Zondag lezen we het Bijbelboek Genesis uit.

’s Morgens lezen we over Jakobs afscheid, sterven en begrafenis. Jakob die wordt verenigd met zijn voorgeslacht… Jakob was geen gemakkelijke man, het zal je vader maar geweest zijn, die je moet begraven, de laatste eer moet bewijzen… Maar wel een mens waar God van hield, die in vrede kon sterven. En jij? Kan jij in vrede sterven?

In deze dienst noemen we ook de namen van twaalf gemeenteleden die in het afgelopen kerkelijke jaar zijn overleden.

’s Avonds lezen we over de broers die na de dood van vader Jakob bang zijn voor Jozef. Zal Jozef ze niet alsnog alles betaald zetten? We zullen zien welke patronen van de familie zijn doorbroken, welke in stand zijn gehouden en welke nieuwe patronen er zijn ontstaan. En we ontmoeten de ‘meerdere Jozef’, die niet alleen toen, voor zijn familie in Kanaän van betekenis was, maar die altijd, voor iedereen op de hele wereld van betekenis wil zijn…

Welkom bij de ontknoping van de soap Jozef.

 Iedereen is van harte welkom in beide diensten!

’s Morgens is er crèche voor de allerkleinsten en kindernevendienst voor de kinderen van de basisschool. Na de dienst is er in Ons Centrum koffie voor de families van de overledenen en voor iedereen die zich verbonden weten met de overledenen.

Het lied ‘Mijn Herder’ beluisteren we zondagmorgen na de preek over herder Jakobs afscheid, sterven en begrafenis.

Genesis 47 is een bizar verhaal, met op het eerste gezicht een bedenkelijke rol van Jozef, of niet? De invoering van de slavernij, een belastingtarief van 20% en een bizar vreemdelingenbeleid… Maar laten we er nog eens wat preciezer naar kijken en bij het begin beginnen.

 Jozef, de tweede man van Egypte, vertelt farao, de eerste man, over zijn familie die in Egypte is aangekomen. De broers die Jozef meeneemt noemen zichzelf ‘vreemdelingen’, onze asielzoekers/gelukszoekers. Ze vragen om bescherming, om leven en toekomst voor hun familie. Want er is in het land van herkomst geen weidegrond meer voor het vee en geen voedsel meer voor de mensen, want er is een zware hongersnood, en er lijkt geen einde aan te komen.

Wat dan gezegd en gedaan wordt, is bizar in onze wereld waarin wij vluchtelingen laten verzuipen, er hekken worden gebouwd, deals met dictators worden gesloten, asielzoekers op straat worden gezet omdat niemand ze wil : Nederland niet en thuisland niet, wel/niet bed-bad-brood, velen de illegaliteit ingaan, met alle narigheid en misbruik daarvan.

Deze gelukszoekers worden hartelijk, royaal, koninklijk ontvangen, en dat in crisistijd/hongersnood. Want in Egypte zelf is ook zware hongersnood, ook geen weidegrond voor vee, ook tekort aan eten. En toch, mag Jozef zijn hele familie met al hun bezittingen over laten komen, wat een gezinshereniging. En het land Egypte ligt voor ze open, het beste deel van het land is voor familie van Jozef. En ze krijgen ook nog eens grondbezit, het kan niet op.

Gokje waar ze in Nederland zouden mogen wonen, het beste deel van het land… Jozef zou ze vandaag de dag naar Twente of Zeeland sturen, zou ze hier bij ons grondbezit geven… Ze krijgen een verblijfsvergunning, mogen in beste deel van land wonen, krijgen bezit, mogen werken. Ze pikken dus ook nog eens de banen in…  Ze hoeven zich niet te vervelen in een AZC of geestdodend werk te doen, maar werken voor de farao. De broers worden ambtenaren, komen in dienst bij farao, hoeveel bestaanszekerheid wil je nog meer?

Het lijkt wel een broodje-aap-verhaal : de gelukszoekers worden in de watten gelegd, alles er op en er aan, ze hebben het veel beter dan de gemiddelde Egyptenaar, en dat allemaal op kosten van de staat…Je kan je wel voorstellen wat hierover gezegd zou worden in politiek, op sociale media, aan de borreltafel.

 Jozef krijgt alle ruimte om zijn familie het beste te geven, het kan niet op… Oké, hij heeft met zijn voedselprogramma er voor gezorgd dat er in Egypte voldoende koren is. Maar dan nog…overdrijft deze voormalige slaaf en buitenlander niet een beetje? Bijzonder, die gastvrijheid van Jozef, van het volk van Egypte. Later, met een andere farao, als Jozef niet meer leeft, en is vergeten, blijkt dat dit toch voor een voedingsbodem voor vreemdelingenhaat heeft gezorgd… Maar voor nu de hemel op aarde.

En nog even over het inpikken van die banen door de buitenlanders. Het waren wel banen waar Egyptenaren hun neus voor ophalen : er is niets nieuws onder de zon. Herder van kleinvee is voor Egyptenaren een gruwel, zoals voor steeds meer werk wij buitenlanders nodig hebben…omdat het voor ons een gruwel is…

Hierna lezen we over Jakob die op audiëntie bij farao gaat, waarbij Jakob de farao zegent. In alle vrijmoedigheid zegent deze oude vreemdeling de hoogste baas in Egypte. Bijzonder! Zegenen wij ook onze regeerders? Bidden we voor ze? Of mopperen we alleen maar op politici en belangrijke beleidsmakers? Jakob zegent de farao en de farao ontvangt die zegen ook van deze buitenlander, gelukszoeker. Wat waarschijnlijk heeft meegespeeld is dat in Egypte een lang leven gezien werd als goddelijke gunst. Jakob was 130 jaar, al 20 jaar meer dan het Egyptische ideaal van 110 jaar. Dat geeft nog meer kracht aan de zegen die Jakob de farao meegeeft bij aankomst en vertrek. Het was een gezegende ontmoeting.

