Familiediner – deel 1

Honger, kennen wij dat? Wij hebben trek, kinderen in arme landen hebben honger…

Jakob en zijn familie zijn niet arm, maar hebben wel honger. Ze hebben geen beschikking over dagelijks eten : het is er wel, maar daarvoor moeten ze naar Egypte. Zoals zovelen vandaag de dag op een verre reis moeten om voor eten te zorgen. Zo erg soms, dat ze na jaren van mislukte oogsten en honger, elders opnieuw willen beginnen. Er hoeft in 2017 geen honger te zijn, als we het voedsel gewoon eerlijk zouden verdelen… Daar zorgt Jozef dus voor, voor een eerlijke verdeling van voedsel, zodat iedereen in de regio genoeg heeft. Bidden we dat zulke Jozefs opstaan die voor eerlijke verdeling van voedsel zorgen? Er geen onnodige doden vallen door honger, door een levensgevaarlijke reis naar beter. Doodgaan van de honger is niet nodig, maar is een teken van egoïsme. De wrange vrucht van ons decadente leven waarbij je over lijken gaat…wij te veel, anderen te weinig.

Zo erg is het bij Jakob nog niet, maar toch dringt de noodzaak. En anders wel het idee dat ze anders Simeon nooit meer terug zien… Daarom, toen het koren uit Egypte op was, merkt vader Jakob op : haal even wat voedsel (het is te lezen in Genesis 43).

Dan staat Juda op, een nieuwe Juda, Juda 2.0. Juda die in niets meer lijkt op de Juda 1.0, de Juda van vroeger. Bedenker van het verkoopplan van Jozef, die de familie verlaat om een vrouw te nemen, egoïstisch en ongevoelig, na dood van zijn vrouw en 2 zonen, een kind verwekt bij zijn schoondochter die zich genoodzaakt voelt om zich als hoer voor te doen en om vervolgens als hij hoort dat ze zwanger is uit hoererij haar wil verbranden… Nu Juda opstaat zien we weer, na Jozef, dat karakters in de loop van de jaren kunnen veranderen.

Want zoals Ruben (Bilha) en Simeon en Levi (Dina&Sichem) niet voorbeeldig waren, zo was Juda ook geen lieverdje, maar die probeert het nu wel. Uiteindelijk maakt hij vader Jakob duidelijk: zonder Benjamin heeft het geen zin om te gaan, Benjamin moet mee, anders gaan wij niet. Benjamin als de joker van het spel.

Nadat Jakob uit machteloosheid nog wat verwijten naar zijn zoons slingert, wordt hij redelijk. Verbitterde mensen, moeten wel eens voor zichzelf ruimte maken om alsnog de bocht te nemen. Maar als Juda zijn vader realiteitszin bijbrengt, gaat Jakob over stag. Want zegt Juda, als we niet gaan, sterven er 3 generaties tegelijk : u, wij, onze kinderen. Juda zet niet, zoals Ruben eerder, zijn zoons, maar zichzelf in als borg/onderpand. Hij neemt verantwoordelijkheid op zich, zal schuldig zijn als het anders gaat dan gehoopt. Juda neemt de volle verantwoordelijkheid op zich in tegenstelling tot Ruben en overtuigt vader Jakob. We hadden geen honger hoeven te hebben als u niet zo geaarzeld had… We zien dan dat vader Jakob echt om is, hij neemt weer initiatief. Van hun luxe (balsem, honing, specerijen, mirre, pistachenoten, amandelen) maken ze een mooi pakketje. Ze nemen een dubbel geldbedrag mee en het geld van de vorige keer om die onderkoning, die bad guy, gunstig te stemmen. Zien we dat de rollen ineens zijn omgekeerd : de broers sociaal en sympathiek, Jozef hard en streng. En ze nemen Benjamin mee, het lijdende voorwerp in deze aflevering. Niet vergeten, die is inmiddels ook al lang volwassen, minimaal 23 jaar. En dan wordt je zo door je vader behandeld…alles wordt voor je besloten, hebt geen eigen keuze… Oude vader Jakob is hopelijk niet ons voorbeeld in alles, omgang met zijn vrouw, met kinderen. Dramatisch laat hij ze gaan : als ik van kinderen word beroofd, dan word ik maar van kinderen beroofd Hij geeft ze gelukkig op de valreep nog wel zijn zegen mee, bidt ze Gods barmhartigheid toe. De broers nemen het geld, het verrassingspakket met steekproducten en hun broer mee en gaan op reis

