maar na, zijn die andere krachten leven gevend, echt geluk makend? Wat hou je over als krachten van geld, macht, seks, gezondheid verzwakken? Als er doodskrachten opstaan tegen het leven?

Koppel je los van al die andere krachten, krachtbronnen, en laat je verbinden met levenskracht. Nederland moet in 2050 aardgas vrij zijn, we gaan allemaal thuis omschakelen naar andere energiebronnen. Willen wij zelf ook omschakelen, ons loskoppelen, van doodskrachten? Krachten die sterk lijken, maar uiteindelijk niet sterk genoeg zijn maar overtroffen worden door Gods levenskracht. Willen wij voortaan leven met Gods levenskracht? Leven met Christus die leven en opstanding is, ook als je bij graf staat, sterft, het graf ingaat. Leef niet in eigen kracht, maar in Gods kracht, probeer het of houdt het vol. Het kan ongelofelijk klinken, onvoorstelbaar lijken, soms moet je er op wachten, lang op wachten. Het is een sterk verhaal, dat je hart sterk maakt, waar ik me aan over wil geven. In dit leven de goedheid van de HEER al zien, God mijn hart sterkt maakt met zijn levenskracht.

Dan ontbreekt het mij aan niets, want God omringt mij met zijn liefde.

Al gaat mijn weg door een donker dal, ik weet dat hij mij brengen zal,

Naar een plaats, waar ik eeuwig thuis zal zijn.

Wil je de dienst terug kijken of luisteren? Klik hier.

Nederland moet in 2050 aardgasvrij zijn, aldus het voornemen van onze regering. We gaan omschakelen naar andere energiebronnen. Uit welke energiebronnen leven wij?Zondagmorgen lezen we Psalm 27, over levenskracht van de HEER. Op deze laatste zondag van het kerkelijke jaar staan we stil bij de tijdelijkheid van het leven. We noemen de namen van hen die ons het afgelopen jaar zijn ontvallen. Velen van ons weten wat het betekent, hoe het is, als vader, moeder je verlaten, je broer of zus, man of vrouw, dochter of zoon, neef of nicht, buurman of buurvrouw, vriend(in), moet missen, die momenten van angst, vrees, verdriet, gemis, verlatenheid, kortere of langere tijd geleden. En dan : de HEER is mijn licht, heil/behoud, levenskracht, je kan ook lezen : bij de HEER is mijn leven veilig, waardoor er geen angst en vrees is…

We willen met elkaar nadenken over de vraag wat het betekent : de HEER is mijn levenskracht. En, hoe kom je aan een sterk hart? Willen wij omschakelen, ons loskoppelen, van doodskrachten, krachten die sterk lijken, maar uiteindelijk niet sterk genoeg zijn, ook al zullen we allemaal eens moeten sterven?

Voor de kinderen is er kinderkerk, voor de allerkleinsten is er crèche in de kelder van Ons Centrum. Na de dienst is er koffiedrinken in Ons Centrum waarvoor iedereen die zich verbonden weten met de overledenen, van harte is uitgenodigd.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11
7468 AA Enter
0547-381384

In de doopdienst op zondagmorgen 18 november dachten we na over ‘opnieuw geboren worden’. We ontmoetten twee mensen die een bizar gesprek hadden, nl. over opnieuw geboren worden… : Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. Nikodemus is een Farizeeër, één van de joodse leiders, een belangrijke man met veel verstand van de Bijbel. En Jezus, een timmerman(szoon), onbelangrijk en onbekend. Al doet hij de laatste weken wonderen, vertelt hij bijzondere verhalen. Ze ontmoeten elkaar, in de nacht, bij Jezus thuis. De belangrijke en bekende man Nikodemus en de onbelangrijke en onbekende timmerman Jezus. Als Nikodemus het gesprek begint, dan zegt hij iets opvallends, niet: timmerman, maar rabbi=leraar/meester. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’ Jezus, geen gewone timmerman of onbekend iemand, maar leraar, iemand die bij God vandaan komt, ons iets wil leren, over opnieuw geboren worden…

Opnieuw’, in de zin van helemaal opnieuw beginnen, wat daarvoor was, is niet belangrijk. Zoals een nieuwe start, een nieuw begin. Bij een wedstrijd hardlopen, na een valse start, moet je opnieuw beginnen. Het haalt niet uit of je wel/niet eerste was, of je wel/niet goed je best deed, dat geldt niet, het moet opnieuw. Of bij een ruzie met vrienden, na de ruzie uitpraten, ben je opnieuw vrienden, de ruzie is vergeten en vergeven, er is een nieuw begin.

Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.Opnieuw geboren worden om het koninkrijk van God te zien…

Pasgeboren baby’s zijn in onze ogen lief, schattig en onschuldig.  Baby’s slapen alleen, maken geen rommel, pakken niets af, maken geen ruzie, doen niet gemeen. Maar God, onze Schepper, kent baby’tjes ook en weet dat als het baby’tje groot wordt het als vanzelf rommel maakt, dingen afpakt, ruzie maakt, gemeen doet, anderen pijn doet. God, onze Schepper, weet dat wij op deze wereld komen met neiging om te zondigen en God los te laten.(doopformulier) Daar is God verdrietig/bedroefd en boos/vertoornd om. Boos, omdat we ongehoorzaam zijn, niet leven zoals Hij wil: egoïsme, gemeen doen, onverschilligheid. Verdrietig, omdat we niet zo gelukkig zijn als Hij wil: elkaar pijn doen, ruzie maken, het leven onmogelijk maken. Daarvoor is een nieuwe geboorte nodig, een geestelijke geboorte, een totale en radicale levensverandering van binnen uit. Daar heeft Jezus het over in gesprek met Nikodemus : nieuwe geboorte, opnieuw geboren worden. Hoe goed/mooi/liefdevol/onschuldig je ook denkt dat het is, ieder mens moet opnieuw beginnen, nieuwe start maken, omdat het veel beter/mooier/liefdevoller kan in Gods ogen, en Hij als onze Schepper/Maker kan het weten.

‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ Nikodemus begrijpt niet precies of helemaal niet wat Jezus bedoelt. Opnieuw geboren worden? Je kunt toch niet opnieuw de buik van je moeder binnengaan? Nikodemus begrijpt Jezus niet, omdat Jezus het wat geheimzinnig/moeilijk zegt. Opnieuw geboren, wat bedoelt Jezus dan wel? Het is opvallend dat Jezus het nieuwe begin dat God maakt met mensen vergelijkt met een geboorte. Het maakt veel duidelijk! Op een zwart-wit echofoto zie je een baby die groeit in de buik van een moeder. In de kleine, donkere ruimte van de baarmoeder zit de baby daar, tot het moment van de bevalling. Dan wordt het kind geboren, vanuit de donkere baarmoeder in een kamer vol licht. Waarom vergelijkt Jezus het tot geloof komen met een geboorte? Nou, ik denk hierom: vanwege het grote verschil. Eerst zit de baby helemaal opgerold in de baarmoeder, alleen, in het donker, en hoort het alleen vage geluiden en stemmen, maar bij de geboorte verandert dat. Dan komt baby in een wereld die zoveel groter is, met mensen, zijn vader en moeder, broertjes en zusjes, geluiden, geuren, kleuren, en nog veel meer.

