Hoe gelukkig ben jij?!

Velen zijn gelukkig, tenminste, dat willen we elkaar doen geloven. Op social media, maar ook als we elkaar vragen : alles goed? JA! Geloof je echt? Alles goed met die ander?

Maar stel dat een ander jouw gedachten van de afgelopen 3 weken zou kunnen inzien… Wat je soms dacht over je partner / ouders / kinderen / vrienden / collega’s / buren / jezelf…voor de spiegel. Wat je soms doet als niemand je ziet : emo-eten, drinken, snuiven, surfen, chatten, jouw onverschilligheid… Ik denk dat velen zich kapot zullen schamen, misschien zelfs wel wanhopig, verder leven heeft geen zin…

Kunnen wij werkelijk gelukkig zijn als we beseffen hoeveel schaamte, schuld, onvrede er in ons leven is? We camoufleren het ongeluk van binnen met een gelukkige buitenkant waardoor het wat minder erg lijkt… Maar kan iemand beweren dat de wereld zoals die nu is, goed is, dat er niets mis is met de mensheid?!

In de ontmoeting van Jezus met Samaritaanse vrouw en Nikodemus zagen we wat er mis is : zonde

Die oer-menselijke neiging om niet bij God, maar elders je geluk te beproeven, zekerheid te zoeken, om op zoek gaan naar iets anders naast God voor je geluk, je heil, je redding, zekerheid. Op iemand / iets anders / jezelf vertrouwen, al dan niet met een deeltijd-vertrouwen op God. Zonde is (deels) Gods plaats innemen, als het ware je eigen verlosser worden, je eigen geluk-maker, zelf de regie in handen nemen, zelf-verzekerd door het leven gaan, het zelf volbrengen i.p.v. Jezus, of wel samen met Jezus, maar Jezus mag jou volgen i.p.v. dat jij Jezus volgt. Wij vergeten vaak hoeveel dorst we hebben, omdat we nog denken onze dromen te kunnen verwezenlijken. Wij hebben nog water genoeg, levend water zegt ons niets, wij hebben onze eigen bronnen/zekerheden. Maar Jezus zegt : niets wat buiten jezelf ligt, kan werkelijk je dorst lessen die binnen in je is. Je hebt water nodig dat nog dieper uit je binnenste opwelt dan de dorst zelf. Niets van buiten kan je werkelijk gelukkig maken als je diep van binnen ongelukkig, onzeker bent. Je hebt geluk, vrede nodig dat nog dieper uit je binnenste opwelt dan het geluk dat je zelf kan realiseren.

Vanmorgen ontmoeten we Maria en Marta, gaat het over wat of wie het weer goed kan maken : Jezus.
Wie is die persoon die centraal staat in christendom en die alles weer goed zou kunnen maken?

We lezen in Johannes 11, over Jezus en de zussen Maria en Marta en broer Lazarus, echte vrienden. Als Lazarus heel ziek wordt, op randje van de dood zweeft, laten zijn zussen Maria en Marta dat Jezus weten. Ze gaan er vanuit, zoals je met echte vrienden hebt : die komen meteen, maar Jezus niet. Jezus wacht nog twee dagen, komt te laat, als Lazarus al gestorven is, al begraven is, vier dagen in het graf. We lezen Johannes 11 : 20-36

Echte vrienden kunnen alles tegen elkaar zeggen, Marta gooit het eruit : “Als jij hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn”, even later Maria ook. Twee zussen, dezelfde omstandigheden, precies dezelfde woorden, hetzelfde probleem met Jezus, maar Jezus reageert heel verschillend : net zoals bij Samaritaanse vrouw en Nikodemus…
Met Marta gaat Jezus bijna in discussie, want als Marta duidelijk maakt dat Jezus te laat is gekomen,
reageert Jezus : ik ben de opstanding en het leven, met andere woorden : bij mij is het nooit te laat. Jezus gaat in tegen haar gevoelens die wanhopig maken, wil de twijfel wegnemen en hoop teruggeven. Bij Maria reageert Jezus heel anders, tegenovergesteld bijna : zegt bijna niets, maar huilt mee. In plaats van tegen haar gevoelens in te gaan, zoals bij Marta, gaat Jezus mee in haar gevoelens van verdriet. Deze reactie van Jezus is niet een bijzonderheidje. Ze wijzen niet alleen op Jezus’ geweldige wijsheid in zijn persoonlijke omgang met mensen, maar openbaart ons de nog veel diepere waarheid omtrent zijn karakter en identiteit.

