Stel dat iemand jou vraagt : wie ben jij? Wat zou jij dan antwoorden?

De kern van mijn bestaan, wie ik ben, is dat ik geloof dat u, jij en ik, wij allemaal, geliefde zonen en dochters van God zijn.

In Galaten 3:26 lezen we : door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God

U, jij, ik : wij zijn kinderen van God.

Dat is een gave, een cadeau, om dat echt te ontvangen, binnen te laten komen. En een opgave om dat echt te beseffen, te geloven, én om vervolgens een leven te leiden vanuit dat geloof.

Dat is niet eenvoudig, om die waarheid te bevatten en om daar uit te leven. Velen wil dat maar niet lukken, blijven halverwege steken… We hebben leven lang nodig om onze doop te verstaan, te begrijpen wat dit allemaal betekent : kind van God, leven als kind van God.

Met een tekening wil ik proberen uit te beelden hoe we ons leven meestal leiden.

Met deze streep beeld ik mijn leven voor. Maar wij zijn onderdeel van een grotere tijdlijn, dat is die veel langere streep. Ons leven is beperkt, een kort leven dat snel voorbij gaat.

Vraag waar we ons hele leven mee bezig blijven : wie ben ik?

De antwoorden zijn onder te verdelen in drie groepen.

1.) Ik ben wat ik doe

Heel tastbaar, concreet.

Als ik goede dingen doe, als ik succesvol ben : voel ik me goed. Maar als ik domme dingen doe, als ik faal : voel ik me rot.

Als je ouder wordt, kijk je naar wat je gedaan hebt. Ik heb het goed gedaan : dat maakt je dankbaar. Of ik had het beter kunnen/moeten doen : dat kan teleurstelling geven. Wat je doet in je relatie, in je gezin, opvoeding, in je vriendengroep, op je werk, in de kerk, vrijwilligerswerk, sport bepaald voor een groot deel je zelfbeeld.

Wat ik doe, beïnvloedt wie ik ben, positief of negatief…

2.) Ik ben wat anderen over mij zeggen

Wat anderen over je zeggen, maakt heel veel indruk. Soms is de mening van anderen zelfs overheersend.

Als mensen goed over je spreken, voel je je heerlijk. Maar als iemand achter je rug om of recht in je gezicht, negatief over je spreekt, voel je je ineens heel verdrietig.

Als 100 mensen mij een hand geven, iets vriendelijks zeggen, kan dat teniet gedaan worden door 1 iemand die iets onvriendelijks zegt.

Het lijkt erop dat afkeurende woorden van ander, je recht in het hart kunnen raken.

Als iemand ’s ochtends iets tegen je zegt, kan dat de hele dag bij je blijven en je humeur verpesten.

Als je net voor het slapen nog een lelijk berichtje krijgt, dan kan dat je nachtrust verzieken.

Als iemand je belt en de ander vertelt hoe blij die met je is, dan kan je er van stralen.

Je geliefd weten, is geweldig.

Wat anderen over mij zeggen, beïnvloedt wie ik ben, positief of negatief…

3.) Ik ben wat ik heb

Aardige ouders, lieve kinderen, toffe vrienden, mooie auto/huis/…, goede opleiding, uitdagend werk, goede gezondheid. Je hebt zo veel.

Maar zodra je er iets van verliest : iemand overlijdt, je wordt ziek/werkloos, dan kan je heel snel in vicieuze cirkel terecht komen, waarbij al het levensplezier je wordt ontnomen.

Wat je hebt, beïnvloedt wie je bent, positief of negatief…

In deze drie punten stoppen wij heel veel energie in het korte leven wat we hebben.

Ik ben wat ik doe, ik ben wat anderen over me zeggen, ik ben wat ik heb.

Als mensen goed over je spreken, als je heel veel hebt en als je goede dingen doet, ben je blij en enthousiast en gelukkig. Maar als het minder gaat, als je ontdekt dat je dingen niet meer kan, dat mensen slecht over je spreken, je waardevolle dingen/personen kwijtraakt, ben je al snel een stuk een minder blij, niet meer zo enthousiast, voel je je ongelukkig. Voor je het weet gaat het leven op en neer als een jojo. Het gaat goed als aan deze drie punten zijn voldaan, het gaat slecht als we die dingen kwijtraken.

We willen aangehaakt blijven, ons leven danst aan die drie elastiekjes. De elastiekjes van ‘doen’, ‘anderen’ en ‘hebben. Daar hangen we ons leven aan op, ontlenen we ons bestaan aan, zo willen we gezien worden. We willen overleven. Vasthouden aan onze goede naam, onze goede reputatie, onze bezittingen. Maar uiteindelijk zullen we allemaal sterven. Als je zo’n leven leidt met ups en downs, bungelend aan elastiekjes, kom je tenslotte bij de dood en bij de dood is het afgelopen. Niemand praat meer over je, je hebt niets meer, je kunt niets meer doen, je raakt alles kwijt en van dat leventje van u, jou en mij blijft niets meer over. Wij zoeken op de verkeerde manier naar houvast, naar zekerheid, naar bevestiging.

Wat je doet, wat je hebt, wat anderen over je zeggen…

Maar dat is niet wie u bent, dat is niet wie ik ben.

