Doopwater = afwaswater ? Om ons schoon te wassen, te ‘reinigen van al onze zonden’…?! Als ouders een kindje krijgen, zijn ze God vaak dankbaar voor het wonder van nieuw leven. Ook dit kind is een kind van God, God houdt ook van dit kind, behoort gedoopt te zijn : het ontvangen van het teken én zegel van Gods verbond, Gods liefde en trouw is er ook voor dit kind, zeker weten!

Dopen is schoonwassen. Maar is een baby dan vies?!

Wie kent ons beter: onze ouders, wijzelf, God? God kent ons het beste, beter dan wij onszelf kennen, Hij doorgrondt ons -> Psalm 139 In de preek meer over, nu lezen we het doopformulier, hoe de Bijbel en christelijke traditie de doop uitlegt.

Doopformulier

We lezen Romeinen 6: 1-14 (Nieuwe Bijbelvertaling)

Als we heel vies zijn, wat zeggen we dan? Ga jij je eerst maar eens schoonmaken. Of, bij baby’s, maken we ze zelf schoon, pas dan is de ander weer om te knuffelen/zoenen.

Doop als teken (zien) en zegel (zeker weten) van verzoening : in Gods ogen zijn wij weer om te zoenen.

Doopwater = afwaswater, om ons schoon te wassen, te reinigen van al onze zonden… God kent jou vanaf het begin, maar God kent ook de baby’tjes beter dan ouders van het baby’tje. In onze ogen zijn baby’tjes onschuldig, perfect, geestelijk gaaf en puur, zeker niet zondig. Maar God de Schepper die alles van ons weet, ons heeft gemaakt, ziet dieper. God weet : wij zijn allemaal geboren met de neiging om te zondigen en God los te laten. Thuis en op school leren we veel, maar ondeugend zijn / gemeen doen, gaat als vanzelf, van nature. Fijn dat ouders blij zijn met hun kind, als kind van God. En God houdt van ieder mens, jong en oud.

Maar de Bijbel zegt : er is een probleem! Iedereen is in zonde ontvangen en geboren, niemand is perfect. Soms zelfs letterlijk/lichamelijk, maar altijd geestelijk ziek. Daarover is God verdrietig en boos, omdat iedereen die niet perfect is niet bij Hem kan en wil komen. Gelukkig is God boos en verdrietig, uit liefde, anders zou Hij onverschillig zijn : zoek het lekker uit! Bedroefd, verdrietig : God weet dat het anders kan en moet, God wil voor ons het beste, heeft met ons grootse plannen. Als mensen dat niet willen begrijpen, aanrommelen in zijn schepping…kunnen we nooit hemels gaan leven. Vertoornd, boos : God wil niet dat het goede en mooie van Hem kapot gemaakt wordt. Wij karakter-moord plegen door te roddelen. Als mensen aan het waardevolle bezit van Hem zitten…wat hij geschapen heeft, zijn geliefde kinderen. Dus er is een probleem : God is verdrietig & boos omdat het niet meer perfect is tussen God en mens. Bij de doop erkennen we dus : iedereen, ook kleine kinderen, is niet perfect, onrein, verloren, heeft redding nodig. Dus elke baby is als vuile afwas die schoon moet worden om tot bestemming te komen. Doopwater = afwaswater, voordat God blij kan zijn moet er afgewassen worden, om ons schoon te wassen, te reinigen van al onze zonden…

3 Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? 4We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. 

Allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, zijn in zijn dood gedoopt.
Allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, zijn met Hem het afwaswater ingegaan.
Wij zijn door de doop in Christus’ dood met Hem begraven.
Wij zijn door de doop met Jezus begraven, ondergegaan in het afwaswater.
Om zoals Christus uit de dood is opgewekt, wij ook als nieuw zijn, een nieuw leven kunnen leiden.
Zoals Jezus uit afwaswater is gekomen, zo zijn wij ook met Jezus er uit gekomen: schoon!
Zoals Jezus door de dood nieuw leven kreeg, zo symboliseert de doop dat we in het water van de doop met Christus sterven én met Christus opstaan en een nieuw leven krijgen.

Het doopvont verbindt ons met het kruis : verzoening.

Jezus is niet voor niets of voor iets heel kleins uit hemel bij zijn Vader naar aarde gekomen. Jezus is niet voor niets of voor iets heel kleins aan kruis gespijkerd. Dat moest om ons te redden, schoon te wassen, van al onze zonden. Om ons met God te verzoenen, er voor te zorgen dat we in Gods ogen weer om te zoenen zijn, te knuffelen en omarmen als zijn geliefde kinderen die helemaal schoon zijn door Jezus. Het bloed van Jezus wast ons witter dan sneeuw, verzoening van al onze zonden.