 Jakob spreekt met farao over zijn vreemdelingschap, zijn afhankelijkheid van anderen. Ziet zijn leven niet als gezegend, maar somber, kwaad, kort, zeker in vergelijk met vader en grootvader. Niet : en hij leefde lang en gelukkig, maar kort en ongelukkig… Ook nu Jakob zijn zoon in de armen heeft gesloten, zijn familie niet is  gestorven van honger, blijft bij hem het glas half leeg. Laten we daar niet te snel een waardeoordeel over hebben, niet te snel iemand veroordelen. Als je ouders, opa/oma niet de meeste gezellige persoon is : besef wat ze hebben meegemaakt… Oorlogen, crises, verlies, dat gaat niet in je koude kleren zitten, hoe goed je het nu ook mag hebben.

 Want Jakob en zijn familie mag wonen in het beste deel van het land, ze krijgen eigen grond. Meer dan wat een doorsnee immigrant krijgt, meer dan wat een gemiddelde Egyptenaar had. Deze vreemdelingen krijgen een goed leven op kosten van het gastland. Ze hebben het beter dan rest van Egyptenaren, overvloed in tegenstelling tot honger van de Egyptenaren.

 Dan gebeurt er iets vreemds : Jozef neemt alles af van mensen die met rug tegen muur staan. Hun geld, hun bezittingen, hun vee en grond, zelfs hun zelfstandigheid, pakt Jozef af. Hij plukt door totdat er van de kale kippen niets meer te plukken valt… Jozef gaat de Egyptische economie radicaal hervormen : hij koopt alle bezittingen op van mensen die wanhopig zijn en maakt vervolgens ook nog eens iedereen slaaf van de overheid, Jozef koopt in drie fases alles op van de Egyptenaren die niets voor zichzelf overhouden.

 Jozef lijkt een nieuwe dictator te worden, door iedereen tot slaaf te maken, alle bezittingen toe te eigenen terwijl de mensen eigenlijk geen keus hebben door de hongersnood… Toch lezen we dat mensen blij zijn : u hebt ons in leven gehouden. We moeten dit verhaal blijkbaar toch anders lezen.

Ten eerste zijn slaven in die tijd niet allemaal slaven zoals wij die kennen. Jozef had het bijvoorbeeld goed als slaaf van Potifar. In de Oudheid was ‘slavernij’ ook geaccepteerd, maar andere slavernij dan waar wij aan denken, soort van onze relatie zelfstandig ondernemers en werknemers/loonslaven. De werknemer heeft zekerheid, de zelfstanding ondernemer meer risico. Alle zelfstandigen worden door de staat in dienst genomen, tot loonslaaf gemaakt, maar de meesten van ons hebben daar geen enkel probleem mee, velen vinden het juist wel prettig omdat het ook heel veel voordelen heeft, bestaanszekerheid geeft.

Ten tweede komt de voedselvoorziening zo in handen van de wijze onderkoning van Egypte,  niet langer in handen van mensen die in goede jaren niet dachten aan het opslaan van overvloed.

En voor wie nog twijfelt over het succes van Jozefs hervormingen :  Iedereen moet belasting betalen, maar 20% belasting daar zouden we denk ik gelijk mee akkoord gaan. Dit Bijbelse belastingplan heeft ook nog eens een mooie paragraaf voor priesters / predikanten : ze worden vrijgesteld van belasting, een voorstel wat zelfs de SGP nog niet kent…

 In crisistijd groeit Jozefs familie. We lezen over bezit, vruchtbaar, zeer talrijk : de cliffhanger voor volgende seizoen, Exodus.

 Jozef is visionair, ziet het voor zich, durft te dromen, denkt out of the box, is een heerser. Wen maar vast aan die term, heerser/heersen, dat je in Gods naam leiding neemt, het goede zoekt. Niet alleen maar dienen, maar ook heersen, op een manier zoals God dat van ons verlangt. Jozef krijgt de farao en het volk mee in zijn plannen, ook voor die bijzondere familiehereniging. Jozef is echt een persoonlijkheid, heeft karakter, is succesvol…

 Hoe staan wij in het leven?

Gunnen wij anderen hun succes? Of zijn/worden we jaloers?

Bidden wij voor onze regeerders, zegenen wij ze, spreken wij goed over ze? Of mopperen we vooral?

En vreemdelingen, zijn die echt welkom?

Staan wij open voor hervormingen, vernieuwingen? Of willen we alles het liefst bij het oude laten?

Durven wij te dromen, out of the box te denken, hebben wij lef? Of gaan wij altijd de gebaande wegen?

En wat vinden wij van mensen die grootse plannen hebben, hun dromen met ons delen? Is het dan maar : doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg?

 God heeft een plan voor ons leven, grootse plannen voor ons, gaan wij daar in mee?
Mag God door ons heen werken, als we heersen, in Gods naam proberen het goede te doen.
Want heil/zegen/geluk, wie Jakobs God wil bijstaan, die God ter hulpe roept, want God is trouw!

Deze gehele dienst inclusief preek is na te luisteren via de website

Afscheid nemen is loslaten, zeggen ‘ik wil dat je me loslaat’, of juist nog heel even vasthouden.

Afscheid nemen doet pijn, onderstreept dat we alleen verder moeten gaan. Daarom zijn veel mensen ook niet goed in afscheid nemen. Helemaal niet als het definitief is, als we weten dat de dood scheiding gaat brengen. Scheiding tussen de persoon die weg zal gaan en zij die achterblijven.

Afscheid nemen schuiven we ook vaak voor ons uit. Mensen willen het vaak niet zien. Nog niet de dominee bellen, want dan is het echt een afgelopen zaak.

Er is veel angst dat als we over dood praten de dood ook met haar schaduw over ons leven valt. Maar dat hoeft niet! Je kan heel goed en mooi praten over afscheid nemen en nog vol in het leven staan.