Stel, je zou een verhaal verzinnen over een goddelijk persoon die naar de aarde gekomen is in de vermomming van een mens. In het verhaal komt deze goddelijke persoon op de begrafenis van een vriend, wetend dat hij de macht bezit om zijn dode vriend tot leven te wekken en dat hij binnen een paar minuten al het verdriet kan veranderen in blijdschap. Hoe zou deze persoon er innerlijk in emotioneel opzicht aan toe zijn? Met een glimlach op zijn gezicht, binnenpret die naar buiten straalt, enthousiast, misschien wel opgewekt? Tot het moment van zijn optreden is hij ongeduldig, mompelt misschien wel : wacht maar tot jullie zien wat ik kan. Of je zou hem als schrijver laten zeggen : ik ben de opstanding en het leven, kijk maar goed wat ik ga doen. Dat zou passend zijn bij iemand die beweert dat hij goddelijk is. Maar van zo’n persoon zouden we nooit verwachten dat hij meegaat in het verdriet van mensen. Waarom zou hij het ene moment zo sterk zijn en even later zo kwetsbaar?

Maar dit verhaal is niet verzonnen, maar toont beeldend aan wat elders in het Nieuwe Testament feitelijk wordt meegedeeld. Jezus is zowel God als mens : niet alleen maar God, vermomd als mens, niet alleen maar mens met iets goddelijks, maar God-mens, en zijn ontmoetingen met Maria en Marta laten ons dat zien. In de ontmoeting met Marta zegt Jezus : ik ben de opstanding en het leven, daarmee claimt hij goddelijkheid. Alleen God kan leven geven en weer nemen. Jezus zegt niet slechts : ik kan Lazarus weer levend maken, heb op bijzondere manier bovennatuurlijke kracht. Nee, Jezus zegt : ik ben opstanding en leven, ik ben kracht die aan alles leven geeft en alles in leven houdt. Dat Jezus beweert God te zijn, was toen en nu een grote uitdaging voor mensen. Veel mensen erkennen wel dat Jezus’ onderwijs mooi, krachtig en uniek is : wijs, religieus mens zoals anderen. Maar dat is een onmogelijke reactie op Jezus’ bewering dat hij God is. Stichters van andere godsdiensten zeiden : ik ben een profeet die je de weg naar God wijst. Jezus leerde : ik ben God zelf en ik ben gekomen om jullie te zoeken en thuis te brengen bij God. Als we Jezus serieus nemen, kunnen we van hem niet één van de vele religieuze leiders maken. Trilemma : bewuste bedrieger, werd zelf misleid of echt goddelijk… Jezus eist daarom hoe dan ook een radicale reactie: afwijzen omdat hij slecht is, de rug toekeren omdat hij gek is of aanbidden omdat hij God is. Alle drie de reacties zijn goed denkbaar, zijn in lijn met wat Jezus zei en deed, hoe mensen toen reageerden. Maar wat je niet kan doen is : lauw reageren. Het is onmogelijk om tegen Jezus te zeggen : mooi gezegd. Daar hebben we echt wat aan, u bent een wijs man. Dat is gewoon oneerlijk. Als Jezus niet is wie hij zegt dat hij is, dan is zijn wijsheid grote onzin en klets hij maar wat. Als Jezus wel is wie hij zegt dat hij is, dan is hij oneindig veel meer dan zomaar een wijs man. Jezus stelt ons voor de keus : je moet iets met wat ik over mezelf beweer. Als ik ongelijk heb, sta ik ver onder al die andere stichters van godsdiensten die zo verstandig en bescheiden waren om niet te beweren dat ze God waren. Als ik gelijk heb, dan moet ik wel de beste manier zijn om te kunnen ontdekken wie God is en hoe de wereld echt in elkaar zit. Maar ik ben beslist niet gelijk aan al die anderen. Veel mensen durven niet te kiezen, maar gaan een uitweg zoeken uit het  trilemma : daar over vanavond meer.