Ze komen in Egypte aan en als Jozef Benjamin ziet, draait hij om als een blad aan de boom. Er wordt een feestmaal aangericht, al zijn de broers eerst nog bevreesd, ze weten nog van niets. Maar Jozefs bediende vertelt dat ze niet bevreesd hoeven te zijn. Simeon voegt zich bij hen en ze zetten het verrassingspakket klaar en dan is Jozef daar… Dan buigen uiteindelijk 11 broers voor Jozef, droom 1 is uitgekomen : dromen zijn bedrog?! Nu is Jozef vriendelijk, in tegenstelling tot vorige keer : het inzetten van joker Benjamin werkt… Jozef is nog vriendelijker tegen Benjamin, Jozef zegent hem : God zij u genadig. Wordt ook emotioneel als hij zijn broertje ziet. Die grote, wijze en harde man is ook een huilebalk : cultuur, maar ook jezelf durven zijn. Al zijn moeite en verdriet is blijkbaar toch minder makkelijk te vergeten… Dan worden 3 tafels gescheiden bediend : Jozef, Egyptenaren en broers. Toont hoe belangrijk Jozef is, want er zijn geen afbeeldingen waarop farao met anderen eet.

Broers zijn verbijsterd, verbazen zich over tafelrangeschikking, van oud naar jong, maar ze snappen niet dat Jozef hints geeft. Ook niet als Benjamin duidelijk wordt voorgetrokken. Er is voldoende drank, ze drinken meer dan gewoon en worden vrolijk, worden dronken… Zorgen en spanningen raken op de achtergrond, moeite vergeten… Van hongersnood naar overvloed, terwijl familie thuis honger lijdt…familie vergeten…

Dan zitten ze toch nog aan het familiediner… of is het meer een gemaskerd bal?! Drank vloeit, gezellig, maar waarheid wordt verzwegen…

Ons familiediner, als huisgezin van God. Wij krijgen niet vaak dromen waar we wakker van liggen. Of we krijgen wel dromen, beelden, maar liggen er niet wakker van : dromen zijn bedrog, toch? Maar God heeft ook zo zijn dromen: zo vieren we de Maaltijd van de Heer tot verzoening van al onze zonden, om daar Zijn dood te gedenken en te verkondigen…  Of je oprecht bereid bent om God te dienen in de kracht van de Geest!

Broers gingen uit honger op zoek naar eten. Zonder dreigende hongerdood waren ze niet in beweging gekomen. Dat is de niet fijnste reden om iemand aan je tafel te krijgen, als je weet dat ander er anders niet was, maar je kiest wel voor leven, voor toekomst, een nieuwe start! Onze redenaties, het verzwijgen binnen de familie uit angst voor gevolgen, wachten tot je ondervoed bent, bijna doodgaat. Dat wil God doorbreken met zijn droom, zijn hartelijke uitnodiging, zijn overvloed. Ben je bereid, ben je voornemens om God te dienen? Waarom dan zo karig leven, een beetje verzoening, beetje genade, als alles om als Koningskind te leven al is gedaan? Door de doop zijn we gestorven in water van doop én met Christus opgestaan tot nieuw leven.

En waar de broers zich nog afvragen wie nu die gulle gastheer is, is het Avondmaal geen gemaskerd bal. Namens Jezus worden we genodigd, krijgen we brood en wijn uitgedeeld….

Familiediner – deel 2

De familie van Jakob zou je zo opgeven voor het Familiediner: wat een haat en nijd, maar ook doodslag en seksuele uitspattingen. Er gebeuren wel heel bizarre dingen als je alleen al kijkt naar de broers: Ruben & Bilha, Simeon en Levi & Dina en Sichem, Juda & Thamar en dan Jozef.

Voordat we verder lezen over de verzoening tussen de broers en Jozef, blikken we nog even terug. Hoe 20 jaar geleden Jozef op 17 jarige leeftijd werd verkocht, terwijl hij angstig om genade smeekte. Hoe God met hem was, bij Potifar, in de gevangenis, via dromenuitleg aan anderen, aan het hof bij Farao als 2e man van Egypte, met zijn vrouw en kinderen. Bij de kinderen namen geven op 30 jarige leeftijd lijkt alles aan verdriet en familie vergeten. Totdat 7 jaar later zijn broers voor zijn neus staan, ze voor hem buigen, hij zich zijn dromen herinnert. Tijd later zijn ze er weer, nu met Benjamin, ze alle 11 buigen, droom 1 uitkomt. Ze eten met elkaar, raken in een roes, terwijl ze nog niet weten wie die man is. Mix van gemaskerd bal en familiediner… En dan gaan ze opgelucht en blij naar huis: met eten in overvloed, met Simeon, met Benjamin, buik vol, wellicht met een kater.