Doop als teken (zien) en zegel (zeker weten) van vernieuwing.

Dopen is eigenlijk helemaal onderdompelen : zoals deze pop in glazen vaas met water. Als baby helemaal in water ondergedompeld wordt, wordt het één met het water, met Christus. Eén in zijn dood en één in zijn opstanding. Als je deelt in zijn dood, dan deel je ook zijn opstanding. Bij de doop erkennen we : iedereen, ook baby’s, heeft een tuintje in het hart waar onkruid harder, eerder en sneller groeit dan vrucht van Geest als er niets gebeurd… Daarvoor moest Christus aan het kruis : om het onkruid te vernietigen én om de vrucht van de Geest te doen groeien.

5Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. 6Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn.
Als Christus sterft, sterft christen ook. Christus is gestorven aan het kruis, christen ook.
Christus is opgestaan, van zonde vrij, christen is met Christus ook opgestaan, van zonde vrij.
Omdat wij door de doop zijn gelijkgemaakt aan Christus. Niet omdat wij ons best hebben gedaan, maar omdat we één met Hem zijn geworden, dat is genade. Genade, mercy (niet krijgen, wat je wel verdiend hebt, straf) grace (wel krijgen, wat je niet verdiend hebt, leven). Voor eens en voor altijd : vrijgekocht als slaaf én als kind van God de Vader aangenomen.

Nadat God de Vader jou heeft één gemaakt met God de Zoon, geeft hij zijn heilige, goede Geest die bij je komt wonen en de relatie/band onderhoudt met Jezus.

7Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
Als je schuld hebt en je sterft, wat gebeurt er dan met je schuld? Die verdwijnt, jij bestaat niet meer : door de dood ben je rechtens vrij van schuld. Als jij met Christus bent gestorven, ben jij in Gods ogen vrij van de zonde.

8Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met hem zullen leven, 9omdat we weten dat hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over hem. 10Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God. 11Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God.

Dood/zonde heeft geen macht meer over jou : er komt een beschermlaag over jou, je bent minder vatbaar voor zonde.
Dat is geweldig gaaf van God : verzoening én vernieuwing! God lost het probleem op en zorgt dat alles goed komt! Voor nu is het een perfectie in gebrokenheid.

Als God zo veel voor ons heeft gedaan, geeft dat ons een grote verantwoordelijkheid. Telkens als je het doopvont ziet : ik ben gedoopt : verzoening met God & vernieuwing van mijn leven. Als God er zoveel voor over heeft gehad dat je bent schoongewassen, dan kunnen we daar niet onze schouders over ophalen. Gedoopte onverschilligheid = ergste onverschilligheid. Doopbewijs is geen kaartje enkele reis naar de hemel, geen garantie voor toegang tot de hemel. Wie de beloofde vernieuwing weigert, zal geweigerd worden op nieuwe hemel en nieuwe aarde. Doopwater wast ons schoon, redt ons, vernieuwt ons, maar je kan er ook in verdrinken…

Misschien ken je het verhaal wel van die twee jongens : Samen op het slechte pad, allebei veroordeeld, allebei in de gevangenis. De ene jongen heeft rijke vader die straf voor zijn zoon afkoopt, de jongen is vrij. De andere jongen heeft arme moeder die jaren hard moet werken om haar zoon vrij te kopen. Bloed, zweet en tranen, maar eindelijk heeft ze het losgeld bij elkaar en haar zoon komt ook vrij. Later komen de jongens elkaar tegen, de ene met rijke vader zegt : zullen we weer ons oude leven oppakken? Zegt de andere jongen : nee, dat kan ik niet meer, mijn vrijheid heeft mijn moeder alles gekost, ze heeft er alles voor gegeven, dat wil ik haar niet nog eens aandoen. Het zou onzin zijn als hij zou zeggen : ja het voelde goed, dat mijn moeder dit allemaal voor me overhad, dat wil ik nog eens, nog meer ervaren.

Ons schoonwassen, ons gelukkig maken, ons één worden met Christus, ons wortelen in  Gods liefde,
ons leven uit de Geest, heeft God alles gekost : zijn enig geboren zoon. Dan ga je toch niet extra zondigen?! om de genade te laten toenemen? Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven?

Nee, als je weet dat God dat allemaal voor jou heeft gedaan… Dan zijn wij aan de beurt…

11Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God.12Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. 13Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid14De zonde mag niet langer over u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade.

Als teken en zegel van die genade werden Sam en Merle gedoopt, worden wij allemaal herinnerd aan onze eigen doop of worden we uitgenodigd om die genade te ontvangen. Laten we het lied ‘Doop’ zingend bidden…

Kerkdienst gemist luister hier.