Jezus : bewuste bedrieger, knettergek of werd hij zelf misleid, sneu ventje, of echt goddelijk, Gods Zoon? Ik ga voor het laatste : Jezus is werkelijk Gods Zoon. Die persoon ontmoeten we bij Marta en Maria : Jezus de Christus, God-mens. Sterk, de opstanding en het leven, God zelf én kwetsbaar, meehuilt met verdrietige Maria, echt mens. Gods kracht gaat samen met menselijke kwetsbaarheid. God en tegelijk absoluut en volkomen mens. Misschien ongelofelijk, maar wel wat wij precies nodig hebben, goddelijke-en-tegelijk-menselijk-persoon. Jezus confronteert Marta met de waarheid, wat zij in pastoraal opzicht op dat moment hardste nodig heeft. Luister naar mij, houd moed, ik ben er, opstanding, leven, dat is wat ik ben. Jezus huilt mee met Maria, lijdt mee, wat zij in pastoraal opzicht op dat moment het hardste nodig heeft. Iedereen heeft op verschillende momenten beide nodig : confrontatie met de waarheid en mee-lijden/huilen. Soms is het nodig dat een vriend je de ogen opent, met de neus op de feiten drukt, soms heb je alleen maar nodig dat iemand meehuilt. Soms is het helemaal fout de ander met de waarheid te confronteren als de ander intens verdrietig is, soms is het helemaal fout om alleen maar mee te huilen en de waarheid onuitgesproken te laten. Niemand heeft het onderscheidingsvermogen / geduld / inzicht om precies te geven wat op dat moment nodig is. Sommigen zijn beter in ander confronteren, zelfs als medelijden op dat moment beter zou zijn. Anderen zijn beter in met ander meelijden, zelfs als confrontatie met waarheid op dat moment beter zou zijn. Maar bij Jezus is het altijd goed, dat maakt Jezus anders dan iedereen, God en mens tegelijk. Deze Jezus ontmoetten wij vanmorgen bij de maaltijd van de Heer…

Vanmorgen : Jezus is God die mens geworden is, het beste wat ons als schepping is overkomen. Waarom heeft hij dat gedaan? Waarom moest de absolute macht onze zwakheid binnengaan?

We lezen Johannes 11 : 1-53

  1. Wat gebeurt er als Jezus bij het graf van Lazarus staat?33werd Hij heftig in de geest bewogen en raakte innerlijk in beroering (…) 38Jezus dan, opnieuw heftig bewogen in Zichzelf (Herziene Statenvertaling)
    33en dat ergerde hem (…) 38Ook dit ergerde Jezus. (Nieuwe Bijbelvertaling)Ergerde Jezus zich (NBV), werd hij heftig bewogen in zichzelf (HSV) of was het een uitschreeuwen van woede? Wat niemand durft te vertalen : Jezus is woest, woedend, alles in hem komt in opstand, schreeuwt het uit van woede, hij brult. Maar op wie of wat was Jezus zo boos? Niets wijst er op dat hij op de familie of omstanders boos is. Waarop dan wel? Op de dood… Jezus zegt niet : zorg maar dat je er aan went, iedereen gaat een keer dood, zo zit de wereld in elkaar, verzet je er niet tegen, maar verzoen je er mee, zo is het leven nu eenmaal. Dood als vriend… Nee, dat zegt Jezus niet. Hij kijkt onze grootste nachtmerrie recht in de ogen : het verlies van leven, van geliefden, ouder en jonger. En Jezus wordt woedend, is boos op het kwaad en het lijden.