Wat is leuker, in de buik of buiten de buik? Buiten de buik. Zo is het – zegt Jezus – wie tot geloof komt, wordt als het ware in een nieuwe wereld geboren. Zo leven we als we in God geloven in Gods wereld, in Gods koninkrijk. Het is de wereld van God, van die God die Schepper is, die alles kan en onvoorwaardelijk van je houdt. De wereld waarin wij Zijn Stem gaan horen. Ik heb je lief mijn kind, je bent van Mij. Ik neem je tot Mijn kind en erfgenaam aan. Je mag bij Mij horen, ondanks wie je bent. Ik zal voor je zorgen. (doopformulier) De wereld waarin Zijn beloften gelden : voor Mij is niets onmogelijk. Ik heb alle macht in hemel en aarde. En Ik zal het kwade tegenhouden, of anders zal Ik er wat goeds mee uitwerken. (doopformulier) Het koninkrijk is de wereld waarin de Heer Jezus koning is. Waarin Hij het voor het zeggen heeft. Het is het koninkrijk van Gods geliefde Zoon, waarin dus alles draait om de liefde. Het is wereld waarin mensen zo gelukkig worden als God had bedacht, en waarin God alle eer krijgt. In Jezus geloven lijkt dus veel op geboren worden, omdat je die andere, nieuwe wereld gaat zien, ingaat. Wereld met heel andere mogelijkheden, Gods mogelijkheden, voor mensen maar moeilijk voor te stellen. Een andere wereld op deze aarde, een nieuwe tijd, maar gewoon vandaag; onwennig, maar wel echt. Zoals een baby als het geboren wordt op dezelfde aarde blijft, maar wel veel meer ziet van de wereld dan in de buik. Zoals een baby al voordat het geboren wordt al leeft en na de geboorte ook, maar toch anders. Zoals een baby in de buik ook al bewoog, maar nu veel meer ruimte heeft en later gaat leren lopen, fietsen, … Zoals een baby in de buik ook al echt leefde, maar als het geboren wordt veel meer plezier heeft, lachen en spelen.

Opnieuw geboren worden : miljoenen volgden hoe boer Marnix eigenlijk ook opnieuw werd geboren. Want wie Marnix ook koos, hij bleef en blijft Marnix, maar zijn keuken, woonkamer en kleding zullen radicaal veranderen. Hij zal een ander mens worden met een vrouw in zijn leven met wie hij alles kan delen, samen lachen én samen huilen.

Opnieuw geboren worden, niet langer alleen, maar samen met God, het leven leven op Gods wereld. Zo leven dat God niet meer boos en verdrietig hoeft te zijn, maar geniet hoe liefdevol we het leven leven.

Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water&geest

Water staat voor de reiniging van al je zonden, God maakt je schoon en stralend, dit is de bekering. Dankzij Jezus mag jij je rechtvaardig voor Hem weten, volkomen door Hem aanvaard (doopformulier). Geest staat voor verandering, vernieuwing, God wil ervoor zorgen dat je schoon en stralend blijft, de Geest helpt.  Zoals Yvon boer Marnix helpt in de voor hem totaal nieuwe situatie. Om ook te ontvangen wat God jou geeft: de afwassing van zonden en  de voortgaande vernieuwing van je leven (doopformulier) Door geboorte uit water en geest ontvang je een totaal nieuwe identiteit, make-over, veel ingrijpender en radicaler dan bij boer Marnix : een totale en radicale levensverandering van binnen uit. Waardoor je nu én in toekomst schoon en stralend in het licht met Jezus mag wandelen. Je blijft wie je bent, maar alle negatieve dingen verdwijnen, alle positieve dingen blijven over, nog beter.

Ook Nikodemus wist dat hij niet perfect was. Ook hij kon best wat goddelijke hulp gebruiken, aanvullingen hier en daar: vriendelijker, geduldiger,… Maar Jezus zegt dat het veel radicaler moet, opnieuw geboren, totaal nieuwe start, reiniging en vernieuwing. We worden nieuwe personen van binnen, terwijl we van buiten gewoon blijven wie we blijven. We worden daarmee een totaal nieuw persoon, niet slechts een verbeterde/aangepaste versie van de oude mens.

Opnieuw geboren worden is niet dat je nog wat hulp van God nodig hebt om te doen wat goed is. God repareert niet je oude identiteit, dat je wat minder lelijk doet, het negatieve wat minder wordt. God geeft een totaal nieuwe identiteit, waardoor je steeds meer op Jezus gaat lijken, het negatieve verdwijnt, het positieve groeit. De zelfde mens, maar wel een ander mens, wandelend in het licht met Jezus…

Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet. Door geboorte uit water en geest zoek je het licht op, ontvang je nieuw zicht, je gaat dingen anders zien. Dit betekent niet dat je letterlijk nieuwe beelden ziet en stemmen hoort. Het betekent wel dat je meer van God gaat zien, God beter gaat begrijpen. Je kent bijvoorbeeld als Bijbelteksten/verhalen, maar opnieuw geboren krijgen die teksten/verhalen echt betekenis.