We lezen Matteus 3 : 13 -4 : 11

De duivel zei tegen Jezus in de woestijn “verander deze stenen in brood”. Laat zien dat u iets kunt, iets goeds kunt doen. Spring van de tempel en laat u opvangen zodat mensen goed over u spreken. Kniel voor me neer, dan geef ik u veel bezittingen. Dan bent u geliefd, want u doet iets, mensen praten goed over u, en u hebt iets. Iedereen zal van u houden. Maar Jezus zei : dat is gelogen! Dat is de grootste leugen die er is. De waarheid is : aanbid de Heer, eer Hem. Alles wat je aanbidt, eert, daar ga je op lijken…vormt of mis-vormt je…

Jezus zei : ik weet wie ik ben. Dat had hij juist daarvoor gehoord, vanuit de hemel : jij bent mijn geliefde zoon, in jou vind ik vreugde. Dat is wie ik ben! Aan die stem hield Jezus zich vast terwijl hij zijn leven leidde. Sommige mensen prezen hem, anderen verwierpen hem. Sommigen riepen “hosanna”, anderen “kruisig hem”. Maar Jezus hield zich vast aan zijn waarheid, aan Gods waarheid. Wat er ook gebeurd, ik ben Gods geliefde zoon, geliefd door God. Dat is wie ik ben en daardoor kan ik leven in een wereld die me afwijst of prijst of me uitlacht of me spuugt. Ik ben geliefd. Niet omdat mensen me geweldig vinden, maar ik was al geliefd voordat ik geboren was.

Waar houden wij ons aan vast?

Wat is voor ons de waarheid?

Wat of wie bepaalt onze identiteit?

Wat je doet, wat anderen over je zeggen, wat je hebt?

Of gelooft u dat wat voor Jezus geldt, ook voor ons geldt?

U, jij en ik : wij zijn Gods geliefde zonen en dochters, geliefd door God.

Dat moet u niet alleen met uw oren horen, maar ook met uw hart.

We lezen Psalm 139 : 1-18

God kent ons, heeft kennis aan ons, wil in relatie met ons leven. Komt die stem nog bij ons binnen? Geloven we dat we Gods geliefde kinderen zijn? Gods hand houdt ons vast, laat ons niet los, draagt ons. Wij bungelen niet, maar wij worden gedragen, door goede machten trouw en stil omgeven. Niet alleen op de moeilijke momenten, maar op alle momenten van ons leven. Weet jij dat al tot in het diepst van je ziel/wezen/bestaan?! Leef jij zo, als geliefde zoon, geliefde dochter? Als je daarin gaat geloven, wordt dat geloof steeds groter. Zoals bij een steen in de vijver, de kringen steeds groter worden. Het ont-vouwt zich in je hart, in je leven, in het leven van alledag. Je zult nog steeds af en toe afgewezen en geprezen worden, winnen en verliezen. Maar dat beleef je niet als iemand die op zoek is naar identiteit, naar houvast. U beleeft dat als geliefde zoon of dochter van God. Door verdriet en lijden, blijdschap en vreugde, succes en mislukkingen, weet je altijd : ik ben Gods geliefde, in mij vindt hij vreugde.

Natuurlijk, wij proberen elkaar gelukkig te maken. Maar er is iemand die al voordat ouders, kinderen, vrienden, partner het gingen doen, jouw liefheeft, onvoorwaardelijk liefheeft. Mensen die van ons houden, doen ons niet altijd goed, mensen die om ons geven, doen ons soms pijn. Juist mensen die het dichtste bij zijn, kunnen je ook het meeste pijn doen. Hoe kunnen we leven met het feit dat liefde en verdriet altijd samengaan? Dat kan alleen, als we vasthouden aan die eerste liefde in ons leven. Die ons weefde in de buik van onze moeder. God die liefde is. Dan kunnen we vergeven die ons kwaad doen. Bovendien kunnen we in de liefde die we wel ontvangen een glimp opvangen van die eerste liefde van God, die echt is, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Niet alleen in ons korte menselijk bestaan, maar altijd. Wij worden altijd door goede machten trouw en stil omgeven.

Elke keer als u geneigd bent bitter te worden, jaloers, uit te vallen, afgewezen voelt, zeg dan tegen jezelf : ik ben de geliefde van God. God draagt mijn leven, ik hang niet aan die drie elastiekjes. Maar er is onder mij basis : God is liefde!

Ook al word ik afgewezen, ik zie die afwijzing als een manier om de waarheid opnieuw te omarmen.  Op die manier kan ik de waarheid van mijn geliefd-zijn beter doorgronden. Als ik daaraan kan vasthouden tijdens mijn leven, dan kan ik in alle vrijheid van mensen houden zonder dat ik van ze verwacht dat ze al mijn wensen vervullen. Want God heeft u, jou en mij geschapen en een hart gegeven dat alleen ware voldoening krijgt door Gods liefde. Elke andere vorm van liefde is maar bijkomstigheid, mooi meegenomen. Andere vormen van liefde is maar beperkt, zal verdriet meebrengen. Als we voorkomen dat we verbitterd raken door dat verdriet en daardoor juist een dieper besef krijgen van ons geliefd-zijn, dan zijn we zo vrij als Jezus en bewandelen we de aarde in het besef van Gods liefde, waar we ook gaan.

Wie ben jij?

Al wat ik ben, dank ik aan Hem : aan Jezus’ liefde voor mij.

En : zolang ik besta, volg ik Hem na, krijgt Hij gestalte in mij.

Met de doop vieren wij dat God ons de liefde heeft verklaard.

Ons hart heeft veroverd.

Hij is onze bewondering waard, wij aanbidden Hem.

En wat je aanbidt, daar ga je op lijken, krijgt gestalte in jou.
We zingen  “Jezus’ liefde voor mij”

Daar ga je voor leven…als geliefd kind van God.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter 
contactgegevens:
Rijssenseweg 11 7468 AA Enter
0547-381384