    Wat betekent dit? Het kwaad en de dood zijn gevolg van de zonde en horen niet bij Gods oorspronkelijke plan. God heeft geen wereld gemaakt die vervuld is met ziekte, lijden en dood. Maar, als Jezus, God-mens, daar zo woedend over wordt, waarom doet hij er dan niets aan? Dan hebben we te weinig zelfkennis. Want veel wat mis is in de wereld wordt veroorzaakt door hoe de mens in elkaar zit. Heel veel ellende, misschien wel de meeste ellende, in dit leven komt voort uit de mens : egoïsme, trots, wreedheid, woede, onderdrukking, oorlog, geweld en… onverschilligheid. Als Jezus naar de aarde zou zijn gekomen met het zwaard van Gods toorn tegen het kwaad, als Jezus iets had moeten doen aan de ellende op onze wereld, dan zou hij alle bronnen van wanbedrijven hebben moeten aanpakken, niemand van ons was overgebleven om het na te vertellen. We hebben allemaal het kwaad en het egoïsme diep in ons zitten en kunnen dat niet oplossen. Maar Jezus kwam niet met het zwaard in de hand, hij kwam met spijkers in de handen. Hij kwam niet om te oordelen, hij kwam om het oordeel te dragen. Dit gedeelte, over Jezus bij het graf van zijn vriend Lazarus, toont waar het op uitloopt, waar het om gaat. De religieuze leiders beseffen het ook, als ze gezien hebben wat Jezus met het vertoon van zijn macht voor elkaar gekregen heeft, dat dit wonder hem nog veel gevaarlijker maakt dan dat ze altijd al gedacht hadden. Als Lazarus uit dood is opgewekt komen ze bij elkaar en vanaf die dag overlegden ze hoe Jezus zouden doden. En Jezus wist dat allemaal. Hij wist dat religieuze leiders zouden proberen hem te doden als hij Lazarus uit de dood zou opwekken. Dus wist hij dat de enige manier om Lazarus uit het graf tevoorschijn te roepen was door zelf het graf binnen te gaan. Hij wist dat de enige manier om Lazarus begrafenis een halt toe te roepen was door zijn eigen begrafenis over zich af te roepen. Als hij ons van de dood ging redden, van kwaad en zonde, moest hij de weg naar het kruis gaan en de veroordeling dragen die wij verdienden. Daarom glimlachte Jezus niet toen hij het graf naderde bij het vooruitzicht dat hij wel eens wat zou laten zien, maar stond hij te trillen van woede en huilde hij. Hij wist wat het hem ging kosten om ons van de dood te redden, om voor ons opstanding en leven te zijn. En toch, terwijl hij dat allemaal wist en ervoer, riep hij : Lazarus kom naar buiten -> bizar gebeuren

    Omstanders zeiden over Jezus : moet je eens zien hoeveel hij van Lazarus hield. Maar wij moeten eens tot ons door laten dringen hoeveel Jezus van ons houdt. Hij werd mens, sterfelijk, kwetsbaar, kon vermoord worden, allemaal uit liefde voor ons. God keek naar zijn wereld, die hij geschapen had en zag hoe we onszelf en de wereld kapotmaakten door ons van hem af te keren, door zonde…. Die oer-menselijke neiging om niet bij God, maar elders je geluk te beproeven, om op zoek gaan naar iets anders naast God voor je geluk, je heil, je redding. Op iemand / iets anders / jezelf vertrouwen, al dan niet met een deeltijd-vertrouwen op God. Zonde is (deels) Gods plaats innemen, als het ware je eigen verlosser worden, je eigen geluk-maker, zelf de regie in handen nemen, zelf-verzekerd door het leven gaan, het zelf volbrengen i.p.v. Jezus, of wel samen met Jezus, maar Jezus mag jou volgen i.p.v. dat jij Jezus volgt. Het maakte God verdrietig, Genesis 6:6, hij hield van ons, hij had ons geschapen voor het goede/beste. Hij zag ons worstelen onszelf te redden uit valstrikken en puinhoop die we voor onszelf gecreëerd hadden. En uit liefde zond God zijn zoon, want zo lief had God de wereld, dat hij zijn eniggeboren zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. En als die zoon dan met de dood geconfronteerd wordt, staat hij niet stil, loopt hij er niet omheen, maar stapt hij op de weg waarvan hij weet dat het zijn dood zal beteken, maar opstanding en leven voor allen die hem volgen, in hem geloven : daarmee is jouw dood overwonnen. In de ontmoeting met Marta zei Jezus :ik ben de opstanding en het leven, daarmee claimt hij goddelijkheid.