Ben jij al opnieuw geboren? U bent trouw kerkganger, leidt een netjes leven, betaald ruimhartig de kerkelijke bijdragen? Dat deed Nikodemus ook…

De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’

Opnieuw geboren worden, geboren worden uit water en Geest, geboren worden uit de Geest. Het is het mooiste wat je kan overkomen, een nieuwe start, leven samen met God om echt gelukkig te worden. Dat is in het begin een onzichtbaar werk van God, net als de wind. De wind, je hoort zijn geluid, ziet het waaien, maar weet niet vanwaar hij komt en waar hij naar toe gaat; toch is Gods werk, onzichtbaar en moeilijk te begrijpen, echt en belangrijk, merkbaar in je leven. Zonder alles te kunnen verklaren, weet je toch dat het waait. Zo ook met iedereen die opnieuw geboren is. Je kan het misschien niet goed uitleggen, maar je weet wel dat God van jou houdt en jij van God houdt en dat jullie samen gelukkig zijn en blijven. Door elke dag in de Bijbel te lezen en te bidden, groeit het geloof in God. Tegelijk is het ook een keuze om God te gehoorzamen. Dan hoef je nooit meer bang te zijn, want wat er ook gebeurd, God is altijd bij je en belooft “Ik zal er zijn”

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11
7468 AA Enter
0547-381384

Zondagmorgen ontmoeten we twee mensen die een bizar gesprek hebben, namelijk over ‘opnieuw geboren worden’… ‘Opnieuw’, in de zin van, helemaal opnieuw beginnen. Wat daarvoor was, is niet belangrijk : je maakt een nieuwe start, een nieuw begin.

Jezus zegt dat je opnieuw geboren moet worden om het koninkrijk van God te zien. Maar je kunt toch niet opnieuw de buik van je moeder binnengaan?!

Opnieuw geboren worden : miljoenen volgen hoe boer Marnix eigenlijk ook opnieuw wordt geboren. Daarover zondag meer…

Ben jij al opnieuw geboren? Nou, ik ben een trouwe kerkganger, ik leid een netjes leven en betaal netjes mijn kerkelijke bijdragen. Tja, dat deed Nikodemus ook… Maar toch zei Jezus ook hij, Farizeeërs (vooraanstaande dominee) en één van de Joodse leiders, toch opnieuw geboren moest worden als hij bij God wilde horen…

Lees thuis gerust alvast Johannes 2 : 23 – 3 : 21 door.

Welkom om 9.30u in de kerkdienst waarin drie kinderen worden gedoopt én na afloop in Ons Centrum om onder het genot van koffie, thee, water of limonade elkaar te ontmoeten en de doopouders te feliciteren.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11
7468 AA Enter
0547-381384

Zondagavond 11 november a.s. zal de bekende dichter/dominee Hans Bouma voorgaan in een verhaaldienst in de Gereformeerde Kerk Enter. Wat is een verhaaldienst ? Over bijbelse figuren kun je een preek houden, maar je kunt hen ook zelf aan het woord laten. Dominee Hans Bouma zegt daarover: “In een eenvoudig liturgisch kader vertelt een bijbelse figuur bij monde van mij zijn of haar verhaal.”                                                                                                                                                                   Op basis van de woorden van de barmhartige Samaritaan uit Lucas 10 staat de  cruciale vraag  “Wat voor mens wil je zijn ?” centraal. Pianist Roel Praas neemt muzikaal deel aan deze dienst. Het verhaal wordt ingeleid met poëtisch-muzikale collages “Spreek dan van geluk” en “Zo valt er te leven”; Hans Bouma legt zijn gedichten neer als papieren bootjes op een stroom van muziek.                                           Een ieder wordt van harte uitgenodigd voor deze bijzondere, inspirerende dienst.
Aanvang 19.00 uur.