Afscheid nemen is heel intens en waardevol. Waarom pas onze diepste gevoelens delen als de persoon is overleden? Waarom niet bij leven nog eens alles zeggen, wat je wilt zeggen over wat die ander heeft betekent voor jou? Blijdschap, vreugde, trots…. Waarom niet bij leven nog eens alles zeggen, wat je wilt zeggen over wat die ander niet heeft betekent voor jou? Verdriet, boosheid, teleurstelling, schaamte,…

Praten in Enter partners onderling, ouders en kinderen, grootouders en kleinkinderen, vrienden met elkaar over de dood?

 In crisistijd groeit Jozefs familie, vanmorgen lazen we over bezit, vruchtbaar, zeer talrijk : cliffhanger voor het volgende seizoen, Exodus. Oude Jakob en zijn familie overleeft de hongersnood, ze hebben het beter dan ze ooit hadden kunnen dromen. We lezen in Genesis 48 en 49 hoe het verder gaat.

Jakob roept jaren later Jozef : als ik genade in jouw ogen gevonden heb… De vader onderwerpt zich aan zijn zoon, zoals een slaaf aan zijn meester, vraagt hij Jozef om een gunst die Jozef met een eed bezweert.

 Als Jakob later ziek wordt, gaat Jozef met zijn twee zoons naar zijn vader toe. Jakob verzamelt nog eens zijn krachten, gaat zitten en gaat spreken. Jakob deelt met zijn zoon Jozef de zegen en de belofte van God in een droom jaren geleden. Jakob houdt het niet voor zichzelf, maar deelt het met zoon en kleinzonen, geeft het aan ze door wat hij van God heeft ontvangen.

 En dan adopteert Jakob de zonen van Jozef, Efraïm en Manasse zijn van mij, zullen als mijn zonen gelden. Waarom adopteert de stervende Jakob zijn kleinzonen als zijn eigen zonen? Hij kan toch niets meer voor ze beteken nu hij op zijn sterfbed ligt en aan het afscheid nemen is? Juist wel, deze adoptie is van grote betekenis voor de toekomst van Efraïm en Manasse. Zo weet Jakob zeker dat deze zonen van een Egyptische moeder ook later, na zijn sterven, helemaal delen in de belofte en zegen van Jakob, en in het erfelijke bezit, ook materieel. Het is een extra onderstreping, nu weet iedereen dat ze er helemaal bij horen.

Hebben wij er voor gezorgd dat onze kinderen goed terecht komen als wij overlijden? Bij de geboorte van een kind denk je er nog niet aan, maar wat als jullie samen tegelijk sterven, door een ongeluk, ziekte? Heb je dan er voor gezorgd dat anderen weten hoe je wil dat het dan met je kinderen gaat? Of gaan daar dan familieleden, vrienden, vreemden, rechters over beslissen? Hebben wij er al alles aangedaan dat we zeker weten dat menselijker wijs het goed zal gaan met onze kinderen als wij er niet meer zijn?

Praat daar met elkaar over, stel dat niet uit, want van uitstel komt afstel…

 Mooi dat Jozef zijn zonen heeft meegenomen. Ook al herkent Jakob ze niet, want hij vraagt Jozef wie die twee mannen zijn. Jakob is inmiddels net zo blind als zijn eigen vader Izak was aan het einde van zijn leven. Misschien herkenbaar, dat je vader of moeder jouw kinderen ook niet meer herkent. Door ouderdom, dementie, blindheid. Maar neem ze wel gewoon mee, ga wel gewoon mee met je ouders als ze naar je oude oma/opa gaan. Want hierdoor gebeurt er iets heel emotioneels, onvergetelijk voor iedereen. Jakob zegent Efraïm en Manasse, hij kust en omhelst ze. Toch geweldig als je zo afscheid van elkaar kan nemen?! Afscheid nemen is loslaten, maar ook nog heel even vasthouden, knuffelen.

Afscheid nemen, bestaat niet? Van Jakob leren we hoe je afscheid kunt nemen, met een lach en een traan. Veel van wat Jakob heeft gedaan is ons niet tot voorbeeld, maar op het einde : eind goed, al goed. Drie generaties hebben onverwachts een heel waardevol samenzijn.

Jakob zegent eerst Efraïm, weer wordt de jongste zoon voorgetrokken, zoals zijn vader en zijn vader. Maar je ziet het ook veel vaker in de Bijbel, dat de jongste wordt uitgekozen en velen laatsten zullen de eerste zijn.

 Bijzonder hoe Jakob zich zo uitspreekt. Spreken wij ons ook zo uit? Zegenen wij onze kinderen, onze kleinkinderen? Wensen we ze succes of schelden we ze uit, mopperen we op ze? Spreken wij positief, liefdevol over onze kinderen en kleinkinderen? En als je dat lastig vindt kan je dat ook opschrijven, een brief of kaart. Hoe je over ze denkt, wat je voor ze voelt. Daarvoor hoef je niet te wachten tot je oud bent geworden, je op je sterfbed ligt. Neem je wel eens je kinderen en kleinkinderen apart voor een goed gesprek? Een vriend of vriendin, je ouders of grootouders en vertel je wat ze voor je betekenen? Soms denk ik wel eens bij een begrafenis : had de overledene dit maar eerder en vaker gehoord. Waarom wordt dit pas zo expliciet uitgesproken nu de persoon dood is? Als we niet veel meer met de realiteit van de dood zouden leven, zouden we dan ook niet veel vaker goede gesprekken hebben in plaats van die vele oppervlakkige gesprekken over het weer, de voetbal of …

Ik denk dat over de dood spreken, over sterven en afscheid nemen, niet doods is, maar levend. Wat heeft die ander voor je betekent? Wat wil je overnemen, wat juist niet? Welke personen/gedeelten uit Bijbel spreken je aan, welke psalmen/gezangen/liedteksten zeggen je veel? Ik geloof dat als we daar meer over praten we ook veel beter met de dood kunnen omgaan. Omdat je weet hoe die ander in het leven stond, over de dood dacht. Natuurlijk, je bent nog steeds verdrietig, misschien juist wel veel verdrietiger, omdat je veel waardevols met elkaar hebt gedeeld. Dat zullen we ook zien bij Jozef als zijn vader sterft.

