In de Hebreeënbrief lezen we : let op het levenseinde van de mensen die jullie zijn voorgegaan (13:7) Aan hun einde kun je namelijk zien hoe ze, na alles wat ze hebben meegemaakt,  wachten op hun sterven. Daarom, voordat we de namen noemen van de gemeenteleden die in het afgelopen kerkelijk jaar zijn ontslapen, kijken we naar het sterven en de begrafenis van aartsvader Jacob, zoals we dat lezen in Genesis 49:29 – 50:14.

 Ik word met mijn volk/voorgeslacht/voorouders verenigd. Jakob kent zijn tijd, nadat hij nog 17 jaar met Jozef heeft geleefd, die 17 was toen hij vertrok. Toen hij begon te beseffen dat Jozef leefde, leefde hij helemaal op. Was hij daadkrachtig en voortvarend. Als Jakob bij farao is, komt hij nogal negatief over, beschrijft zijn leven als niets dan ellende (Gen.47:9). Ik hoop dat ik aan het einde van mijn leven iets anders zal zeggen. Want je zou denken, zo erg was het ook weer niet, toch blijft bij Jakob het glas half leeg. Maar ja, anderen weten dat altijd beter… Laten we daar niet te snel een waardeoordeel over hebben, niet te snel iemand veroordelen. Als je ouders, opa/oma niet de meeste gezellige persoon is : besef wat ze hebben meegemaakt… Oorlogen, crises, verlies, dat gaat niet in je koude kleren zitten, hoe goed je het nu ook mag hebben.

Je tijd kennen…en onder ogen zien wat er dan gaat gebeuren…dat je onherroepelijk gaat sterven. Want als het jaren later zover is, als Jakob aanvoelt dat het niet lang meer zal duren, dan is Jacob er weer helemaal. Hij verzwijgt niet dat hij zijn heil van God verwacht. En hij wil dat zijn zoons meegeven en hij laat ze allemaal komen om afscheid te nemen. De zonen worden gezegend, met woorden van onvoorstelbare helderheid en eerlijkheid. Dat zie je vaker, dat mensen op hun sterfbed meer mens worden, milder worden, heel wijs en eerlijk zijn. Jakob heeft zichzelf beter leren kennen. Deze dwarse schaapherder die met God en mensen worstelde, die uit angst bedroog en stal, die ontevreden was met zijn lot, die door God er telkens weer bij gesleept moest worden omdat hij uit eigen wil vaak niet wilde, lastiger dan zijn voorvaderen. De begrafenis wordt geregeld in het beloofde land en zo is het later ook uitgevoerd.

 Legde zijn voeten bij elkaar op bed en gaf de geest/blies de laatste adem uit. Vredig i.p.v. verbitterd/verdrietig (zoals in 37:35, 42:38, 44:29,31) sterft hij. Jakob kon sterven omdat hij wist dat Jozef leefde. Ook omdat hij meer die mens geworden is zoals God voor ogen had. Ruimte gaf aan Gods geest…

Hij werd verenigd met zijn volk/voorgeslacht/voorouders. Wat gebeurde er toen?

God schiep de mens in het begin uit de aardbodem/stof en blies daarna de mens Zijn geest in. ‘We zijn uit stof aan het licht gekomen en leven slechts op de adem van zijn stem’ (Ps.103). En vroeg of laat, daal je neer in het dodenrijk, wordt je verenigd met je voorouders/voorgeslacht. En dan? Dood is dood? We weten het niet… Maar het is geen leeg niets waar Jakob heen gaat, we kunnen wel stippellijntjes trekken. Jakob stierf in vrede. Hij gaf de geest, terug aan God. Hij blies zijn laatste adem uit, nadat bij de eerste mens er ook geblazen was. De laatste adem, de geest, keert terug tot God die de mens ook gemaakt heeft. Stoft wordt stof, het lichaam wordt begraven, keert terug tot de aarde, wordt weer het oorspronkelijke materiaal waarvan God de mens maakte in het begin. Daarom heeft begraven een extra symboliek boven cremeren. Als we begraven geven we het lichaam terug aan God, vertrouwen we het toe aan de schoot der aarde, zaaien we in de dodenakker.