Op Dankdag staan we zowel in de ochtend met de schoolkinderen als in de avond als gemeente stil bij het verhaal in Lukas 17:11-19. Het verhaal over de 10 mannen die melaats zijn, een heel erge ziekte in die tijd, waar je bijna nooit meer beter van werd. Wat melaatsheid precies is, weten we het niet, maar het maakte je uiterlijk lelijk, het was pijnlijk en besmettelijk, er ontstonden vergroeiingen en verminking. Een melaatse was een ‘levende’ dode…

Melaatsheid had ook grote gevolgen: je moest weg uit je gezin/dorp, je had geen werk meer, dus er kwam armoede, je kon niemand meer ontmoeten, je was nergens meer welkom.

Melaatsheid is dus heel erg, vanwege de ziekte, maar nog meer vanwege de bijbehorende eenzaamheid. Vaders en moeders die nooit meer thuis mogen komen, nooit meer kunnen spelen met kinderen. Kinderen die weg moeten, het dorp uit, ergens een hutje bouwen, je wordt volledig afhankelijk van anderen, van de spullen die gebracht worden. En wat als iemand melaats wordt? Gaat die alleen weg of gaat er iemand mee? Wat als het je kind is of je partner? Anderen moeten eten brengen om te overleven, dat zetten ze neer op afstand en dan lopen ze snel weg. Melaatsen moeten er naar toe strompelen om het op te halen. Hoe vernederend. Je mag niet in de buurt van anderen komen, anders moet je ze waarschuwen: ‘onrein!’ Vaak leefden ze in groepen om zo, te midden van alle ellende, aan elkaar wat steun te hebben, zo ook deze 10 mannen.

En dan, op een dag: Die 10 mannen hebben van Jezus gehoord, ze gaan naar Hem toe, en roepen van een afstand: Heb medelijden met ons! Jezus zegt dat ze naar de priester moeten gaan en onderweg zien ze dat ze zijn genezen. Ze kunnen weer terug naar hun gezin, vrienden, dorp, werk zoeken, weer erbij horen, voor zichzelf zorgen, niet afhankelijk van anderen. Deze mannen krijgen een heel groot cadeau van God!!! Wat zijn ze blij!!!

Het kan heel cliché overkomen, de genezingen van Jezus. Hopelijk dat we ontdekken dat het geen trucjes waren of entertainment, maar dat ‘levende doden’ weer werkelijk konden gaan leven.

God geeft ons ook heel veel. De meesten van ons hebben genoeg eten en drinken, zijn gezond, mogen gewoon in het dorp wonen, kunnen naar hun werk en de kerk, hebben het fijn thuis.

Wij krijgen dus heel veel cadeaus van God. Meer dan we vaak willen zien. Want ook al gaat het soms wat minder in Nederland, zijn er ook mensen die geen werk hebben, die gebukt gaan onder geestelijk en lichamelijk lijden, we hoeven niet om te komen van de honger. En als we ziek zijn, kan er goed voor ons worden gezorgd, hoeven we niet een hutje buiten het dorp te bouwen. Dankdag is ook een moment in het jaar om stil te staan bij al die gewone en tegelijk geweldige geschenken die we van God ontvangen. Het is in elk geval niet toevallig of vanzelfsprekend…

 Jezus maakt ook duidelijk: onreinheid hoor niet bij God. Jezus zorgt ervoor dat deze mannen weer naar de tempel mogen, weer God kunnen ontmoeten. In die tijd had de tempel een veel grotere betekenis dan nu de kerk. Denk bij de tempel ook maar aan de functies die nu dorpshuizen, sportclubs, markten en winkels hebben. De sociale en commerciële ontmoetingsplaatsen waren allemaal in de buurt van de tempel.

In de diensten staan we stil bij dat ene regeltje waar je zo over heen zou lezen : Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God met luide stem. Loven is iets anders dan danken, maar wat is het verschil? Andere Bijbelvertalingen vertalen dat deze man God verheerlijkt. Is dat hetzelfde als danken en loven?

Welkom op Dankdag in de kerk! En als u/jij dankpunten hebt, laat het mij weten.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11
7468 AA Enter
0547-381384