 Daarna riep Jakob zijn zonen, het zooitje ongeregeld, en gaat hij spreken, zegenen. Maar het is meer dan zegenen, het is ook profeteren : hij deelt zijn geestelijke erfenis, opent zijn geestelijke testament, van zegen en vloek. Er klinkt dus ook een profetische stem over de toekomst van de stammen, niet specifiek over deze zonen, maar over hun nageslacht als ze later in Kanaän zullen leven. Maar er wordt ook nog teruggekeken, de misstappen van Ruben, Levi en Simeon worden nog genoemd, Jakob neemt er nu wel openlijk afstand van, waar hij eerder om de hete brei heen draaide.

 Bij zo’n afscheid kan het snel mis gaan als de kinderen geen goede verhouding hebben met elkaar. En wat is er allemaal gebeurd in de familie van Jakob?! En toch roept Jakob ze bij elkaar, ondanks wat er allemaal gebeurd is. Nog best spannend, zullen ze allemaal komen na wat er allemaal is gebeurd?!  Ook vandaag de dag gaat er nog zoveel mis rond afscheid nemen, bij het verdelen van de erfenis. Daar is het niet altijd eerlijk aan toe gegaan, niet iedereen krijgt altijd het gelijke deel aan zegen/erfenis/waardering.

Maar wat doen wij met wat wij wel gekregen hebben?

 Jakob geeft aan zijn zonen en kleinzonen door wat hij van God ontvangen heeft. Dat is veel waardevoller dan wat je aan geld of goederen krijgt. “Heeft vader of moeder nog wat gezegd, wat waren zijn/haar laatste woorden?” De broers en zonen van Jozef hoeven er niet naar te gissen, ze hebben het allemaal gehoord. Er is heel veel gebeurd en toch zijn ze nu allemaal bij elkaar als hun vader zijn geestelijke erfenis doorgeeft, zijn geestelijke testament met hen opent. Ik hoop dat u het lef krijgt, niet hebt, maar krijgt van God, om nu het nog kan, dingen uit te praten. Om dingen uit te spreken, op te schrijven, elkaar op te zoeken, elkaar te omhelzen en te kussen. Om elkaar genadig en liefdevol de waarheid te zeggen…

 Afscheid nemen, bestaat niet? We leren van Jakob wel iets anders. We leren van hem hoe je in Gods naam afscheid neemt. Zie, ik ga sterven, maar God zal met jullie zijn. Met zo’n afscheid kan je een geliefde loslaten, het losgescheurde afhechten en de draad van je eigen leven oppakken.

God zal er zijn, niet alleen als je eenzaam of bang bent, maar in tijden van verdriet én vreugde, altijd!

Zo zing je het lied van Marco Borsato ook heel anders :

 Zie, wat onzichtbaar is
Wat je gelooft is waar
Open je ogen maar
En, dan zal ik bij je zijn
Alles wat jij moet doen
Is mij op m’n woord geloven

Zoek me in alles dan kom je me tegen
Fluister mijn naam
En ik kom eraan

 Waar je ook zult lopen ja, ik loop met je mee
Iedere stap en ieder moment
Waar je dan ook bent!

Wat je ook doet
Waar je ook gaat
Wanneer je me nodig hebt
Fluister gewoon mijn naam
En ik kom eraan

 Het ontroerende is dat God er niet aan komt, maar dat Hij er altijd is.

Dat God ons niet alleen draagt op de moeilijke tijden, maar Hij ons leven draagt.

Dat ons leven bij Hem veilig is, alleen Hij ons echt het geluk kan geven in leven en sterven.

 We zongen het lied ‘Ik zal er zijn’

 Deze gehele dienst inclusief preek is na te luisteren via de website

De Gereformeerde Kerk Enter kent een regeling waar plaatselijk, dus alleen voor Gereformeerd Enter, bepaalde afspraken in zijn vastgelegd. Ten aanzien van de bediening van de doop wil de kerkenraad graag een wijziging in de plaatselijke regeling aanbrengen, waar de instemming van de gemeente voor nodig is. In de extra vergadering van zondagmorgen, meteen na de dienst, zal de kerkenraad de volgende wijziging voorstellen: Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen zowel belijdende leden als doopleden de doopvragen beantwoorden. De huidige regeling is: Eén van de doopouders moet belijdend lid zijn van onze kerk. Op D.V. zondagmorgen 19 november, direct aansluitend aan de morgendienst, wil de kerkenraad de gemeente nader informeren over deze aanpassing en horen of de gemeente kan instemmen met deze aanpassing. Iedereen is van harte welkom om hierbij aanwezig te zijn.

Voor de allerkleinsten is er crèche in de kelder, voor kinderen van de basisschool is er opvang in Ons Centrum zodat ouders in alle rust naar deze vergadering kunnen die zal plaatsvinden in de kerkzaal.

Als buitenlander en voormalig slaaf Jozef minister-president van Nederland zou zijn, dan zou hij :
– iedereen slaaf van de overheid maken, niemand zou meer privébezit hebben
– een belastingtarief van 20% invoeren
– een bizar vreemdelingbeleid voeren : zijn eigen familie zou naar Nederland mogen komen, met al hun bezittingen en ze zouden ook allemaal van hem een baan krijgen en grondbezit.
– zijn familie ook nog eens in het beste deel van het land laten wonen….ze komen dus naar…

 En dan te bedenken dat dit allemaal in crisistijd gebeurd, als er grote hongersnood is.

Jozef bedankt!?

 Volgens mij heeft geen één (christelijke) partij dit pakket maatregelen beschreven in hun verkiezingsprogramma, komt dit niet in de buurt van de regeringsverklaring. Zo wel, zouden we dan nog vertrouwen hebben in de toekomst?

 Zondagmorgen lezen we met elkaar Genesis 47 en we denken na over Jozefs vreemdelingenbeleid en zijn economische hervormingen (met de invoering van slavernij) en over het optreden van Jakob bij farao (over Jakob zondagavond nog veel meer, o.a. afscheid nemen, bestaat niet?!).

Voor de kinderen is er kindernevendienst  en voor de allerkleinsten is er crèche.

Iedereen is van harte welkom!

Alle ouders met kinderen op de catechisatie (maandag én dinsdag) zijn na de dienst van harte welkom in Ons Centrum voor een kort oudermoment.

En alle kinderen van de basisscholen zijn van harte welkom in de kerk om hun Schoenendoos in te leveren. We zijn heel benieuwd naar jullie creaties.

 

Jozef maakt zich bekend en de broers kunnen niets uitbrengen. Die man die hen eerst voor spionnen houdt, daarna verrast op een uitgebreid diner, daarna Benjamin tot slaaf wil maken, daarna keihard begint te huilen, is dat hun broertje dat ze hadden willen vermoorden vanwege die dromen? Daar wordt je wel even stil van… Jozef doorbreekt de stilte…En of hij dan gelijk de juiste woorden gebruikt om zijn broers gerust te stellen…

We lezen Genesis 45 en 46:1-7, 28-34

Ik ben Jozef! …stilte…
Kom dichterbij! …de broers stappen naar voren…Ik ben Jozef, jullie broer die jullie verkocht hebben! …ze zullen angst hebben gevoeld…
Dit is echt hun Jozef!
Want alleen hij weet van de waarheid achter de jarenoude leugen. En die Jozef is nu de  tweede man in Egypte…van de toenmalige wereld. (Waar ze iemand ophangen als vermaak om door de vogels het vlees van je botten te laten afpikken, zo is de schenker aan zijn einde gekomen) Een wereld van wrede machthebbers, waar zij bij in het niet vallen met wat ze Jozef hebben aangedaan. Zo iemand is hun Jozef geworden? Jozef ziet de angst en wanhoop bij zijn broers : Wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet in toorn ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe verkocht hebben. Verdrietig / bedroefd, is een mengsel van woede en pijn. In toorn ontvlammen / ontsteld is verwijten maken, ergernis opwekken, er over tobben. Ze zitten in de piepzak, beter gezegd : heel erg diep in de put… Maar Jozef laat ze niet bungelen, sidderen of boete doen…Natuurlijk, beter waren ze eerder naar Egypte gegaan om Jozef op te zoeken. Maar Jozef neemt geen wraak. Nergens staat trouwens dat God wraak neemt, al suggereren de broers dat wel telkens. Dat zegt meer over het godsbeeld van de broers dan over de werkelijkheid van God. Vorige keer zagen we dat Jozef niet meegaat in het voorstel van de broers van 1 dood en 10 slaaf, maar hij er van maakt 1 slaaf  en 10, alle anderen, vrij. Jozef komt ze telkens tegemoet en hoe… God heeft mij voor jullie uitgezonden om tot behoud van jullie leven, om jullie in leven te houden. Twee keer zegt hij dat.

Bijzonder om te zien hoe God steeds prominenter te voorschijn komt, Hem het masker wordt afgenomen. Het Familiediner in Egypte begon als een gemaskerd bal, waar Jozef zijn identiteit verzweeg, De maaltijden thuis waren ook een gemaskerd bal waar de broers jarenlang de waarheid verzwegen voor vader Jakob. Maar God verzweeg niets, verschuilde zich niet, maar kreeg als het ware niet de eer die Hem toekomt. Maar dat patroon wordt ook doorbroken. God wordt ontmaskerd, dat klinkt negatief. Maar het is positief. God had zichzelf geen masker opgezet, maar had zich berust dat mensen hem maskeren, verbergen. Deden alsof Hij er niet was. Ze hadden niet van harte berouw over hun zonden, waarmee ze God en hun naaste kwetsten en zichzelf de volle vreugde van het leven met de Heer ontnamen. Ze geloofden niet in een God van liefde en genade… Laat staan dat ze bereid waren die God te dienen… God is niet de afstandelijke, die niets te maken heeft met het leven van u, jou en mij. God is ook niet de straffende en wraaknemende God, die je bij elke misstap betaald zet. God is niet negatief: Hij denkt niet in iedereen slaaf maken, zelfs doden, maar denkt in leven en vrijheid. God leidt, God kiest uit, God is liefde. Dat is geen systeem, maar een persoonlijke geloofservaring. Zo ook bij Jozef. Niet de broers, maar Jozef zegt dat al zijn lijden Gods plan was. Pastoraal is dat belangrijk: wij gaan niet voor anderen invullen, maar luisteren en zwijgen als anderen het zo beleven. Jozef belijdt dat het God is, tot 3x toe vss 5, 7, 8. Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en al het andere, en zelfs in tijden van hongersnood, en alle ellende vooraf, daarin voorziet God, omdat Jozef zich liet vormen tot man van Gods dromen. Jozef is inderdaad helemaal de man geworden die God kan gebruiken. Ter geruststelling van de broers ontkent  hij hun verantwoordelijkheid, hij stelt ze gerust. Praat ook meer over God dan over zichzelf. Gods hand leidt alle verwarring, ontstaan door de schuld van mensen, uiteindelijk naar zijn heilzaam doel.

Ga naar mijn vader: niet alleen met geld, koren, Simeon, Benjamin, maar ook met het verhaal van een levende Jozef. Pas daarna durven de broers met hem te spreken. Wat moet er bij ons gebeuren voordat we on speaking terms met anderen, met God komen?  We met God praten, durven te reageren op zijn genade, zijn overvloed, zijn liefde? God als heilige en ontzagwekkend en wij zondige en bange mensen. God die we in onze oudste broer Jezus als Vader zijn mogen gaan zien,  bij wie we kind aan huis mogen zijn?!

Dan wordt Benjamin nog een keer voorgetrokken door Jozef, nu zonder haat en nijd tot gevolg. Met kleding, nadat ze jaren geleden Jozefs mantel hadden verscheurd, die mantel die jaren geleden de oorzaak van hun ruzie was. Jozef zegt : maak onderweg geen ruzie, wees niet bang. Wat zal er door ze heen zijn gegaan? Wat zullen de broers zich ongemakkelijk hebben gevoeld om hun vader uit te moeten leggen hoe het zat dat zijn zoon Jozef nog leeft en onderkoning is in Egypte. Wat zal die leugen ze zwaar op de maag hebben gelegen al die jaren. Zo lang zo’n verschrikkelijk geheim bewaren. Jaren volgehouden. Het blijkt maar weer, al is de leugen nog zo snel…. Daarom: ga naar je vader, weet je welkom thuis. Maar dan zonder masker! Dat is niet eng, zonder masker bij de Vader thuiskomen. Want God kent je beter dan jij jezelf kent.

 

 

Wij zijn voortdurend onderweg. Sta je er voor open om werkelijk  in vrede naar je Vader te gaan. Dat bedoelde Jozef eerst sarcastisch (44:17). Maar als alle leugens en alle patronen zijn doorbroken dan is het een belofte. Dat kan dus alleen als je goede voornemens hebt…

 

Jakob krijgt te horen : Jozef leeft nog. Toen bezweek zijn hart/bleef er koud onder/geloofde het niet. Daarna: ik zal gaan! Heeft weer zin om te leven, zijn geest leefde op. Leugenvrij leven, maakt levenslustig! Vader en zoon ontmoeten elkaar, vallen elkaar huilend in de armen, huilen lange tijd. Wat een emotioneel weerzien zal dat geweest zijn.

 

Gods droom is groter dan onze nachtmerrie. Uiteindelijk komt er verzoening tot stand tussen Jozef en zijn broers. Niet gelijk de eerste keer, Jozef test eerst zijn broers. Voordat Jozef overging tot bekendmaking en vergeving is hij eerst zelf veranderd van wie hij eerst was tot wie hij nu is en zijn de broers ook veranderd.

 

Jozef heeft veel geleerd in de tijd dat hij heel bewust de HEER in zijn leven bemerkte, om dat vervolgens door te geven aan zijn broers. Hopelijk hebben wij ook veel geleerd, mogen we weer wijzer ons leven leven, als dankbare mensen. Staan we open voor vergeving én verzoening? Verwonderd over wie God voor ons maar ook voor ons broers en zussen, ouders en kinderen wil zijn. Niet om wat wij doen, maar om wat God heeft gedaan. Om stil van te worden…en God voor te danken.

Alle ouders met kinderen op de catechisatie (maandag én dinsdag) zijn na de ochtenddienst van harte welkom in Ons Centrum voor een kort oudermoment. Onder het genot van koffie, thee of water wordt u kort bijgepraat over de catechese zoals die nu gaat en de plannen voor de rest van het seizoen. Hartelijk welkom!

Marco Borsato zingt dat afscheid nemen niet bestaat. Afscheid is in elk geval heel moeilijk. Afscheid nemen is loslaten, zeggen ‘ik wil dat je me loslaat’, of juist nog heel even vasthouden. Afscheid nemen doet pijn, onderstreept dat we alleen verder moeten gaan. Daarom zijn veel mensen ook niet goed in afscheid nemen. Helemaal niet als het definitief is, als we weten dat de dood scheiding gaat brengen. Scheiding tussen de persoon die weg zal gaan en zij die achterblijven. Daarom is het goed om daar eens met elkaar over na te denken.

We lezen zondagavond Genesis 48-49:28, over Jakob die afscheid neemt van Jozef en zijn zonen en vervolgens van al zijn zonen. En we zullen ontdekken dat praten over het afscheid ook heel waardevol kan zijn… Waarom pas onze diepste gevoelens delen als de desbetreffende persoon is overleden? Waarom niet bij leven nog eens alles zeggen, wat je wilt zeggen over wat die ander wel/niet heeft betekent voor jou?

 En een heel andere vraag, maar hebben wij er voor gezorgd dat onze kinderen goed terecht komen als wij overlijden? Bij de geboorte van een kind denk je er nog niet aan, maar wat als jullie samen tegelijk sterven, door een ongeluk of ziekte? Niet iedereen wordt oud… Heb je dan er voor gezorgd dat anderen weten hoe je wil dat het dan met je kinderen gaat? Of gaan daar dan familieleden, vrienden, vreemden, rechters over beslissen? Hebben wij er al alles aangedaan dat we zeker weten dat menselijker wijs het goed zal gaan met onze kinderen als wij er niet meer zijn?

 En zegenen wij onze kinderen, onze kleinkinderen? Wensen we ze succes of schelden we ze uit, mopperen we op ze? Spreken wij positief, liefdevol over onze kinderen en kleinkinderen? Neem je wel eens je kinderen en kleinkinderen apart voor een goed gesprek? Of een vriend of vriendin, je ouders of grootouders en vertel je wat ze voor je betekenen?

Soms denk ik wel eens bij een begrafenis : had de overledene dit maar eerder en vaker gehoord. Waarom wordt dit pas zo expliciet uitgesproken nu de persoon dood is?

Als we niet veel meer met de realiteit van de dood leven, zouden we dan niet veel vaker goed gesprekken hebben in plaats van die vele oppervlakkige gesprekken over het weer, de voetbal of … Ik denk dat over de dood spreken, over sterven en afscheid nemen, niet doods is, maar levend.

 Daarom gaan we daar zondagavond met elkaar verder over nadenken. Moeilijk, lastig, kwetsbaar, maar ook heel waardevol. En zo zing je dat lied van Marco Borsato ook heel anders…

Iedereen is van harte welkom in de kerk die om 19.00u begint.

Als kind van God, krijg je ook kleren van God, je wordt bekleed met Christus. We zijn van nature in zonde ontvangen en geboren. We hebben allemaal een tuintje in ons hart… Iedereen, ook baby’s, heeft een tuintje in het hart waar onkruid harder, eerder en sneller groeit dan de vrucht van Geest als er niets gebeurd… Daarvoor moest Christus aan het kruis. Om het onkruid te vernietigen én om de vrucht van Geest te doen groeien. Ons oude leven is met Christus gestorven, we hebben vergeving ontvangen, én we zijn met Christus in een nieuw leven opgestaan, we zijn verzoend met God. Vanmorgen denken we na over het voorrecht van christen-zijn, een nieuw leven en nieuwe kleren ontvangen als we met Christus bekleed worden…

Kindermoment :

Waarom heb je kleren aan? Waarom heb je deze kleren aan? Heb je altijd deze kleren aan? Of verschillende kleren bij een feest/sporten/zwemmen? Toen kwam er een mystery-guest binnen, met een overall en klompen, een boer. Want waarmee je je bekleed, welke kleren je aan hebt, laat zien wie je bent, helpt om goed te werken. Maar toen deze mystery-guest zijn overall uittrok had een fietspak aan, was het een wielrenner. Want waarmee je je bekleed, welke kleren je aan hebt, laat zien wie je bent, helpt om goed te fietsen.

Met Christus/Jezus bekleed, laat zien wie je bent, van Jezus, helpt om te leven zoals Jezus wil. Bij doop worden we met Jezus bekleed, het laat zien (van) wie je bent : van Jezus. En het helpt om te leven als Gods kind.

We lazen met elkaar Galaten 3 : 26 – 4 : 7

Galaten.3:26 omschrijft de kern van het christelijke geloof : u bent allen kinderen van God, door het geloof in Christus Jezus. U bent het. Dus niet : u wordt het. We zijn het al. Het is dus niet iets wat we moeten proberen te bereiken. Kind van God zijn is niet een goed mens worden/zijn. Ook niet uitzoeken of je uitverkoren bent en je bent ook niet rechtvaardig door de wet. Jullie zijn allemaal kinderen van God! Dat is geen toekomst maar heden; we hebben het kindschap al ontvangen, zoals we nu zijn. We zongen ook reeds in dit leven.

Hoe wordt je kind? Daar hoef je niets voor te doen. Op een echofoto ziet het er vrij ontspannen uit. Hoe weet je nu zeker dat vader/moeder jouw vader/moeder is? Kwestie van je ouders geloven! Al kan je het ook zien aan karaktertrekken en je uiterlijk. Hoe weet je nu zeker dat God jouw Vader is, jij een kind van God bent? U bent allen kinderen van God, door het geloof in Christus Jezus. Kind van God ben je ‘door het geloof in Jezus Christus’, dat is de voorwaarde. Al kan je het ook zien aan karaktertrekken en uiterlijk, door de Geest van Jezus. Kan jij jezelf kind van God noemen, kind van Vader?

Je kan reageren vol ongeloof, het ‘feit’ als leugen, sprookje beschouwen. Dan geloof je zelf niet dat je kind van vader bent, maak je het voor jezelf onmogelijk. Ervaar je nooit het thuisgevoel, ontvang je geen erfenis, wordt je niet bekleed met Christus.

Je kan ook reageren vol twijfel bij dit ‘feit’, is het wel echt zo?! Dan leef je in onzekerheid, kan je angstig worden als het gaat over thuis komen, de erfenis en de kleren van Christus.

Je kan het ook geloven, zeker weten, vast vertrouwen. Ik ben thuis bij Vader, ik ben erfgenaam, ik heb nieuwe kleren en ervaar een diepe blijdschap.

Wat betekent dat, wat heb je er aan : behandeld worden als een kind van God? Gal.3:27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Door geloof, waarvan de doop een zichtbare teken is die ons één maakt met Christus, met Christus bekleed. Paulus vergelijkt Christus met een kledingstuk dat we aantrekken:

  1. Onze identiteit is in Christus.

Kleding maken de man, met bepaalde kleding kom je ook anders over, beter dan zonder die kleren… Maar je gaat je ook anders gedragen, voelt je er beter in, kan iets beter doen vanwege juiste kleding. Met klompen of fietsschoenen voetballen, dat voetbalt niet lekker.

De identiteit van een voetballer ligt in zijn shirt. Tijdens een EK/WK is voor iedereen duidelijk : iedereen met dit shirt hoort bij Nederlands elftal.  Met Wilhelmus, Nederlandse vlag, manier van voetbal, kan je zo laten zien bij welk land je hoort. Natuurlijk, die voetballer is ook vader, broer, zoon, partner, buurman, maar in dat shirt voetballer van het  Nederlands elftal.

Met Christus omkleed betelemt : ik ben christen, kind van God. Als je mij als kind ziet, zie je iets van mijn Vader. Je gaat je ook anders gedragen, het lukt je om beter als goed mens te leven, het goede te zoeken…

  1. Zeer intieme relatie met Christus.

Kleding draag je dichter op lijf dan al je andere bezittingen, in de kleedkamer laat je allemaal waardevolle spullen achter. Kleding geeft bescherming, geen voetballer gaat zonder scheenbeschermers, geen keeper zonder handschoenen de wedstrijd in. Kleding gaat altijd met je mee, is er altijd. Je neemt er geen afstand van : niet paar dagen zonder… Door met Christus omkleed te zijn ben je in alles van Hem afhankelijk, is Hij altijd bij je, kan én wil je niets voor Hem te verbergen. Gal.3:27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.

  1. We volgen Christus na.

Als mensen ons zien met Christus bekleed, zien ze Christus, zien ze dat we op onze grote broer lijken. Dat betekent : Jezus op alle terreinen van je leven toelaten en deze terreinen laten veranderen naar zijn wil en geest. Uw wil geschiede op aarde, in mijn leven, zoals nu al in de hemel, in Jezus’ leven Dat is een levenslang proces om Jezus’ karakter en gedrag aan te trekken, te verkleden als Jezus, met hulp van Gods Geest.

  1. God aanvaardt ons daardoor.

Kleding wordt gedragen als versiering, bedekking van naaktheid en schaamte. Zeggen : ik ben met Christus omkleed is zeggen : ik ben geliefd in Gods ogen vanwege Jezus’ werk en redding. Als God naar ons kijkt, dan ziet Hij ons als zijn kinderen, omdat Hij zijn Kind ziet. Dan wordt God blij, omdat we versierd zijn, mooier zijn, door Christus kleding. Want Jezus heeft ons zijn gerechtigheid en heiligheid, volmaaktheid, geschonken om die te dragen. Daarom is Gal.3:27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed een verstrekkend en veelomvattend beeld voor het heel nieuwe leven. Inderdaad, we zijn in zonde ontvangen en geboren, maar…daarna met Christus bekleed : vergeving én verzoening. Gaandeweg ga je voortdurend aan Christus denken, zijn Geest en karakter bepaalt alles wat je zegt, denkt en doet. Dat is veel meer dan het houden van regels, gaat veel verder dan gehoorzaamheid of gewoon een goed mens zijn. Zoals de ideale Oranjespeler er helemaal voor gaat, vanuit de diepte van zijn hart voor zijn land, zoals een (klein)kind er helemaal voor gaat bij wedstrijd/uitvoering/afzwemmen omdat (groot)ouders aan kant staan, zo gaat christen, kind van God, er helemaal voor : God liefhebben boven alles en daardoor de naasten als jezelf!

Gal. 3:26 Want u bent allen kinderen van God, door het geloof in Christus Jezus. Gaat over de relatie Vader God en zijn kinderen.

Gal.3:27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Gaat over de nabijheid Zoon van God en zijn broers en zussen.

Gal. 3:28 Want allen bent u één in Christus Jezus Gaat over Gods kinderen of broers en zussen van Jezus onderling : iedereen is één. Eén in Christus Jezus is niet dat in de kerk er totaal geen onderscheid meer tussen mensen is. We blijven uniek, typische dingen houden die horen bij bepaalde leeftijd, voorgeschiedenis of identiteit. Het is niet allemaal gelijk en uitwisselbaar, maar we zijn wel samen één. Gaan we eindelijk eens geloven dat we gewoon verschillend zijn, maar daarmee niet beter/slechter dan de ander? Dit heeft verstrekkende sociale gevolgen :  alle barrières die in de wereld er voor zorgen dat mensen vijandig of onverschillig tegenover elkaar komen te staan, worden in Christus weggehaald. Barrières van cultuur, subcultuur, sociaal, economisch, opleiding, arm/rijk, geslacht. geaardheid vallen weg. Buiten de kerk moeten ze verwonderd en verbaasd zijn hoe in de gemeente van Christus alles wegvalt.

Gal. 3:26-27 Want u bent allen kinderen van God, door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Niet door goed ons best te doen, maar op basis van vss. 26 en 27. Hoe kan je dan nog neerkijken op, roddelen over, jaloers worden op iemand die net als jou met Christus omkleed is?!

Vss.26-29 zijn zo wezenlijk. Daar heb je je hele leven voor nodig om te waarderen, geven ons de eeuwigheid om van te genieten.

Zoals ouders hun baby kleren aan doen, maar ook bij kinderen, tieners, partner, ouders om er goed uit te zien. Zo kiezen ouders bij de doop er voor om hun kind met Christus te bekleden. Wij gaan goed gekleed door het leven, jij ook. Wij leven met Christus, jij ook. Jij mag er helemaal bij horen, zoals we op een feest kleding ook op elkaar afstemmen, een eenheid zijn. Vandaag koop je als het ware nieuwe kleren voor je kinderen, bekleed je ze met Christus : gratis! En als je eerder bij het doopvont stond : hoe zit het met jezelf, met je kinderen, met de kinderen van de gemeente? Zijn we nog steeds bekleed met Christus, hebben we nog steeds de kleren van Jezus aan? Van geloof, hoop en liefde? Helpen we elkaar om te groeien in het geloof, de kleren van Jezus aan te trekken, laten zien hoe te leven met die kleren, in relatie met Jezus? Door het water van de doop, worden we daar telkens aan herinnerd,  dat we uit de dood van zonde zijn opgestaan tot nieuw leven, leven met Christus, vernieuwd. Dat we verbonden zijn met God, dat ons leven bij God veilig is!

We zingen het lied Doop

en Jezus’ liefde voor mij.

 

Alle kinderen zijn van harte welkom om de versierde en gevulde schoenendozen komende zondagmorgen voor in de kerk op het podium te zetten.

 De Schoenendoosactie is een actie waarbij kinderen en volwassenen vanuit school of thuis hun schoenendoos kunnen versieren en vullen met schoolspullen, speelgoed, hygiëne producten en een knuffel om daarmee een fantastisch cadeau te maken voor een kind dat leeft in armoede. De dozen worden uitgedeeld aan kinderen die leven in moeilijke omstandigheden. De schoenendozen van dit jaar gaan naar Sierra Leone, Togo, Pakistan, Roemenië en als het lukt nog naar vluchtelingen die langere tijd verblijven in opvangkampen in Griekenland.

Uw financiële bijdrage voor deze actie wordt natuurlijk zeer op prijs gesteld. De verzendkosten zijn dit jaar weer gelijk gebleven: namelijk 5 euro, welke contant in bijgevoegde envelop kan worden ingeleverd. Mocht het voor u als gezin financieel niet mogelijk zijn de benodigde verzendkosten van de dozen te betalen dan is het ook mogelijk alleen de versierde schoenendozen in te leveren. Dankzij de giften van andere dorpsgenoten kunnen we samen zo veel mogelijk dozen vanuit Enter verzenden! Hiervoor kunt u geld in een envelop in de collectezak doen met daarop de vermelding ‘actie Schoenendoos’.

Informatie over de actie, wat er wel en niet in de doos mag en informatie over de Stichting de Samaritaan staat in de folder. Op de website www.actie4kids.org kunt u ook nog meer informatie vinden over deze prachtige actie.