    Alleen God kan leven geven en weer nemen. Dat laat hij nu zien dat hij God is, dat hij opstanding en leven is. Jezus zegt niet slechts : ik kan Lazarus weer levend maken, heb op bijzondere manier bovennatuurlijke kracht. Nee, Jezus zegt : ik ben opstanding en leven, ik ben kracht die aan alles leven geeft en alles in leven houdt. Veel mensen erkennen wel dat Jezus’ onderwijs mooi, krachtig en uniek is : wijs, religieus mens zoals anderen. Maar dat is een onmogelijke reactie op Jezus’ bewering dat hij God is. Stichters van andere godsdiensten zeiden : ik ben een profeet die je de weg naar God wijst. Jezus zei : ik ben God, opstanding, leven en ik ben gekomen om jullie te zoeken in jullie doodse bestaan, levend te maken en thuis te brengen bij God, opnieuw geboren doen worden.

    Trilemma : bewuste bedrieger, werd zelf misleid of echt goddelijk… Jezus eist daarom hoe dan ook een radicale reactie: afwijzen omdat hij slecht is, de rug toekeren omdat hij gek is of aanbidden omdat hij God is. Alle drie de reacties zijn goed denkbaar, zijn in lijn met wat Jezus zei en deed, hoe mensen toen reageerden. Maar wat je niet kan doen is : lauw reageren, woord en sacrament bediend krijgen zonder vervolg. Onmogelijk om tegen Jezus te zeggen : knap gedaan, zijn wij en bijzonder Marta en Maria blij mee. Dat is gewoon oneerlijk. Als Jezus niet is wie hij zegt dat hij is, dan is zijn wijsheid grote onzin en klets hij maar wat. Als Jezus wel is wie hij zegt dat hij is, dan is hij oneindig veel meer dan zomaar een wijs man. Jezus stelt ons voor de keus : je moet iets met wat ik over mezelf beweer.

    Ik ben God, opstanding en leven en daarmee totaal anders dan wie dan ook maar. Als ik ongelijk heb, sta ik ver onder al die andere stichters van godsdiensten die zo verstandig en bescheiden waren om niet te beweren dat ze God waren. En als ik gelijk heb, dan moet ik wel de beste manier zijn om te kunnen ontdekken wie God is en hoe de wereld echt in elkaar zit. Maar ik ben beslist niet gelijk aan al die anderen. Veel mensen durven niet te kiezen, maar gaan een uitweg zoeken uit het  trilemma.