Dan ga je naar je voorouders, daal je af in het dodenrijk, de sheool, hades. Sheool/hades hebben allebei de betekenis in zich van onzekerheid, twijfel, opgehouden te bestaan. Een slapen, rusten, een niet langer waarneembaarheid, maar als hier God met je was, dan daar ook.

 Voor nu: Jakob is ontslapen, beginnen te slapen, rust daar tot de jongste dag. In de lijn van het Jozef-verhaal: als God met je is, dan is die slaap een mooie droom, geen nachtmerrie. Dan ben je bij God en God is bij jou, maar je bent in afwachting van iets nog veel mooiers. Dan is er heel veel anders, maar één ding niet, als je nu met God was, en God met jou, dan daar ook. Zoals je later niet gelukkig kunt zijn zonder God, zo kan je nu niet echt werkelijk gelukkig zijn zonder God.

 Jozef is intens verdrietig, na het bewogen leven van zijn vader en van hem. Dan wordt alles in het werk gezet om een koninklijke begrafenis te organiseren. De Egyptenaren doen mee na de dood van de vader van hun redder. Het is allemaal heel indrukwekkend, maar wel de begrafenis van een hielelichter, directeur van de Firma “List & Bedrog”. Jakob was geen gemakkelijke man, met lievelingsvrouw en lievelingskindjes. Die niets durfde te doen toen zijn dochter Dina werd verkracht. Die zijn zonen verweet dat ze hem een slechte naam bezorgden toen Simeon en Levi met behulp van andere broers de mannen van dorpje Sichem vermoorden en de rest buit maakte. Die het liet gebeuren dat zoon Ruben met zijn bijvrouw het bed deelde. Aan het einde van zijn leven komt Jakob nog terug op Ruben, Simeon en Levi tijdens het afscheid nemen. Jakob die vaak vooral aan zichzelf dacht, zijn eigen plezier. Het zou je vader maar zijn geweest…die je moet begraven…laatste eer bewijzen. Jakob, met heel veel misstappen, maar wel een mens waar God van hield. Die uiteindelijk toch ontdekt wie God voor hem wil zijn…

 De camera’s draaien : En wij?! Is God met ons? Dat heeft hij beloofd bij je doop, dat hij als een vader/moeder voor je wil zijn. Elke keer mag ik het aan het begin van dienst namens Hem u toezeggen, God laat niet los waar Hij eenmaal mee begonnen is. Maar hij respecteert wel uw, jouw keuzes om je uit zijn liefde te ontworstelen. Jakob had ook met God geworsteld, maar uiteindelijk gezegd: ik laat u niet los, tenzij u mij zegent! Je mag met God worstelen, hem voor alles uitmaken wat mooi en lelijk is, daar staat de Bijbel vol van. Maar er komt een punt dat je de balans opmaakt. Is je leven een droom omdat God met je is of een nachtmerrie omdat je God er buiten houdt?

 Kan je op korte termijn sterven? Laat je dan je vrouw/man en kinderen goed achter? Praten jullie daar wel eens over? Hoe je dan dingen moet doen? Met het bedrijf, de kinderen?

 Hebben wij wat te zeggen als we gaan sterven, iets te delen aan geestelijke erfenis, om door te geven? Kunt u gevoelens verwoorden, zeggen of opschrijven? Een brief voor je geliefden om nog eens te verwoorden hoe lief ze je waren, dat je ze echt vergeven hebt? Herinneringen delen? Hoe wilt u dat uw kinderen en anderen u later herinneren? En hoe denkt u dat u nu herinnert zult worden door mensen die goed of minder goed kennen? Kan je op je sterfbed zingen:  Welzalig is hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, die zijn verwachting stelt op de HEER, zijn God! Herder Jakob, die wist : de HEER is mijn Herder, het ontbreekt mij aan niets. Jakob kon zo in vrede sterven, omdat hij wist dat Jozef leefde. Wij mogen ook in vrede sterven, omdat we weten : Jezus leeft, Hij heeft de dood overwonnen. Jezus die zei : Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven.’

De hele preek en hele dienst inclusief herdenken van de overleden gemeenteleden is na te beluisteren via de website.

Floris den Oudsten v.d.m.

predikant Gereformeerde Kerk Enter