We lezen Genesis 44:1-45:4

Jozef speelt met zijn broers, hij schudt en deelt nu de kaarten. En de joker is nu ook in het spel, zijn jongste broertje Benjamin, en die gaat Jozef gelijk inzetten. Jozef haalt alles uit de kast om zijn broers te testen, om te bezien wat het betekent dat ze ‘eerlijk’ zijn… Het opgeluchte en blije gevoel was namelijk snel verdwenen bij de broers. Ze waren nog niet weg of ze worden tegengehouden. Waarom hebben jullie kwaad met goed vergolden?! De broers reageren verontwaardigd, heel stellig : Geen sprake van, dat zouden wij nooit doen… bij wie beker gevonden wordt, moet sterven; bovendien zullen wij dan zelf slaven van mijn heer worden. Opvallend hoe ‘makkelijk’ over dood en sterven wordt gesproken : Ruben bood vader Jakob aan twee zonen te doden, bij wie beker gevonden wordt moet sterven. Helemaal aan begin : Jozef moest ook dood vanwege zijn dromen…Gelukkig dat anderen niet meegaan met die grote woorden, al is het heel subtiel…Daarop zei hij: Overeenkomstig uw woorden, zo zal het zijn. Degene bij wie hij gevonden wordt, zal mijn slaaf zijn, terwijl ú onschuldig zult zijn. Woorden van broers die klinken als een eed, worden bevestigd, maar toch weer niet. Niet 1 dode en 10 slaven, maar 1 slaaf en 10 vrijen.

Hoe bedoel je: God die straft? God op de achtergrond regisseert niet met slaven en doden, maar slechts 1 slaaf, rest vrij. God is niet een God van dood en slavernij, maar van leven en vrijheid! God is een stuk milder en genadiger dan wij mensen… Werkelijk God van liefde en  genade. Let dus op je woorden, wees genadig voor ander, voor jezelf. Spreken is zilver, zwijgen is goud.

Dan weer zo’n hint, de zakken worden doorzocht van de oudsten naar de jongste, spanning wordt opgebouwd, er staat veel op het spel, denk er even van die dreigende muziek onder… Als dan blijkt dat het om Benjamin gaat, dan scheuren ze hun kleren, zeggen verder niets, maar gaan vrijwillig mee met Benjamin, terug naar die onderkoning. Ze offeren Benjamin niet op, zetten de nieuwe Jozef niet buiten spel. God heeft de schuld van uw knechten aan het licht gebracht. Ze hebben nogal negatief, straffend, streng Godsbeeld. Ze zien ook dit als straf van God vanwege Jozef, daarom zijn ze allemaal schuldig, allemaal slaaf. Maar Jozef gaat er niet in mee : Er is geen sprake van dat ik zoiets zou doen! De man bij wie de beker gevonden is, zal mijn slaaf zijn, maar u, trek in vrede naar uw vader. Die Jozef, alsof zijn broers werkelijk in vrede, sjaloom, naar huis konden gaan als Benjamin achterbleef. En ja hoor, Juda hapt, legt zijn kaarten op tafel. Onze vader, uw dienaar, is kapot als Benjamin niet meegaat. Hij is 1 van de 2 zonen van 1 vrouw. Juda cijfert rest van de broers en zijn eigen moeder weg, uiteindelijk wil hij de plaats van Benjamin innemen. Dezelfde Juda die het idee bedacht om Jozef te verkopen. Dezelfde Juda die zich zo harteloos opstelde toen zijn schoondochter zwanger bleek: verbranden! Nu kan hij niet terugkeren zonder Benjamin omdat hij niet ellende kan aanzien van zijn vader. En hij wil blijkbaar niet nog een keer liegen over een wild dier dat nu Benjamin zou hebben verscheurd. Juda is totaal veranderd, geen Juda 2.0 die borg zou staan voor Benjamin, maar Juda 3.0 zoals hij pleit voor zijn familie, spreekt over liefde van zijn vader voor Benjamin. Juda die eerder de familie verliet om eigen geluk te zoeken, staat nu voor zijn familie in. Juda als borg, als middelaar, als man vol genade…

Dat wordt Jozef te veel. Broers die hem zonder medelijden verkochten, die nu tot het uiterste gaan om Benjamin te redden. Zonder negativiteit wordt de voorkeursliefde voor Rachel en haar 2 zonen beschreven. Broers die blijkbaar echt zijn veranderd, al dragen ze nog een groot geheim met zich mee. Vader die al die jaren in diepe rouw leeft vanwege zijn dood gewaande lievelingszoon. Vader die niet wilde dat ze Benjamin mee zouden nemen waardoor ze tot het laatste hadden gewacht om voor tweede keer naar Egypte te gaan. Het wordt Jozef te veel, hij roept dat iedereen weg moet gaan. Derde keer dat hij huilt, nu waar broers bij zijn. Zo luid dat iedereen in omgeving het kan horen.

Overdreven?