  2. “Jezus heeft nooit beweerd dat hij God was.”
    Het Nieuwe Testament is historisch betrouwbaar en er zijn ook documenten buiten de Bijbel die voldoende bewijs bevatten dat Jezus bestaan en geleefd heeft.
    Wetenschappelijk onderzoek bewijst overtuigend : de evangeliën zijn geen mondeling overleveringen waarin allerlei legendes zijn opgenomen, maar mondelinge geschiedschrijving, gebaseerd op ooggetuigenverslagen.
    Verder toont historisch bewijs aan : christenen hebben nooit betwist maar altijd geloofd dat Jezus God was. Het geloof in Jezus’ godheid is niet pas lang na Jezus’ dood ontstaan, maar was gebaseerd op Jezus’ eigen onderwijs en algemeen aanvaard vanaf het begin van christelijke kerk.
  3. Goed, maar waarom zou Jezus niet een bewuste bedrieger zijn geweest?Belangrijk om te beseffen : al Jezus’ eerste volgelingen waren joden die enorm opkeken tegen God. Ze durfden Gods naam niet eens uit te spreken of op te schrijven. Elke suggestie dat God een zwak mens van vlees en bloed zou kunnen worden, zouden ze met kracht afwijzen. De gedachte aan een God-mens zou nooit bij joodse mannen en vrouwen opgekomen zijn. Geen enkele bedrieger zou het ooit wagen om joodse volgelingen ervan te overtuigen dat hij goddelijk was. Hij wist van te voren dat de kans van slagen zeer klein was en geschiedenis bewijst dat ook. Niemand anders dan Jezus is wereldwijd en door de tijd als God vereerd.
  4. Stel dat Jezus geen oplichter was, maar ten onrechte volkomen overtuigd van wat hij zei over zichzelf.
    Stel : Jezus geloofde echt dat hij God was, is er niet een kans dat hij zijn volgelingen wist te overtuigen? Nee! Waarom heeft geen enkele andere wereldgodsdienst een stichter die heeft beweerd dat hij God was? Hooguit misschien een leider van een sekte die niet lang standgehouden heeft. Het is onmogelijk om mensen ervan te overtuigen dat je God bent als je menselijke tekortkomingen hebt.
    Egoïsme, ongeduld, onbeheerste woede, trots, oneerlijkheid, wreedheid, … Altijd zullen er mensen zijn die dicht genoeg bij de persoon leven die beweert God te zijn om te ontmaskeren.
    Daarbij de diep theologische scepsis van het judaïsme : het moet onmogelijk zijn geweest om kritische groep joden te overtuigen dat  je God bent, tenzij dat werkelijk de meest logische verklaring van feiten was. Geschiedwetenschap heeft aangetoond dat na Jezus’ dood een snel groeiende menigte mensen Jezus ging aanbidden als ene ware God, terwijl ze toch volhielden dat ze trouw waren aan joodse monotheïsme. Wat voor soort leven moet Jezus geleid hebben om voor elkaar te krijgen wat geen enkel ander mens ooit gelukt is? Namelijk, meer dan een klein percentage instabiele mensen ervan overtuigen dat hij God is. Wat voor soort mens moet Jezus geweest zijn om de enorme weerstand van joden tegen zijn bizarre beweringen te overwinnen?  Hij moet wel de persoon zijn geweest die we leren kennen uit de Bijbel.Zo is het bij Marta, Maria, Lazarus en al die anderen gegaan. Ze hoorden Jezus’ woorden en zagen dat het werkelijkheid werd wat hij beweerde : opstanding en leven. Op basis van hun geloof wagen wij het ook, ongelofelijk maar waar: nieuw leven, opnieuw geboren worden. God heeft ons lief, Jezus betekent opstanding en leven, door geloof in Hem is de dood in jouw leven overwonnen, zelfs als je sterft… Die Jezus nodigde ons aan het avondmaal, in zijn naam geloven we in verzoening van al onze zonden… Vandaag hebben we niet alleen bij woord, maar ook bij sacrament in Christus met God zelf te maken. De boodschap van verzoening werd ons niet alleen aangezegd, we mochten het ook proeven. Mogen we nog vaster geloven dat we alleen op Hem moeten vertrouwen, voor wie dood en graf geen eindstation is, voor wie kwaad, haat en onverschilligheid niet noodlot is. Maar hij die opstanding en leven is, die kracht heeft die aan alles leven geeft, hij heeft ons verzoening van al onze zonden toegezegd. Alle schuld en tekort van verleden, heden en toekomst weggedaan : hoe gelukkig ben jij?! 100% gelukkig, door Christus! Niets zal ons kunnen scheiden van de verzoenende liefde van God in Christus Jezus onze Heer. Met die verzoenende liefde mogen we Gods wereld in gaan, om de bediening van verzoening, vergeving van zonden, handen en voeten te geven, vredestichters te zijn.

Beide diensten inclusief preek, kindermoment en extra voorbeelden is te beluisteren via de website.

Zondagmorgen 28 januari lezen we Johannes 2:1-11.
Daar ontmoeten we Jezus op een bruiloftsfeest. We denken na over de vraag, nu we weten wat er mis is met de wereld en weten wie alles weer goed kan maken : hoe gaan de dingen in de wereld hersteld worden, hoe is Jezus te werk gegaan?

Welkom!

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter