Eerder lazen we Genesis 37 en 38 gaat over seks en bedrog. Het doet op eerste gezicht niet veel onder voor een gemiddelde soap. Maar dan met doden, daarbij vergeleken is GTST een zwak aftreksel… Maar God is er ook, die op de achtergrond telkens bijstuurt… door de onmogelijkheden heen. Daarna lazen we Genesis 39 : de HEER is met Jozef! Familiesoap Jakob & Jozef gaat verder.

De camera is gedraaid, van het huis van Potifar, naar de gevangenis, naar het paleis van Farao. Daar komen we weer terug bij het begin, de dromen…

We lezen Genesis 39 : 21 – 41 : 16 en Genesis 41 : 25 – 41 : 57

Droomt u wel eens?

Iedereen droomt elke nacht, zo verwerk je afgelopen dag. Soms heb je zomaar dezelfde gedachte als van iemand van wie je heel veel houdt. In het onbewuste gebeurt meer dan wij allemaal kunnen begrijpen.

Droom je wel eens?

Niet als verwerking van het verleden, maar over iets in de toekomst? Droom lekker verder! Dromen is fijn, maar ze zeggen ons niets. Soms ben je ook maar blij dat je wakker wordt, omdat de droom een nachtmerrie was…

Dromen we zo nu en dan nog wel eens? Als gemeente?
Zingen we nog wel eens liedjes van heilig verlangen?
Over kinderen van de gemeente, de catechese, mensen weer naar kerk, Kerstconferentie
Dromen we zo nu en dan nog wel eens? Persoonlijk?
Over onze (klein)kinderen, onze eigen toekomst, de dag van morgen.
Durven we soms ons gesomber even los te laten?

Geloven we dat God bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken?

We bidden voor mentoren en er zijn meer dan genoeg mentoren. Waren die er ook gekomen als we niet hadden gebeden? Als we niet dromen, niet vragen, niet durven, zullen we veel minder krijgen. Onlangs hoorde ik een wijze man spreken over genezing op gebed : als je voor 100 mensen bidt en 1 geneest, is altijd meer bereikt dan als we voor niemand bidden…

Hopen/dromen : de afgelopen week over de kindernevendienst. Dat het geen kinderopvang is, maar schakel voor onze kinderen in de relatie met Jezus. Als dat onze gezamenlijk droom wordt, dan zullen we over vijf jaar verwonderd zijn, net als bij de catechese.

Dromen we ook wel eens dromen waarvan we gelijk weten: hiermee wil God mij iets zeggen? Dromen we wel eens, waarbij we ons afvragen: wat zou hier nu de bedoeling van zijn? Dat het ons iets te zeggen heeft, we uitleg nodig hebben? De Bijbel is een verzameling dromerig boeken, Genesis is een dromerig boek, de soap Jozef is dromerig. Niet romantisch/slaapverwekkend, maar toekomstgericht, spannend; niet sensatie, maar je zit op het puntje van je stoel.

In de familie van Jozef is vaker gedroomd, heeft God vaker direct tot mensen gesproken. Vader Jakob met zijn droom bij Bethel en zijn vluchten bij Laban vandaan.

God die spreekt door dromen is iets van alle tijden, maar niet van alle plaatsen en culturen. Vandaag de dag spreekt God nog steeds via dromen: moslims die witte man in kamer zien en tot geloof komen. Maar ook Erik van Otten zag een wit licht in de slaapkamer, maar of je het echt gelooft…

      (beluister uitzending gemist Erik van Otten)

In het algemeen, met anderen erbij, zingen we het toch Marco Borsato na: meeste dromen zijn bedrog. Goddank kende Jozef dat liedje niet, en als hij het gekend had, had hij er om gelachen.

Het verhaal van Jozef heeft vaker menselijke patronen doorbroken. Als het ging om seksuele uitspattingen, familieruzies, ons lees- en kijkgedrag… Tenminste, dat hoop ik, droom ik van…dat Bijbel/God ons verandert, ook in het alledaagse… Nu misschien wel onze nuchterheid, onze neiging om God niet te snel in ons leven te betrekken. Op catechese vroeg ik : wat is er nodig, wat moet er gebeuren, om te geloven dat God echt bestaat?

In Jozefs tijd werden dromen heel serieus genomen. Zijn broers waren niet voor niets woedend over de dromen van Jozef, ze haatten hem. Jozef was geen fantast, maar onuitstaanbaar met zijn dromen met betekenis die negatief voor hen zou zijn en positief voor dat broertje. Geen : de meeste dromen zijn bedrog. Ze willen hem daarom ook vermoorden, zodat die dromen nooit uit zouden komen. De schenker en bakker waren niet voor niets terneergeslagen en treurig. De geest van de Farao is niet voor niets verontrust, Farao haalt niet voor niets iedereen erbij… In die tijd was dat ook heel hip: dromen uitpluizen a.d.h.v. handboeken Dan : de schenker die ondanks Jozefs pleidooi Jozef gewoon vergeten was, herinnert zich nu weer die Hebreeuwse jongen die zijn droom en die van de bakker naar waarheid had uitgelegd. Dan wordt het spannend : als je ontdekt dat je een belofte vergeten bent na te komen, wat doe je dan? Laat je het maar gaan of ga je alsnog er mee aan de slag, zoals die schenker?

De karakterverandering van Jozef zet door. Eerst verwend, roddelen, kwaad spreken, daarna dienstbaar, niet het bed induiken met vrouw van Potifar, maar God erbij halen. En nu voor de godheid Farao schaamt hij zich ook niet voor zijn geheim: niet ik, het is God. Jozef gaat dus niet voor eigen roem, hij looft in alles zijn Schepper. Misschien kan je leuk sporten, muziek maken, leren. Maar je hebt jezelf niet gemaakt, hoogstens jou gegeven talenten benut. Noem jij in het openbaar nog wel eens jouw Maker en Onderhouder na een compliment? Niet: ach, of : niets te danken, maar : God! Als mensen enthousiast zijn, mompel ik snel iets van : ‘ik doe gewoon waar ik goed in ben’, of iets over een nieuwe bezem. Nee, God is aan het werk en ik mag op dit moment in zijn plan een rol vervullen. Niet verlegen, maar God danken en eren voor wat God doet door je heen.

Uit de gevangenis, in de luxe van Farao komt Jozef zelfverzekerd over, niet echt onder de indruk. Zijn geheim: God, de Koning van de hele wereld is met hem, daar is Farao een kleine jongen bij. Dan krijgt Jozef de bizarre dromen te horen die niemand kon uitleggen : angstwekkend. En Jozef legt ze in één keer uit, want God is met Hem : daar leeft Jozef ook uit en mee. En Farao ziet dat ook: een man in wie Gods Geest is. Jozef wordt als een zoon van de Farao. Uit de put, uit de gevangenis, hoe dieper, hoe hoger. Er wordt geknield als Jozef langskomt, zal Jozef gedacht hebben aan zijn dromen? De vrouw van Potifar is verleden tijd, Potifera zijn toekomst. Jozef is dan 30 jaar. Dan wordt Jozef vader en Jozef weet heel goed namen te kiezen. Manasse : God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten en Efraïm : God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking

Hoe kiezen wij namen? Wij doen dat meestal anders… Soms worden op het laatste moment nog knopen doorgehakt, soms laat je het anderen doen. Onze namen zijn minder sprekend. Maar wij moeten op andere momenten kleur bekennen. Wat zet je op het geboortekaartje? Krijgt God daar een ereplaats? Hoe geef je invulling aan het ja-woord bij doop? Is jouw belofte aan God bepalend of de eigenwijsheid van je kind?

Jozef doet met namen geven alsof het klaar is, het boek dicht kan : moeite en familie vergeten en doorgaan: vruchtbaar, eigen familie. Maar het is nog lang niet af, God heeft nog veel meer hoofdstukken, nog veel meer afleveringen… Dromen en God, prima, maar God heeft de regie, ook in deze dromerige soap.

En jezelf? Wat moet er nog gebeuren dat jij jouw leven geheel aan God gaat wijden? God echt met jou is, in alles?! Anderen jou zien als man/vrouw in wie Gods Geest aanwezig is? Een put-ervaring: ernstig ongeluk of ziekte? Ik daag u/jou uit om de weeffouten in uw leven te herstellen. Je (nog meer) van betekenis zult zijn, als de kracht van God door je heen werkt. Zodat God jou kan gebruiken in zijn plan met deze wereld, om zijn wil die nu al in de hemel geschiedt, ook op aarde te laten geschieden. Kan je dat niet? Klopt, God doet het, door jou heen, mag God dat in en door jouw leven doen?

Droomt u wel eens? Of zijn het vaker nachtmerries?

Farao’s nachtmerrie veranderde omdat er iemand was die namens God hem nabij was. En diegene kon hem uit zijn droom helpen, omdat God met hem was. Laat het verhaal van Jozef niet zien dat ook al is je leven een nachtmerrie, als God met je is, dat je dan heel anders in het leven staat? Mijn nachtmerrie, moet Gods droom worden.

Jozef was op gegeven moment klaar met zijn dromen, maar God niet. God wil ons nog veel meer geven, er is namelijk nog veel meer. God wil onze dromen nog verder laten uitkomen, als we in Jezus’ naam bidden, dromen. Want bidt en u zal gegeven worden, zoekt en je zal vinden… God wil onze nachtmerries openen, de nacht eruit halen, het licht er in stoppen. ‘Geef mij je nacht, ik geef je er hoop voor terug.’

De nachtmerrie werd een droom, maar als Jozef denkt dat het klaar is, hij tevreden is, dan gaat God verder: familie naar Egypte… is dat een droom die uitkomt of de volgende nachtmerrie? Mag God van jouw nachtmerrie zijn droom maken? Jouw aardse droom hemels maken? Vertrouw je die God, die belooft er te zijn in tijden van vreugde en verdriet, weet jij je bij Hem veilig?

“Regeer in mij met al uw kracht, in mijn mooiste droom in mijn zwartste nacht”