Dan heb je nog nooit meegemaakt wat Jozef heeft meegemaakt. Als je het hele verhaal op je laat indringen, dan is het niet niks wat er allemaal is gebeurd. Tussen de broers vroeger, Jozef verkocht, als 17-jarige alleen naar Egypte en zijn tijd daar en nu dan je broers weer voor je die je eerst wilde doden en je uiteindelijk maar hebben verkocht. Al die ellende, eenzaamheid, verraad, vernedering, verhoging, Gods zegen en dan dit. Jozef breekt.

Ik ben Jozef, leeft mijn vader nog? Broers kunnen niets uitbrengen. Die man die ze eerst voor spionnen hield, daarna verraste op uitgebreid diner, dronken gevoerd, daarna Benjamin tot slaaf wil maken, daarna keihard begint te huilen, hun broertje dat ze hadden willen vermoorden vanwege die dromen? Daar wordt je wel even stil van, dood gewaande broertje, die nietsnut, onderkoning van Egypte, leeft nog… Jozef doorbreekt de stilte. Kom dichterbij! Ik ben Jozef, jullie broer, die jullie naar Egypte verkocht hebben. Of dat laatste voor broers geruststellend is, daar gaan we volgende keer mee verder, weer zo’n cliffhanger.

Maar voor nu, kijken we nog even wat dit gedeelte ons wil leren.

Hoe ontdekten broers dat Jozef Jozef is?

Door het nieuws te geloven dat er in Egypte voedsel is. Door uiteindelijk, na aandringen van vader Jakob, op staan, op reis te gaan. Door niet op te geven, maar vol te houden, ook als Jozef ze test. Door naar Jozef te luisteren, hem te geloven, door dichterbij te komen en het te gaan zien. Door te ontdekken dat Jozef niet hun nieuwe slavendrijver wordt, maar hun broer is. Dat ze direct met hem kunnen praten, zonder tolk. Dat het gemaskerd bal een familiediner wordt. Door te ontdekken dat afstand en afstandelijkheid wegvalt en spontaniteit en intimiteit terugkomt.

Hoe ontdekken we dat God God is?

Door het nieuws te geloven dat God veel meer te bieden heeft dan de wereld te bieden heeft. Door te geloven dat je Gods eigendom bent, Gods geliefde kind. Door het niet alleen te geloven, maar er ook handen en voeten aan te geven. Door, met wat aandringen, naar kerk te gaan, Follow Me, catechisatie, club, Kerstconferentie. Plekken waar jet het ook kan ervaren, voelen. Door niet op te geven, maar vol te houden, ook als het moeilijk is. Niet dat God je dan altijd straft of test. Tegen sommigen wil ik zeggen: denk dat ook niet te snel, dat jou dat allemaal overkomt met een bedoeling. Tegen anderen zeg ik: je hoeft het ook niet totaal uit te sluiten…dat het geen enkele betekenis heeft… Door je niet neer te leggen bij je eigen nachtmerrie, maar te geloven in Gods droom, zijn beloften aan jou gedaan bij je doop. Te geloven dat God je nachtmerries wil openen, de nacht eruit halen, het licht er in stoppen. ‘Geef mij je angst, nacht, ik geef je er hoop voor terug.’ Door te ontdekken dat je relatie met God niet is als die van slavendrijver/wrede meester en slaaf. Maar als die van vader en zoon, moeder en dochter, Jezus als je broer. Dat je direct met God kan praten, zonder tolk ofzo. Omdat je ontdekt, het ineens ziet, dat de ander geen vreemde is, maar een Vriend. Dat zag je eerder nog niet, omdat je gevangen zat in leugens, je eigen religie of ongeloof. Dat jij die de dood waard bent, vanwege je verraad en ontrouw, het leven krijgt omdat God je geluk voor ogen heeft, intens van je houdt. Dat het Avondmaal ten diepste een familiediner is, dat draait om verzoening, om gein, genade. Dat God zichtbaar wordt, zijn genade tastbaar, voelbaar, te proeven. Zo waarlijk als je het brood eet, de wijn drinkt, zo waar is het dat ik je vergeef, je mag leven als mijn kind. Dat we vandaag gevierd hebben dat goed voor kwaad vergolden wordt. Dat je dan pas echt kan gaan in vrede, omdat alles volbracht is. Dan vallen de schellen van je ogen, gaan maskers af en ga je het zien.

ant die zijn naam belijden, vinden een schuilplaats aan zijn hart, zullen vrij van zorg en smart, juichend zich in Hem verblijden, ten allen tijde. We zullen ontdekken dat God door zijn leiding in het verhaal genadig is. Het woord gein komt van genade. Genade is dus iets wat je met een glimlach ontvangt. Daarom verblijden we ons… Omdat God vervult wat Hij beloofde, u met zijn zegen dekt, zijn vrede over jou strekt ter bescherming. Hallelujah, amen.

Floris den Oudsten v.d.m.
predikant Gereformeerde Kerk Enter